Cesária Évora (2022)
Regie: Ana Sofia Fonseca | 95 minuten | documentaire | Met: Cesária Évora, Filipe Araújo, Mara Costa, Ana Sofia Fonseca, Ricardo Freitas, Helder Lopes, Joana Lourenço, David Medina, Miroca Paris, Agostinho Ribeiro, Rosa Teixeira da Silva
De diva op blote voeten werd ze genoemd. Cesária Évora werd in de jaren negentig, toen het genre wereldmuziek ineens een vlucht nam, een wereldster tegen wil en dank. Ze was al over de vijftig toen haar melancholieke Kaapverdische bluesliedjes (‘mornas’) ineens een publiek vonden over de hele wereld. Eindelijk verdiende ze serieus geld met haar uitzonderlijke stem. Geld waarmee ze eindelijk het huis kon kopen waar ze al haar hele leven van droomde. Maar waar andere wereldsterren hun huizen volstouwen met pracht, praal en dure spullen, was Cesária wars van dat uiterlijk vertoon. Veel liever kocht ze eten, drinken en rookwaren van haar geld en die deelde ze vervolgens met iedereen die maar langskwam. De deuren van huize Évora stonden namelijk altijd open en ze had drie vrieskisten vol voedsel. Je kunt immers nooit genoeg eten in huis hebben, vond ze. Eigenlijk kon ze er nooit aan wennen dat ze ineens geld had; voor haar gevoel was ze nog altijd de arme Cesária die ze altijd geweest is.
Het tekent de eenvoud die haar zo kenmerkte, zien we in de warme documentaire die simpelweg ‘Cesária Évora’ (2022) heet van de Portugese journalist Ana Sofia Fonseca. Cesária was een overlever, die haar hele leven keihard werkte om het hoofd boven water te houden. Ze kwam in 1941 ter wereld in de plaats Mindelo op een van de Kaapverdische eilanden, aan de westkust van Afrika. Haar vader was parttime muzikant, maar overleed toen Cesária – die liefkozend Cize wordt genoemd – nog maar zeven jaar oud was. Haar moeder trok het niet om zes kinderen in haar eentje op te voeden, dus belandde Cesária op 10-jarige leeftijd in een door nonnen geleid weeshuis. Daar was ze een buitenbeentje, die niet wist hoe snel ze weg moest vluchten. Op haar 16e werd ze overgehaald om te gaan zingen in een bar waar veel Portugese zeelieden kwamen; Kaapverdië was immers in die tijd een kolonie van Portugal. Later zong ze ook op cruiseschepen die Mindelo aandeden. Ze woonde bij anderen in huis, in krotten die half in elkaar stortten, en droomde van een eigen huis.
Het zou nog tot halverwege de jaren tachtig duren voor ze daadwerkelijk ontdekt werd. De ontmoeting met muziekproducer José da Silva – veelvuldig te horen in de documentaire – zorgde voor een aardverschuiving: Cesária mocht in een studio in Parijs een plaat opnemen. Ook mocht ze optreden in de Franse hoofdstad. Voor het eerst in haar leven verdiende ze geld met haar talent. Een mooie anekdote is dat ze dat eerste salaris meteen bij de bank opnam, het eerste de beste kroeg opzocht en daar niet alleen zichzelf volgooide met drank maar ook de rekeningen van de andere cafébezoekers betaalde. Want drinken dat kon ze als geen ander (net als roken trouwens). Toen ze haar eerste schreden op de podia maakte, was de drank een middel om haar zenuwen en verlegenheid de baas te kunnen. Onzekerheid kende ze ook. Om haar uiterlijk bijvoorbeeld, nadat ze aanvankelijk werd afgewezen door platenbazen. Haar stem was betoverend, maar daar hoorde dan wel een jong blond en knap meisje bij. Haar voeten vond ze ook een verschrikking. Dat ze optrad zonder schoenen aan deed ze niet om zichzelf een bepaald imago aan te meten, maar omdat ze haar hele leven al last had van wratten die lopen pijnlijk maakte. Ze was juist het tegenovergestelde van de zorgvuldig tot in perfectie geknede popsterren die de hitlijsten al decennialang bestormen. ‘Zijn hier Kaapverdische kappers’, vraagt ze bij haar eerste bezoek aan Los Angeles in 2001. ‘Ik heb moeilijk haar.’
Overigens was niet alleen haar haar moeilijk, ook haar karakter. Tegenover die getalenteerde, gulle en oprechte vrouw, stond een wispelturige, eigengereide dame die compleet in een depressie kon wegzakken. Toen Kaapverdië zijn onafhankelijkheid vierde, had Cesária zichzelf opgesloten in haar huis. Niet een paar dagen, maar elf jaar (!) lang. Later zou blijken dat ze manisch-depressief was. Het leven had meer diepe wonden nagelaten, blijkt uit terloopse opmerkingen van haar zoon Eduardo, die in één adem met ons deelt dat één van Cesária’s kinderen jong gestorven is en hij zelf nooit heeft geweten wie zijn vader is. Haar muziek klinkt voor de buitenstaander misschien zonnig, tot je weet waar de teksten over gaan. Hartepijn, ontberingen en ander leed (haar bekendste lied ‘Sodade’ gaat bijvoorbeeld over de slavernij). Het blijft immers blues, ook al wordt het in het Portugees gezongen.
Fonseca laat met haar mooie documentaire heel duidelijk de verschillende kanten zien van Cesária Évora. Het ene moment danst en zingt ze vrolijk met leden van haar band, heeft ze een huis vol vrienden om een hapje mee te eten of maakt ze grappige opmerkingen als ze een duet gaat opnemen met haar Cubaanse evenknie Compay Segundo (‘Wat is hij oud! Waarom geen leuke jonge vent?’), het andere moment zien we haar knorrig naar de fles grijpen en staat het huilen haar nader dan het lachen. De maakster maakt uitsluitend gebruik van archiefbeelden en niet eerder vertoonde videobeelden. Niet gladjes afgemonteerd, maar met rafelrandjes en zonder opsmuk – precies zoals Cesária zelf ook was. Fonseca heeft een huis in Mindelo, om de hoek waar de zangeres woonde en kon dus eenvoudig mensen uit Cesária’s directe omgeving spreken. Aan het woord komen naast haar producer en zoon onder anderen ook een kleindochter, haar huisvriend en butler en een aantal journalisten. De filmmaakster kiest ervoor om hen niet als ’talking heads’ in beeld te brengen, maar archiefbeelden te gebruiken waar ze hun stemmen onder heeft gezet. Een verstandige keus, omdat de focus nu puur op Cesária ligt. De enige nieuwe beelden zijn die van Kaapverdië, het kloppend hart van al die liedjes waar de zangeres beroemd mee werd.
Cesária Évora’s carrière duurde haast een heel mensenleven, maar de wereld leerde haar pas laat kennen en mocht maar een kleine twee decennia van haar talent genieten. Na een reeks gezondheidsperikelen kon de Queen of Morna steeds minder vaak optreden, tot een tweede beroerte haar carrière in 2011 definitief stillegde. Een leven waarin ze niet kan optreden en amper meer kon zingen, zag Cesária niet zitten – muziek was haar lust en haar leven – en slechts een paar maanden nadat ze haar carrière beëindigd had, overleed ze op 70-jarige leeftijd. Gelukkig leeft haar muziek voort en dankzij de mooie documentaire die Ana Sofia Fonseca van haar gemaakt heeft kan weer een hele nieuwe generatie kennismaken met haar prachtige, melancholieke liedjes.
Patricia Smagge
Waardering: 4
Bioscooprelease: 1 juni 2023