Charro! (1969)

Regie: Charles Marquis Warren | 98 minuten | western | Acteurs: Elvis Presley, Ina Balin, Victor French, Barbara Werle, Solomon Sturges, Lynn Kellogg, Paul Brinegar, Harry Landers, Tony Young, James Almanzar, Charles H. Gray, John Pickard, Garry Walberg, Duane Grey, Rodd Redwing, J. Edward McKinley, Robert Luster, James Sikking, Arnie Frank, Charlie Hodge, Robert Karnes, Christa Lang

Bij westerns denk je in eerste instantie aan John Wayne, Gary Cooper en Clint Eastwood. Zij waren de ultieme cowboys, die in legendarische films als ‘True Grit’ (1969), ‘High Noon’ (1952) en ‘The Good, the Bad and the Ugly’ (1966) lieten zien hoe het eraan toe ging in het Wilde Westen. Het succes van Eastwood halverwege de jaren zestig wakkerde de interesse aan van Colonel Tom Parker, de malafide manager van Elvis Presley. Elvis, die de screwball comedies zat was en nu wel eens een serieuze rol wilde spelen, hapte maar wat graag toe toen hij een aanbieding kreeg om de hoofdrol te spelen in ‘Charro!’, een western uit 1969 van regisseur Charles Marquis Warren, die eerder furore maakte met de succesvolle tv-series ‘Rawhide’, ‘Gunsmoke’ en ‘The Virginian’. Voor de verandering kreeg Elvis nu wél de goedkeuring van Parker, bij wie hij zwaar onder de plak zat en wie verantwoordelijk was voor zijn erbarmelijke filmisch oeuvre. En dus liet The King zijn baard staan en zette hij een grote hoed op; klaar om cowboytje te spelen!

In ‘Charro!’ speelt Elvis Jess Wade, een voormalig lid van een bende outlaws, die geleid wordt door Vince Hackett (Victor French). Jess verliet de anderen om zijn geluk te beproeven in een goudmijn. Daarbij nam hij bovendien Vince’s liefje Tracey (Ina Balin) mee. Maar zij liet hem al gauw weer in de steek en de mijn bracht nauwelijks wat op. Jess is dus weer terug bij af. Vince en zijn mannen nemen het hun voormalige maatje niet in dank af dat hij hen in de steek heeft gelaten en willen hem terugpakken. In Mexico hebben ze een kostbaar gouden kanon gestolen, een misdaad waar ze Jess voor willen laten opdraaien. Ze nemen hem te grazen en brengen hem een zelfde litteken toe als het enige lid van hun bende die de roof niet heeft overleefd. Bovendien spelen ze zijn signalement door aan de Amerikaanse sheriffs en de Mexicaanse federales. Jess vlucht naar het dichtstbijzijnde stadje, waar zijn stiefvader sheriff is en waar Tracey een saloon runt. Wanneer Billy Roy (Solomon Sturges), de heethoofdige broer van Vince, tijdens zijn bezoek aan het stadje de sheriff verwondt, sluit Jess hem op in de cel. Al snel stelt Vince hem een ultimatum; als hij Billy Roy niet voor zonsondergang vrijlaat, zal hij het stadje doen schudden op zijn grondvesten…

Het script voor deze film is gebaseerd op een kort verhaal van Frederic Louis Fox. Het uitgangspunt is op zich veelbelovend (hoewel de wending halverwege duidelijk is afgekeken van eerdere westerns). Daarom is het zo jammer dat de uitwerking aan alle kanten rammelt. Charles Marquis Warren is een televisieregisseur en dat is duidelijk te merken aan de fragmentarische opbouw van de film. Bovendien ontbreekt het in het eveneens door Warren geschreven script aan karakteropbouw, waardoor je als kijker nauwelijks een band krijgt met de personages. Het tempo van de film klopt vrijwel nooit; het lijkt net alsof de acteurs pauzeren tussen de dialogen door omdat ze hun tekst zijn vergeten. Bovendien ontbreekt de humor in deze film, waaruit je kunt opmaken dat de makers zichzelf erg serieus nemen. Elvis Presley was als acteur niet capabel genoeg om een dramatische rol te spelen. Hij mag bovendien, op de tegenvallende titelsong na, niet eens zingen! En als er in een Elvis-film geen liedjes zitten om van te kunnen genieten, dan blijft er maar weinig over. Gelukkig is de setting wél de moeite waard en ademt deze film ondanks al zijn gebreken toch duidelijk de sfeer van het Wilde Westen uit.

Elvis is jammer genoeg compleet reddeloos als de cowboy Jess Wade. Hij mag niet zingen of dansen en er zijn geen knappe jonge meiden om achteraan te huppelen. Dus doet hij maar zoveel mogeliijk zijn best om serieus over te komen, wat ertoe leidt dat het haast lachwekkend wordt. Als een houten klaas stuntelt hij zich door het verhaal heen, zijn dialogen op zijn befaamde monotone wijze oplepelend. Elvis mag dan de hoofdrol hebben, het is de ervaren Victor French (‘Little House on the Prairie’) die hem in alle opzichten overklast. Andere bijrollen worden vertolkt door Solomon Sturges, de zoon van de befaamde regisseur en scenarioschrijver Preston Sturges (‘Sullivan’s Travels, 1941) en Ina Balin, die in 1961 naast John Wayne schitterde in ‘Los Comancheros’. Het zijn capabele acteurs die echter slachtoffer zijn geworden van het matige script, waarin hun karakters maar mondjesmaat zijn uitgewerkt. Ze proberen er het beste van te maken, maar tevergeefs.

Eigenlijk is het tragisch; Elvis die na lang aandringen eindelijk eens een serieuze rol mag spelen en dan met een draak van een script zit opgescheept. Heeft ‘ie voor niets zijn baard laten staan… Na ‘Charro!’ zou The King – in hetzelfde jaar – nóg twee films maken, ‘The Trouble with Girls’ en ‘Change of Habit’, waarna hij voorgoed een punt achter zijn mislukte filmcarrière zou zetten. Van zijn 31 films zijn er misschien vier of vijf die níet door de critici de grond in zijn geboord. ‘Charro!’ behoort niet tot dat illustere rijtje. De film heeft helaas weinig om opgewonden over te raken. Voor de ware Elvis-fan zal bovendien vooral het ontbreken van de nodige memorabele liedjes een grote afknapper zijn.

Patricia Smagge