Clean, Shaven (1993)
Regie: Lodge Kerrigan | 80 minuten | drama, misdaad | Acteurs: Peter Greene, Alice Levitt, Megan Owen, Jennifer MacDonald, Molly Castelloe, Jill Chamberlain, Agathe Leclerc, Robert Albert, Roget Joly, René Beaudin, J. Dixon Byrne, Eliot Rockett, Angela Vibert, Karen MacDonald, Lee Kayman
Lodge Kerrigans ‘Clean, Shaven’ draait niet om de zaken heen. Peter (Peter Greene) is zojuist uit een psychiatrische instelling ontslagen, maar is nog allerminst van zijn ziekte verlost en maakt nog altijd een hoogst verwarde indruk. Beelden krijgen in zijn hoofd een andere betekenis en hij hoort stemmen. Rustig ademen doet hij nauwelijks en elke kleine beweging of geluid lijken hem alleen maar meer schrik aan te jagen. Spiegels plakt hij af en een continue jeuk en zelfmutilatie maken het voor hem ook fysiek ondraaglijk. Peter is schizofreen en gaat er compleet aan onderdoor.
Met vele close-ups en uitvergroting van geluidjes wordt Peters leven aan ons opgedrongen en aan de waanzin en ellende wordt al snel onontkoombaar. Lichtpuntjes zijn er niet want bijna alles in ‘Clean, Shaven’ is verontrustend. Grote boosdoener is niet alleen het gegeven van Peters schizofrenie, maar vooral de audio-visuele onverschrokkenheid waarmee het tot uiting wordt gebracht. Neem die eerste scène, waarin Peter op de autoradio een praatprogramma luistert en ineens “get her” meent te horen, waarop hij een meisje dat met een bal speelt aan haar einde lijkt te brengen. Je krijgt hier van niets te zien – de camera blijft in de auto achter – maar de geluiden spreken boekdelen. Radiomonologen krijgen hierna een dreigende lading.
Zoals gezegd deinst ook visueel ‘Clean, Shaven’ nergens voor terug. Wellicht nog het meest afschuwelijk is het rottende kinderlijkje, dat rustig door de camera wordt geobserveerd. De confronterende beelden, beklemmende geluiden en effectieve montage nemen eigenlijk vooral de aandacht op. Teveel narratief is bijna ongepast en veel van Peters verhaal blijft vooral erg vaag. Medelijden, fascinatie en afschuw gaan hierdoor hand in hand en zelfs na afloop blijkt het maar moeilijk om er wat van te vinden.
Want waar gaat het hier nou precies om? Is het de confrontatie met Peters destructieve schizofrenie? Is het de ruigheid van het menselijk bestaan? Gaat het over verstoorde machtsrelaties of misschien over gewelddadig seksisme? Bijna alles in de film schept een verwarde indruk. Het is een vreemde en bijzonder nare nachtmerrie waar geen einde aan lijkt te komen. Voor alle duidelijkheid, Kerrigans speelfilmdebuut maakt niet de indruk geweld te exploiteren. Zoals de boze stem die ergens in het begin op de radio te horen is: “For you it’s paranoia, for me it’s reality”. Geen uitbuiting van schrik en afschuw, maar voor sommigen gewoon de onontkoombare waarheid. De daarbij behorende gevoelens en gedachten blijven ook de zinnigen onder ons na de film nog flink beklijven.
David Croese