Coma (1978)
Regie: Michael Crichton | 113 minuten | thriller | Acteurs: Geneviève Bujold, Michael Douglas, Elizabeth Ashley, Rip Torn, Richard Widmark, Lois Chiles, Hari Rhodes, Gary Barton, Frank Downing, Richard Doyle, Alan Haufrect, Lance LeGault, Michael MacRae, Betty McGuire, Tom Selleck, Charles Siebert, William Wintersole, Ernest Anderson, Harry Basch, Maury Cooper, Joni Palmer, Joanna Kerns, Kay Cole, Tom Borut, Philip G. Brooks, Benny Rubin, David Hollander, Dick Balduzzi, Gary Bisig, Kurt Andon, Wyatt Johnson, Mike Lally, John Widlock, Duane Tucker, Del Hinkley, Paul Ryan, Michael Mann, Sarina C. Grant, David McKnight, Gerald Benston, Robert Burton, Ed Harris, Joe Bratcher, Martin Speer, Roger Newman, Paul Davidson, Amentha Dymally, Lois Walden, Sharron Frame, Sue Bugden, Susie Luner
Regisseur Michael Crichton (‘Westworld’) maakt van ‘Coma’ een aangenaam spannende thriller, die je nog lang bijblijft. Knap aan de film is dat de spanning zich langzaam opbouwt. Doktoren blijken net mensen, maar al snel merk je dat er iets goed mis is in het ziekenhuis van Boston. Crichton belicht de beangstigende invloed van technologie op de medische wereld én schenkt de hoofdrol aan een vrijgevochten vrouw. Ook niet alledaags in Hollywood.
De hoofdrol in ‘Coma’ is weggelegd voor de vrouwelijke arts, Geneviève Bujold, die koppig als ze is op onderzoek gaat in een ziekenhuis dat gedomineerd wordt door mannen. De feministische inslag is typerend voor de tijd waarin de film uitkwam. Crichton bevestigt de vooroordelen over feministen en zet Bujold (‘Tightrope’) bewust neer als een eigenwijze tante, die niet op haar mondje is gevallen. Die eigenschap spreekt later in de film niet in haar voordeel, want het heeft er veel van weg dat ze zo overtuigd is van haar gelijk dat ze zich geleidelijk van bijna iedereen in het ziekenhuis isoleert, inclusief haar vriend, Michael Douglas.
Naast een sterke vrouw maak je in ‘Coma’ kennis met het thema van angst voor technologie en vooruitgang; een thema dat vaker voorkomt in Crichton’s werk. De regisseur illustreert de angst van het individu voor zaken die boven zijn hoofd uitstijgen. Zo blijkt het ziekenhuis, waarin het grootste deel van de film zich afspeelt, niet de plek waar doktoren mensen beter maken. Rijen met computers, gelegen in een veraf gelegen ruimte met slechts een enkele werknemer, houden exact bij wat er allemaal in het hospitaal plaats heeft. Koel en zakelijk. De leiding van het ziekenhuis is naarstig op zoek naar curieuze manieren om de kosten te drukken en efficiënt te werken. Hoofdchirurg Richard Widmark (‘Madigan’) eigent zich de rol toe om te bepalen hoe ver je mag gaan om je eigen positie in stand te houden en het ziekenhuis zijn bestaansrecht te garanderen.
Sterk aan de film is de spanning die zich langzaam opbouwt. Het begint allemaal vrij onschuldig met alledaagse scènes van diverse patiënten en artsen die zich buiten de operaties net zo druk maken over honkbalwedstrijden of aandelenkoersen. De scherpzinnige Bujold ruikt snel onraad wanneer haar beste vriendin in een onverwachte coma geraakt. Wanneer de dag erop een gezonde man (Tom ‘Magnum’ Selleck in een kleine rol) hetzelfde lot ondergaat, weet ze dat er iets mis is in ‘haar’ ziekenhuis. De muziek van Jerry Goldsmith wordt steeds dreigender. Viool- en pianoklanken versterken het gevoel van reddeloosheid, zoals wanneer Bujold een bezoek brengt aan het mysterieuze Jefferson Institute, waar comaptiënten ‘verblijven’. Hoe verder Bujold komt in haar zoektocht, hoe angstaanjagender het wordt. Wanneer ze bijvoorbeeld het spoor van een vreemde kabel naar een van de operatiekamers volgt in de kelder van het ziekenhuis, bekruipt je steeds het gevoel dat iemand haar op de huid zit. Spannend! Douglas speelt een geëngageerde rol, net als in ‘The China Syndrome’ van een jaar later. Maar kan Bujold hem wel vertrouwen? Wie is er nu helemaal te vetrouwen in het ziekenhuis? Widmark komt soeverein over als dokter Harris, die Bujold vriendelijk doch dringend verzoekt op te houden met onrust te stoken in ‘zijn’ ziekenhuis. Bovendien geeft hij blijk over een sinistere toekomstvisie te beschikken als het gaat om de gezondheidszorg.
‘Coma’ is een uitstekende film over de toenemende invloed van technologie en de zelfoverschatting van een aantal individuen die zich god wanen. De regie van Crichton is indringend, soms documentaireachtig. Mede door zijn camerawerk lijkt het alsof Bujold steeds vaker iemand achter zich aan heeft. Is dat wel zo? Verder uitstekende rollen van Widmark en Douglas en goede muzikale ondersteuning van Goldsmith. Een thriller die je gezien moet hebben.
Robbert Bitter
Waardering: 4
Bioscooprelease: 13 juli 1978