Conspiracy Theory (1997)
Regie: Richard Donner | 135 minuten | actie | Acteurs: Mel Gibson, Julia Roberts, Patrick Stewart, Cylk Cozart, Steve Kahan, Terry Alexander, Alex McArthur, Rod McLachlan, Michael Potts, Jim Sterling, Rich Hebert, Brian J. Williams, G.A. Aguilar, Cece Neber Labao
In de tijd van nepnieuws en alternatieve feiten is het makkelijk te vergeten dat complottheorieën al veel langer bestaan. In het post-Koude Oorlogtijdperk van de jaren 90, waarin de wereld constant aan het veranderen was, waren ze ook populair. Niet voor niets was “The X-Files” een van de populairste series van die tijd. Ook op het grote scherm waren complotten in zwang – denk aan Area 51 in ‘Independence Day’ en de samenzwering in ‘Enemy of the State’. Een vergeten maar erg vermakelijke film uit deze tijd gaat – heel meta – letterlijk over de complottheorieën zelf. De titel zegt het al: ‘Conspiracy Theory’.
‘Conspiracy Theory’ herenigt hoofdrolspeler Mel Gibson en regisseur Richard Donner, beter bekend van de ‘Lethal Weapon’-films. Gibson speelt Jerry Fletcher, een taxichauffeur die er een hele karrenvracht aan complottheorieën op nahoudt: over de New World Order, zwarte helikopters en Olympische atleten die gedwongen worden hun DNA af te staan. Op een dag wordt hij opeens ontvoerd door geheim agenten onder leiding van de schimmige CIA-psychiater Jonas. Wat blijkt? Hij had het kennelijk bij het juiste eind, en nu willen ze hem uit de weg ruimen. Om te ontkomen moet hij erachter komen om welk complot het nu precies gaat. Dat wordt lastig, want hij heeft er nogal wat.
‘Conspiracy Theory’ werkt dankzij het aanstekelijke spel van Gibson. Hij zet Jerry neer als een tragisch, maar uiteindelijk wel sympathiek personage dat zijn ‘superieure kennis’ van allerlei complotten met een vleugje cynische humor brengt. Wanneer ‘ze’ achter hem aankomen voel je zijn verwondering (‘aha, zie je wel’), en wordt hij een onwaarschijnlijke held. Wat minder geslaagd is de weinig overtuigende romance met advocate Alice Sutton, gespeeld door Julia Roberts. Dat een in het leven geslaagde advocate het stalkerige gedrag van een – althans, zo lijkt het – duidelijk psychisch gestoorde complotdenker tolereert omdat hij haar ooit hielp tegen een zakkenroller is niet erg geloofwaardig. De plotwending die ze toch aan elkaar verbindt voelt geforceerd. Door Gibsons sympathieke vertolking van Jerry zou je bijna vergeten, dat complotdenkers niet zelden gevaarlijk instabiele individuen zijn. De film slaagt er dan ook niet in de clichématige relatie tussen de twee enige schwung te geven. ‘Conspiracy Theory’ mist ook een goede schurk: met het karakter van Dr. Jonas, gespeeld door een amper Amerikaans klinkende Patrick Stewart, had veel meer gedaan had kunnen worden – zeker met de normaal gesproken illustere Stewart in de rol.
Ondanks deze zwakheden maakt Donner van ‘Conspiracy Theory’ een vlotte, energieke achtervolgingsthriller van die blijft vermaken tot het eind. De altijd vermakelijke Gibson leidt het ietwat pulpige verhaal van begin tot eind, en uiteindelijk geeft de film complotdenkers wereldwijd hoop – stel je toch eens voor…!
Yurre Wieken
Waardering: 3
Bioscooprelease: 28 augustus 1997