Charlie Bartlett (2007)

Regie: Jon Poll | 93 minuten | drama, komedie | Acteurs: Anton Yelchin, Robert Downey Jr., Hope Davis, Kat Dennings, Tyler Hilton, Mark Rendall, Dylan Taylor, Megan Park, Jake Epstein, Jonathan Malen, Derek McGrath, Stephen Young, Ishan Davé, David Brown, Eric Fink

Wie J.J. Abrams’ ‘Star Trek’ heeft gezien en geïnteresseerd is geraakt in dat grappige Russische bemanningslid met zijn dik aangezette accent en komische opmerkingen, moet echt de film ‘Charlie Bartlett’ eens bekijken. In deze originele high school komedie speelt de jonge acteur Anton Yelchin de hoofdrol. Het is vanwege zijn sympathieke voorkomen, ontwapenende uitstraling en intelligente personage dat de film ‘Charlie Bartlett’ zo lang te genieten blijft. De film zelf had, net als deze acteur, een frisse wind in het genre kunnen zijn, maar helaas zorgen Hollywoodmachinaties voor een vreselijk klinische afloop waarbij iedereen gelukkig is en elk dramatisch verhaallijntje is opgelost. Een gemiste kans, want de eerste helft van de film is veelbelovend en er zit genoeg in ‘Charlie Bartlett’ voor een zowel grappige en inhoudelijk waardevolle film.

De film heeft een leuk concept, dat bekende elementen in zich draagt maar hier toch een eigen draai aan geeft. Het gegeven van het sukkeltje op een nieuwe school dat door iedereen gepest wordt maar een ontwikkeling doormaakt en een band weet op te bouwen met (enkele) medeleerlingen, is bekend. Ook films over een feestbeest dat de hele school achter zich weet te krijgen en een soort anarchie creëert door zijn rebellie, zijn al eerder verschenen. ‘Charlie Bartlett’ combineert deze twee typen films. Charlie is namelijk alleen een sukkel omdat hij een rijkeluiskindje is dat uit de toon valt met zijn colbertje en attachékoffertje op de openbare school waar hij naartoe moet omdat hij van vele privéscholen is weggestuurd vanwege illegale activiteiten. Maar hij komt niet zielig over, omdat hij niet echt onzeker of labiel lijkt. En hij is ook niet arrogant of juist afstandelijk. Integendeel: hij is open en aardig tegen iedereen. Daarnaast is hij intelligent en, ook al wordt hij de eerste dag in elkaar geslagen door de pestkop van de school, heeft de kijker altijd wel het idee dat hij er iets op vindt. En dat doet hij.

Na door zijn oproeppsychiater Ritalin voorgeschreven te hebben gekregen en hierdoor flink high te zijn geworden, krijgt hij het idee om deze medicijnen voor grof geld aan zijn medestudenten te verpatsen. Immers, iedereen zoekt naar manieren om high te worden. Al snel heeft hij een bloeiende handel en opereert hij ook nog eens als surrogaat psychiater vanuit zijn eigen “praktijk” op het jongenstoilet. Dit laatste is naast komisch verrassend genoeg ook dramatisch effectief. Het is ook een aardige methode van praktiseren. Hij zit als psychiater in één hokje, en zijn patiënt zit in het hokje ernaast, waarbij ze elkaar niet zien. In tamelijk anonieme toestand, als ware het in een biechthokje, kunnen de leerlingen zo hun verhaal vertellen. Charlie lijkt ook daadwerkelijk geïnteresseerd om zijn medeleerlingen te helpen. Wanneer er namelijk een zwaar depressieve leerling naast hem verschijnt, gaat hij allerlei medische boeken raadplegen, bovenop de consult van zijn eigen psychiater, om de jongen te kunnen helpen met advies en de juiste medicatie.

Het romantische verhaaltje in de film – Charlie valt voor de dochter van de directeur (Robert Downey, Jr.) – is ook aandoenlijk en het moment dat zij in zijn “kantoor” plaatsneemt om over haar alcoholistische vader te praten, komt natuurlijk over en zorgt voor een sterkere band met Charlie, wiens gezin ook verre van perfect is. Lange tijd lijkt ‘Charlie Bartlett’ een bovengemiddeld goede en vermakelijke film te worden, maar bijna alle goodwill die in de eerste helft van de film gekweekt wordt, wordt door de laatste acte van de film afgebroken. Elk scherp randje of dramatisch verhaallijntje moet kennelijk van de film afgeslepen of perfect opgelost worden. Het is bijna misselijkmakend. De pestkop van de school blijkt uiteindelijk een goedzak en een theatertalent te zijn. Hij vertrouwt Charlie toe dat hij het mooiste meisje van de school wel eens echt op een date zou willen nemen, met bloemen en een etentje. En dit gebeurt natuurlijk. Vervolgens krijgt het suïcidale klasgenootje van Bartlett de mogelijkheid om zijn eigen theaterstuk te produceren, weet Charlie de band tussen alcoholistische directeur Downey, Jr. en zijn dochter weer te lijmen, en kweekt hij een volwassener relatie met zijn eigen moeder, die hem meer als kind moet behandelen terwijl zij zelf een soort kind is. En alles voelt uiteindelijk te kunstmatig aan. Charlie wordt opgevoed door zijn moeder, en zijn (nieuwe) vriendin door haar vader, wat samen weer een volledig gezin vormt (met wederzijdse moeder/vaderfiguren) en bijna geen enkel stuk dialoog of scène is niet als set-up bedoeld die later terugkomt, zoals in het geval van een liedje dat Charlie met zijn vriendinnetje op de piano speelt bij hem thuis, dat later weer door haar gezongen wordt in het theaterstuk.

Er gebeurt in de laatste acte van de film heel veel om je over op te winden, maar gelukkig is de film nog vrij lang goed te verteren. Ondanks het slappe einde, dat elk dramatisch punt of intellectuele stimulans vrijwel teniet doet, is ‘Charlie Bartlett’ nog best het bekijken waard. Kijk naar Anton Yelchin, naar de leuke situaties en het aardige concept, en vergeet het stroperige einde.

Bart Rietvink