Chop Shop (2007)

Regie: Ramin Bahrani | 84 minuten | drama | Acteurs: Alejandro Polanco, Isamar Gonzales, Ahmad Razvi, Carlos Zapata, Rob Sowulski, Walter Albia, Manny Albos, Sherman Alpert, Pedro Altamirano, Sneha Amin, Carlos Ayala, Bedford T. Bentley, Angelo Carillo, Raoul Chucaralao, Nicholas Corelisco, Carla Cubit, Nichole Dingee, Cesar Di Parra, Nicholas Elliott, Anthony Felton, Tyrone Gray, Roy Franisco Green, Jesus Manuel Gutierrez, Nick Jasprizza, Billy Klatzis, Frank Lukacs, William Anthony Morales, Tony Motos, Farooq Muhammad, Michael Nieto, Evelisse ‘Lilah’ Ortiz, Laura Patalano, Jimmy Peña, Derek Quick-Reide, Kirstine Quick-Reide, Roberto Ramirez, Edwin Rojas, Shawn Leon Thomas III, Anna Torevski, Damien Velez, Aben Garces Zavala, Kilian Zavala

Nadat hij de film ‘Goodbye Solo’ (2008) had gezien, riep de legendarische Amerikaanse filmcriticus regisseur Ramin Bahrani uit tot ‘de nieuwe grote Amerikaanse regisseur’. Anderen noemden de talentvolle filmmaker in één adem met de grote Martin Scorsese en bestempelden hem als een van de meest gezichtsbepalende filmregisseurs van het decennium. Bahrani maakte zijn eerste speelfilm in 2000 (‘Strangers’, waarin hij zelf de hoofdrol speelt), maar deed pas echt van zich spreken met ‘Man Push Cart’ (2005), het verhaal van een Pakistaanse immigrant die elke morgen met zijn glanzende koffiekarretje door Manhattan trekt. Ook de films die volgen, ‘Chop Shop’ (2007) en ‘Goodbye Solo’, draaien om immigranten die moeite hebben om te overleven in de culturele smeltkroes die Amerika heet. Bahrani: “Ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot de buitenstaander.” Wellicht heeft het te maken met het feit dat hij zelf een kind is van ouders die Iran ooit achter zich lieten om zich in Noord-Carolina te settelen…?

Maar Bahrani’s films draaien om veel meer dan alleen migranten. Ze hebben ook een universeel thema. Zo gaat ‘Goodbye Solo’ over vriendschap en het offer dat je daar soms voor moet brengen. ‘Chop Shop’ – een film die op het Filmfestival van Cannes bewierookt werd – heeft het nastreven van dromen als achterliggend thema. De jonge Alejandro (Alejandro Polanco) is een twaalfjarig weeskind die de eindjes aan elkaar moet zien te knopen. Zijn grote droom is om ooit met zijn oudere zus Isamar (Isamar Gonzales) een rijdende snackbar te beginnen. Om die droom waar te maken scharrelt hij geld bij elkaar. Zo heeft hij een baantje in de ‘ijzeren driehoek’ van New York, waar al dan niet rechtschapen autohandelaren wagens opkopen om de individuele onderdelen weer door te verkopen. Een van de zakenlui, Rob (Rob Sowulski), verschaft hem zelfs woonruimte in zijn kantoorpand. Naast zijn werk voor de autohandelaren heeft Alejandro wat zwarte handeltjes opgezet. Met zijn vriendje Carlos (Carlos Zapata) verkoopt hij snoepgoed in de New Yorkse metro. Ook verkoopt hij illegale dvd’s. Zijn zus Isamar kan werken in de snackbar waar de arbeiders tussen de middag hun lunch komen halen, al heeft ze ook zo haar eigen manieren om aan geld te komen. Ze is namelijk niet direct overtuigd van de haalbaarheid van Alejandro’s plannen.

De leefomgeving van Alejandro en Isamar doet denken aan de derde wereld. Rijkdom mag dan om de hoek liggen, de vervallen treurnis waarin deze kinderen opgroeien doet daar nergens aan denken. Ook dit is New York, lijkt Bahrani ermee te willen zeggen. In dit drama, dat hij filmde met het rauwe realisme van een documentaire, neemt hij ons mee naar hun wereld. Een wereld waarin de scheidslijn tussen het wanhopig proberen te overleven en het vervallen in de criminaliteit flinterdun is. Vergeven we het Alejandro als hij op de US Open op Flushing Meadows de tas van een tennisliefhebster weggrist, of tijdens een drukbezochte honkbalwedstrijd de wieldoppen van de argeloze bezoekers lospeutert om ze door te verkopen voor een paar tientjes? We kunnen het ons in ieder geval goed voorstellen waarom hij zich tot zulke vernederende daden verlaagt en beseffen maar al te goed dat dit de dagelijkse realiteit is voor veel illegalen. Ze hebben geen papieren, dus legaal werk of het volgen van een opleiding zit er voor hen niet in – hoe graag ze dat ook willen. De jeugdige argeloosheid, gepaard aan de volwassen ambitie waarmee Alejandro obsessief geld begint te sparen is hartverwarmend. Bahrani plukte zijn acteurs van de straat, wat de authenticiteit van dit toch al zeer realistische drama nog eens versterkt.

De Amerikaanse droom heeft altijd een keerzijde, leert Bahrani ons. De confrontatie met het keiharde leven op straat is niet iets waar je vrolijk van wordt. De regisseur is gelukkig niet uit op goedkoop sentiment en houdt wijselijk de getoonde ellende binnen de perken, wat ook past bij deze bescheiden opgezette film. Toch kruipen de erbarmelijke leefomstandigheden van Alejandro je onder de huid, wat voor een belangrijk deel te danken is aan het handheld-camerawerk van Bahrani. Zonder direct te choqueren weet hij daardoor wel degelijk doeltreffend te confronteren. Hij vermijdt bovendien bewust een happy end maar benadrukt dat er altijd hoop is. Hoop op een beter leven voor kinderen als Alejandro en Isamar. ‘Chop Shop’ is een rauw en realistisch intiem drama dat stemt tot nadenken.

Patricia Smagge

Waardering: 3.5