Cobra Verde – Slave Coast (1987)

Regie: Werner Herzog | 111 minuten | drama, avontuur | Acteurs: Klaus Kinski, King Ampaw, José Lewgoy, Salvatore Basile, Peter Berling, Guillermo Coronel, Nana Agyefi Kwame II, Nana Fedu Abodo, Kofi Yerenkyi, Kwesi Fase, Benito Stefanelli, Kofi Bryan, Carlos Mayolo, A. Kwesi Compson, Yolanda García

‘Cobra Verde’ is dan misschien de minste film van de Kinski-Herzog samenwerkingsprojecten, hij is nog altijd een stuk interessanter dan het gros van de films dat in de bioscopen verschijnt. Het simpele feit dat we hier van doen hebben met een film waar deze twee figuren aan meegewerkt hebben, betekent al dat er iets boeiends te zien zal zijn. Deze twee mannen kunnen gewoon geen saaie film maken. Neem Herzogs fascinatie voor de menselijke natuur en de natuur in zijn algemeenheid, en Kinski’s bezeten vertolkingen van zijn personages en je hebt een prijswinnende combinatie. Voeg een verhaal toe dat nog een beetje de moeite waard is, en er kan je niets gebeuren. Zo ook in dit geval.

Net als in ‘Aguirre’ en ‘Fitzcarraldo’ wordt de mens, hier dus weer Kinski, geconfronteerd met zijn natuurlijke omgeving in het amazonegebied, ten tijde van het kolonialisme. De plaats van handelen wordt echter snel verschoven naar Afrika, om de slavenhandel aldaar eens goed onder de loep te nemen. Er worden inderdaad wel wat steken uitgedeeld. Het is schrijnend om te zien hoe de mensen als vee worden behandeld, en als raderen in een machine moeten functioneren. Wanneer een slaaf in Brazilië met zijn arm tussen een werkelijk rad terecht komt, roept zijn baas kalm en doodleuk om iemand die hem even komt verlossen door zijn arm af te hakken. Ook stelt hij dat het niet zo erg is als er af en toe eentje doodgaat. Ze hebben er toch genoeg. In Afrika aangekomen, hoort bandiet Cobra Verde dat de hij als slavenhandelaar zelfs bijzonder humaan is. Zijn slaven zouden aanvankelijk geofferd worden, maar nu worden ze verscheept naar “een land waar iedereen danst”. Tja, zo kun je de grootste wreedheden goedpraten.

Toch is het niet altijd even duidelijk wat Herzog nu wil zeggen met zijn film. De slaven worden onmenselijk behandeld, ze moeten continu werken, met een ketting om hun nek, maar doen dit alles zingend. Moeten we geloven dat ze het werkelijk niet zo erg vinden dat ze worden uitgebuit en onderdrukt? Waarschijnlijker is dat hij de doorzettingskracht van de menselijke natuur wil benadrukken. De hoop en positieve geest die er toch vaak nog blijkt te leven bij de mensen en onverwoestbaar is. Lange shots spendeert Herzog aan het registreren aan zingende Afrikanen en het prachtige landschap dat door de Westerlingen toegeëigend wordt. Zijn persoonlijke fascinaties en natuurdocumentaire-achtergrond speelt hem hier bij tijd en wijlen parten. Het gaat soms te veel ten koste van het centrale verhaal. Hoe liggen de relaties tussen Cobra Verde en hen die hem gebruiken of degenen die hij gebruikt? En gaat het nu om de waanzinnige veroveringsdrang van dit personage of van de schoonheid en waarde van de natuur en inheemse bevolking van Afrika? Niet alle elementen komen even helder naar voren en de film verliest door een versplintering van aandachtspunten ook teveel aan vaart.

Toch zijn beelden als Kinski die een amazoneleger aanvoert of als een Napoleon aankomt in Afrika onvergetelijk. Net als vele groothoekshots van de natuur, burchten en mensenmassa’s. Het komt allemaal erg authentiek over. Omdat het ook authentiek is, natuurlijk, want het is overal écht ter plekke gefilmd. Je proeft als kijker gewoon de lokale sfeer.

‘Cobra Verde’ zou de laatste samenwerking zijn tussen Herzog en Kinski. Drie jaar na de film overleed Kinski, wat de laatste shots van de film extra betekenisvol maakt. Een Cobra Verde, oftwel Kinski, die vecht tegen de dood, door zijn boot eigenhandig de zee in te trekken, om zo te ontkomen aan zijn naderende terechtstelling. Echter, waar het hem in ‘Fitzcarraldo’ nog wel was gelukt, blijft in dit geval de boot bewegingsloos liggen. Kinski kan zijn lot niet langer ontvluchten.

Bart Rietvink