Conan the Barbarian (1982)
Regie: John Milius | 125 minuten | actie, avontuur, fantasie | Acteurs: Arnold Schwarzenegger, Sandahl Bergman, James Earl Jones, Max von Sydow, Ben Davidson, Gerry Lopez, Mako, William Smith, Luis Barboo, Valérie Quennessen, Franco Columbu, Leslie Foldvary, Gary Herman, Erik Holmey
Wat hebben de piramides van Gizeh, De hangende tuinen van Babylon, Het mausoleum van Halicarnassus en ‘Conan the Barbarian’ met elkaar gemeen? Al deze namen vallen onder de noemer wereldwonderen. Laatstgenoemde valt ook onder die noemer en dat is niet omdat de film nou zo’n prachtig, cinematografrisch kunststukje is. Nee, ‘Conan the Barbarian’ is een film waarin Arnold Schwarzenegger ACTEERT, sterker nog: waarin hij misschien wel de beste vertolking uit de hele prent neerzet.
Schwarzenegger speelt Conan. Een krijger wiens famillie op brute wijze werd uitgemoord door de slechte Thulsa Doom (Earl Jones). Conan zint op wraak en stelt zijn leven geheel in dienst van wraak. Na een bikkelharde gevechtstraining gaat de afgetrainde Conanop zoek naar de moordenaar van zijn ouders.
Origineel kun je het plot van de film niet noemen. Wraakfilms zijn al zo oud als de (Amerikaanse) filmindustrie. Maar je zou de film te kort doen als je hem enkel om het verhaal zou afschrijven. ‘Conan the Barbarian’ is een leuke, kitscherige prent die op vele momenten (onbedoeld) komisch aandoet. Dat deze productie voor een appel en een ei gemaakt is, mag geen verrassing zijn. Met name de decors zien er zeer nep uit. Zo zul je gedurende de film regelmatig plastic rotsen en bordkartonnen kasteelmuren voorbij zien komen. Ook de kostumering is niet meer van deze tijd. Vergeet de zorgvuldig geconstrueerde kledij die je in recente blockbusters als ‘The Last Samurai’ en ‘Troy’ zag, de sterk gedateerde outfits uit ‘Conan’ komen lachwekkend over. Maar ook het langharige(!) kapsel van Schwarzenegger wekt verbazing op.
Juist de onovertuigende presentatie van ‘Conan’ geeft de film zijn charme. De felle kleuren en blinkende oppervlakken geven de prent een heerlijk retro-sfeertje. Tel daarbij de bizarre situaties bij op en je hebt een zeer apart filmpje. Zo knokt Conan met een grote slang die overduidelijk van rubber is. Na alle gewichtige, epische films die er de laatste tijd op je zijn afgevuurd is de onvervalste edel-kitsch in de avonturen van de barbaar een verademing. Je kunt de film moeilijk serieus nemen. En dat was ook niet de bedoeling van regisseur Milius. De film probeert de pulpstrip van Conan’s geestelijk vader Robert E. Howard te benaderen en dat is goed gelukt. Alle elementen uit de cultverhalen zitten ook in de film. De woeste barbaar uit de strips komt goed uit de verf door het solide spel van Schwarzenegger. En de fysieke uitstraling van de Oostenrijkse bodybuilder natuurlijk. In deze film was ‘Arnie’ op zijn fitst.
En daar komen we direct bij de kracht van deze film. De Oostenrijkse eik zet een sterke vertolking neer. En met vertolking moet je deze keer niet denken aan de geijkte one liners van ‘The Governator’, maar aan echt acteerwerk met emoties en lichaamstaal. Verwacht geen Shakespeareaans drama of intelligent en gevoelig spel, maar degelijk vakwerk. Schwarzenegger is de vleesgeworden belichaming van de barbaar. De actie zit vrij strak in elkaar en met name de zwaardgevechten zijn mooi gedaan. Enkele passages zijn vrij bloederig, maar de film wordt nooit goor of te gewelddadig. Ondanks de platheid van zijn personage, weet ‘Arnie’ een sympathiek karakter neer te zetten die je graag wil volgen in zijn avonturen. Naast zijn goede spel, weet de Oostenrijker ook indruk te wekken met zijn zwaardvechtkunsten. Met gracieuze bewegingen en trucjes geloof je als kijker meteen dat Conan een gevaarlijk tegenstander is.
Ook andere acteurs zijn leuk om naar te kijken. James Earl Jones speelt Conan’s aartsvijand Thulsa Doom. En dat doet hij goed. Met dik aangezet spel weet Earl Jones een sterke ‘bad guy’ neer te zetten. Eigenlijk is de uitstraling van Earl Jones veel te vriendelijk, maar dat weet de man te compenseren met zijn donkere stemgeluid. Fans van de ‘Star Wars’-trilogie weten dat Earl Jones verantwoordelijk is voor de stem van ‘Darth Vader’: één van de meest geliefde slechterikken uit de moderne filmgeschiedenis. In ‘Conan’ bewijst de zwarte acteur dat hij ook qua acteerwerk best te pruimen is. Earl Jones zeilt behendig tussen serieus acteerwerk en ‘overacting’. De overige, veelal onbekende, castleden zijn niet noemenswaardig, maar ze leveren behoorlijk werk af. Een Oscar-waardige rol zit er niet tussen, maar voor een pulpproductie als ‘Conan’ is het erg acceptabel.
Wat deze film zo genietbaar maakt is de frisheid ervan. Er zijn betrekkelijk weinig van dergelijk fantasy-films gemaakt. Al deed het ‘The Rock’-vehikel ‘The Scorpion King’ uit 2002 het niet eens zo slecht als Conan-kloon. Maar die film moest het doen zonder ‘Arnie’. Juist zijn aanwezigheid maakt de film zo leuk. De piepjonge actieheld stond nog aan het begin van zijn carrière en toen al werd zijn sterke neus voor films al duidelijk. Ongeacht wat je mening is over de Oostenrijker, je moet de beste man wel meegeven dat hij wel bijna altijd de juiste rollen uitkiest. Bijna al de karakters die Schwarzenegger vertolkte kon hij goed aan, hij pretenteerde nooit meer te zijn dan dat hij was. Dit in tegenstelling tot zijn grote concurrent Sylvester Stallone die krampachtig probeerde te bewijzen dat hij weldegelijk kon acteren, dat leverde hem een groot aantal zeperds op.
‘Conan the Barbarian’ is een leuke, pretentieloze film die het waard is om eens te bekijken, onder het genot van een bak popcorn en een ijskoude alcoholische versnapering. Als je genoten hebt van de stripverhalen van de gelijknamige barbaar dan zit je goed bij deze film. Maar ook als je niet bekend bent met de comics, kun je veel plezier beleven aan ‘Conan’. Het is een goedkoop alternatief voor degene die de eerste zeven wereldwonderen nog niet hebben gezien.
Frank v.d. Ven
Waardering: 3.5
Bioscooprelease: 29 april 1982