Cloverfield (2008)

Regie: Matt Reeves | 85 minuten | actie, thriller | Acteurs: Michael Stahl-David, Mike Vogel, Lizzy Caplan, Jessica Lucas, T.J. Miller, Odet Jasmin

Een knappe jongen die iets nieuws en verfrissends weet toe te voegen aan het monstergenre. Dat is toch wat de meeste doorgewinterde filmkijkers zullen denken. Maar dit is precies waar regisseur Matt Reeves, maar vooral producent J.J. Abrams, bedenker van tv-series als ‘Lost’ en ‘Alias’, en regisseur van ‘Mission: Impossible III’, met ‘Cloverfield’ in geslaagd zijn. In feite is slechts één geïnspireerd idee hiervoor verantwoordelijk, en dat is de uiterst slimme aanpak om dit Godzilla-achtige verhaal te vertellen vanuit het perspectief van slechts een enkele groepje personages en, belangrijker, gefilmd met een handheld camera, à la The Blair Witch Project. Deze benadering, waarmee iets episch op intieme wijze wordt weergegeven, maakt van ‘Cloverfield’, hoewel zeker niet foutloos, een unieke en zeer intense kijkervaring.

Abrams omschrijft het idee voor de film als een kruising tussen een Cameron Crowe film, ‘Godzilla’, en ‘The Blair Witch Project’ en het is vooral de formele gelijkenis met deze laatste film die ‘Cloverfield’ zijn grote kracht bezorgt. Net als die low-budget hit begint deze film met het bericht dat de beelden die de kijker te zien zal krijgen, zijn gevonden op de plek die vroeger bekend was als Central Park. Het begint met wat simpele home-video materiaal van de hoofdpersonages die een afscheidsfeestje aan het organiseren zijn voor een vriend. Later breekt de hel los en wordt alles nog steeds opgenomen door de ineens erg fanatieke cameraman Hud. Een verwijzing wellicht, naar de huidige (jongeren)cultuur, waarin elk moment moet worden vastgelegd en in feite alleen nog maar indirect wordt beleefd. Dit blijkt ook uit de mensen op straat die meteen de ramp met hun telefooncamera opnemen. Beter nog dan in ‘The Blair Witch Project’ wordt hier, aanvankelijk, de illusie in stand gehouden dat het om een authentieke, homevideofilm gaat. Zo worden personen vaak slecht geframed en wordt er abrupt van scène naar scène gecut. Als kijker krijg je hierdoor het gevoel dat je deel uitmaakt van deze groep jongeren, of in ieder geval direct getuige bent van hun belevenissen. Waardoor de drama van de komst van het monster ook harder aankomt.

Door de wiebelige handcamera krijgt de kijker slechts mondjesmaat beelden door van dit enorme beest dat na een minuut of twintig de stad begint de terroriseren. In dit soort films wordt de kijker meestal overweldigd door het monster dat het gehele beeld in beslag neemt, maar in dit geval wordt de kijker juist geprikkeld om elke millimeter van het beeld af te speuren om maar te kunnen zien wat het voor beest is en wat er precies gebeurt, zoals wanneer er tijdens een chaotische evacuatie over de Brooklyn brug het monster, of een deel van zijn lichaam, ineens toeslaat en de kijker zoveel mogelijk probeert op te nemen.

Er is een simpele methode ingevoegd in het script om de personages continu in gevaar te laten zijn, door Rob op zoek te laten gaan naar vriendin Beth, die vastzit onder iets zwaars en niet met de evacuatieploegen meekan. Makkelijk of niet, het zorgt er wel voor dat er constant een hoog spanningsniveau aanwezig is. En de dreiging komt niet alleen van het grote beest, maar ook kleinere, spinachtige wezens die van zijn lichaam vallen en onze vrienden in potentie overal kunnen volgen. Een slimme keuze.

Sommige beelden, zoals de manier waarop stofwolken na het instorten van wolkenkrabbers over de grond rollen, of tegen elkaar aan leunende flatgebouwen, waar de helden door- en overheen moeten lopen, doen – opzettelijk – denken aan de gebeurtenissen van 11 September, maar weten hier weinig extra waarde of diepgang aan te geven. Het is misschien lichtelijk therapeutisch om deze beelden en bijbehorende gevoelens een “veilige” of acceptabele context aan te kunnen geven, maar in feite staat hier alles in dienst van het “entertainmentgehalte” van deze spectaculaire monsterfilm.

Hoewel je slechts stukje bij beetje beelden van het monster te zien krijgt, lijkt het alsof de makers toch de druk niet konden weerstaan om hem praktisch vol in beeld, en ook nog eens in close-up, te tonen, wat jammer is. Toch is het beest origineel genoeg in zijn uiterlijk en is de dosering van beelden lange tijd bevredigend. Wellicht had het geluid iets origineler kunnen zijn, aangezien het niet veel verschilt van de typische T-Rex brul uit ‘Jurassic Park’ of ‘King Kong’.

Als actiehorror is de film goed geslaagd. Jammer dat het “Cameron Crowe”-gehalte, oftewel de ontwikkeling van de personages. wat minder goed werkt. De acties van de personages zijn niet altijd even begrijpelijk – waaronder natuurlijk de obsessie van Hud om ten allen tijde de rampzalige gebeurtenissen te filmen in plaats van weg te rennen of zijn vrienden te hulp te schieten – en ze zijn oppervlakkig geschetst, waardoor het minder Crowe is, en meer Goede Tijden Slechte Tijden. Heel erg betrokken bij de personages zijn we als kijker dus niet, afgezien van de betrokkenheid die wordt gegenereerd door de extreme gebeurtenissen. Ook is de film wat aan de korte kant. Er is slechts één korte missie – het redden van de vriendin – in de film aanwezig, en het lijkt erop dat de ideeën hierna gewoon op waren. Verder zijn de ‘The Blair Witch Project’ invloeden soms wel erg prominent aanwezig. Zelfs de ontboezemingen en getuigenissen recht in de camera lijken direct gekopieerd te zijn uit die film, inclusief het huilerige-gezicht-met-snottebel van een vrouwelijk personage.

Ondanks enkele inhoudelijke bezwaren is ‘Cloverfield’ echter een zeer onderhoudende film geworden. De film is niet zonder zijn gebreken en zit nog een klasse onder het Koreaanse ‘The Host’, maar weet toch bijna de hype recht te doen. De film is regelmatig een echte nagelbijter en doet de toeschouwer met nieuwe ogen kijken naar een tamelijk uitgekauwd genre.

Bart Rietvink

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 24 januari 2008