City of God – Cidade de Deus (2002)

Regie: Kátia Lund, Fernando Meirelles |135 minuten | drama, thriller | Acteurs: Alexandre Rodrigues, Leandro Firmino, Phellipe Haagensen, Douglas Silva, Jonathan Haagensen, Matheus Nachtergaele, Seu Jorge, Jefechander Suplino, Alice Braga, Emerson Gomex, Edson Oliveira, Michel de Souza, Roberta Rodrigues, Luis Otávio, Maurício Marques, Gustavo Engracia, Darlan Cunha, Robson Rocha, Thiago Martins, Leandra Miranda, Graziela Moretto, Renato de Souza, Karina Falcão, Sabrina Rosa, Rubens Sabino, Marcos ‘Kikito’ Junqueira, Edson Montenegro,Gero Camilo, Felipe Silva, Daniel Zettel, Charles Paraventi, Luiz Carlos Ribeiro Seixas, Paulo ‘Jacaré’ César, Danielle Ornelas

Bij het in beeld brengen van het uitzichtloze gewelddadige bestaan van jongeren aan de onderkant van de Braziliaanse samenleving wordt de kijker bij ‘City of God’ (‘Cidade de Deus’) niks bespaard, elk sprankje hoop wat in de film opduikt wordt hard de kop ingedrukt. Erger nog is dat het verhaal ook nog eens op waargebeurde feiten is gebaseerd, wat het tot een zwaar te verteren geheel maar toch niet te missen film maakt.

De film begint als fotograaf Buscapé (‘Raket’) midden op straat verzeild raakt in een aanvaring tussen de bende van gangsterbaas Zé aan de ene kant en de politie aan de andere kant. Vervolgens wordt in een flashback het leeuwendeel van het verhaal verteld. Dit lijkt zelfs te gebeuren in de suggestie dat Buscape in dit penibele moment zijn hele leven aan zich voorbij ziet flitsen in één seconde, wat hij in de twee volgende uren aan de kijker uitlegt.

Aangezien een flashback-verhaalvorm niet bijster origineel meer is moet een film wel heel veel in huis hebben om dit te rechtvaardigen. Gelukkig heeft ‘City of God’ dit: Deze Braziliaanse film met een boodschap druist namelijk zo regelrecht in tegen alles wat je als filmkijker gewend bent, dat deze van begin tot eind boeit. Of je voorkeur nou uitgaat naar luidruchtige blockbusters of artistieke filmhuisfilms, ‘Cidade de Deus’ is een beetje van elk maar geen van beide. Daarnaast wordt het verhaal dynamisch en gedurfd in beeld gebracht.

Alle conventies over helden en bad guys worden op zijn kop gezet in deze film: De spannende levensstijl van gangsters wordt in films al decennia lang opgehemeld en geromantiseerd. ‘City of God’, hoe broeierig en exotisch ook, is in dit opzicht een ontnuchterende koude douche: bijna alle personages in deze film zijn criminelen, en vrijwel zonder uitzondering zijn ze onsympathiek – met de misselijkmakende hoofdpersoon Zé voorop. Al vanaf het begin is het zo vrijwel onmogelijk sympathie op te brengen voor andere personages dan de goedhartige verteller Buscapé. Daarnaast worden de meest personages binnen enkele minuten screentime overhoop geschoten, waarbij de kijker nog duidelijker wordt gemaakt dat misdaad niet loont en dat een mensenleven weinig waard is in de ‘favelas’.

‘Cidade de Deus’ biedt echter ook nog eens geen alternatief, aangezien de film tegelijkertijd uitlegt dat een eerlijk leven het enige is wat in de sloppenwijken nóg minder kans op overleven biedt dan misdaad: Mano, het enige andere personage dat net als Buscapé niet het verkeerde pad op wil gaan en vrede vindt in een bestaan van eerlijk hard werk voor weinig geld, wordt tegen zijn wil in het bendeleven ingezogen als hij zijn verkrachte vriendin wil wreken. Vervolgens groeit hij ook nog eens uit tot één van de gevaarlijkste schutters in de straten van Rio. De overige personages vergaat het al niet veel beter: Als er al politie verschijnt is deze zonder uitzondering corrupt. De weinige vrouwen die we in de film zien kiezen eieren voor hun geld en verkiezen als partner een bendelid boven een goedzak, overleven is immers belangrijker dan liefde. Kleine kinderen kijken zonder uitzondering tegen de bendeleden op en hun enige ambitie is om zelf ook het criminele pad op te gaan. Daarnaast moeten ze wel omdat Zé er zelfs niet voor terugdeinst om een kleuter meer of minder neer te schieten, wat trouwens voor een paar maagomdraaiende scènes zorgt. ‘Cidade de Deus’ is dan ook volkomen ongeschikt voor mensen met een zwakke maag. Deze vergaande uitgesproken compromisloosheid kan echter ook als zwaktepunt van de film gezien worden: Het is maar de vraag of hoofdpersoon Zé nou wel zo sadistisch en onbesuisd neergezet moest worden. Het is gedurfd om een compleet afstotelijke hoofdpersoon neer te zetten, maar de film lijkt soms te ontsporen als de kijker voor de zoveelste keer uitgelegd moet worden hoe in en in slecht deze Zé wel niet is.

Ondanks de boodschap van totale uitzichtloosheid en wanhoop die het publiek met de subtiliteit van een heipaal wordt toegediend boeit ‘City of God’ toch zoals gezegd van begin tot eind, en zeker gezien het gebrek aan sympathieke personages is dit uitzonderlijk en onderstreept het de kwaliteit en vooral ook de urgentie van deze film.

Ook al zal het Braziliaans Bureau voor Tourisme op zijn zachtst gezegd niet blij zijn met de lof en publiciteit die deze compromisloze film wereldwijd vergaard heeft, toch is het absoluut terecht dat de film voor 4 Academy Awards werd genomineerd. Een verrassende maar prijzenswaardige stap van Oscarcomité, aangezien Hollywood normaal toch zweert bij happy ends.

Jules Diepstraten

Waardering: 4

Bioscooprelease: 6 februari 2003