Countess Dracula (1971)

Regie: Peter Sasdy | 93 minuten | drama, horror | Acteurs: Ingrid Pitt, Nigel Green, Sandor Elès, Maurice Denham, Patience Collier, Peter Jeffrey, Lesley-Anne Down, Leon Lissek, Jessie Evans, Andrea Lawrence, Susan Brodrick, Ian Trigger, Nike Arrighi, Peter May, John Moore

Gravin Dracula? Jawel, het is niet alleen de 15e eeuwse Vlad III Tepes, ‘Vlad de Spietser’, die als een bloeddorstig heerser de geschiedenis is ingegaan en die als inspiratiebron voor verschillende Draculafilms heeft gediend. Deze ‘Countess Dracula’ van de Hammer House of Horror studio’s is geïnspireerd door de Hongaarse gravin Elizabeth Bathory die leefde van 1560 tot 1614 en honderden meisjes liet vermoorden in haar pogingen haar eigen jeugd en schoonheid te behouden. In regisseur Sasdy’s film vallen ook de nodige slachtoffers door toedoen van de op Bathory gebaseerde gravin Nodosheen die in de late middeleeuwen de omgeving van haar kasteel onveilig laat maken. Nodosheen baadt zich in het bloed van haar slachtoffers waardoor ze een opmerkelijke tijdelijke verjonging ondergaat. Wat dat betreft houdt bij de verdere invulling van de gebeurtenissen de overeenkomsten met de in de geschiedenisboeken opgetekende gravin Bathory echter wel op. In plaats daarvan speelt dit verhaal zich af rond de pogingen van de gravin die slachtoffers laat maken, zich na haar verjonging uitgeeft voor haar eigen dochter en die van alles in het werk moet stellen om steeds weer tijdelijk terug te kunnen keren tot haar jeugd en schoonheid.

Echter niet zoals op grond van de misleidende titel wellicht verwacht zou worden, een titel die vooral gekozen lijkt om aansluiting te vinden bij de Draculafilms die Hammer tot dan toe had uitgebracht. Al met al is het geen traditioneel vampiergeoriënteerde film, want van zaken als crucifixen, vleermuizen, knoflook, wijwater, een spies door het hart of blootstelling aan daglicht is hier geen sprake. Evenmin van een of meer helden in het verhaal die de strijd met de gravin aangaan. In plaats daarvan concentreert het verhaal zich op de wrede en door jeugd en schoonheid bezeten gravin die heen en weer geslingerd wordt tussen haar jeugd en ouderdom en op de voltrekking van haar wandaden wanneer ze krampachtig probeert haar jeugd te behouden. Ze moet steeds tot extremer handelingen overgaan om aan slachtoffers te komen en om de sporen daarvan te verdoezelen. Ontwikkelingen die, ondanks de meedogenloze uitvoering van de boze plannen van de gravin opvallend ingehouden gebracht worden. Met relatief weinig expliciet bloedvergieten, hoewel enkele scènes weliswaar bloederig genoeg overkomen. Maar als een al te groot gemis komt het niet over, integendeel meer als passend bij de ingehouden aanpak die opvalt in deze Hammerproductie.

Een productie die ook als sfeervol overkomt, zoals dat met veel Hammerfilms het geval is. Door een mooie landelijke en bosrijke omgeving, een gotisch kasteel, grote ruimtes en lange gangen, geslaagde sets en kostuums die een geslaagd tijdsbeeld opleveren, de toenemende onrust en bijgeloof onder de plaatselijke bevolking, de hand- en spandiensten die de handlangers van de gravin leveren… Het levert met de bereidheid van de gravin tot het uiterste te gaan een duistere broeiende achtergrondsfeer bij de gebeurtenissen op die in combinatie met de vormgeving van de haar wandaden genoeg zijn om de aandacht vast te houden.

Helaas zijn er ook wat minpunten te onderkennen. Regisseur Sasdy geeft hier ruimschoots voorrang aan de beweegredenen en de zieleroerselen van de gravin, en wel in een dusdanige mate dat zijn film op gezette tijden meer als een drama dan een horrorfilm overkomt. Met name op de momenten wanneer de gravin weer terugvalt in ouderdom en steeds verder gaande aftakeling en we uitgebreid getuige worden van de angst en afschuw die haar daarbij overvallen. Gevolgd door de koortsachtige wanhoop waarmee ze nieuwe slachtoffers moet maken en de bochten waarin ze zich moet wringen om zich niet te verraden. Gezien de uitgangspunten een weliswaar interessante invulling van Sasdy’s film, maar het zorgt er wel voor dat ‘Countess Dracula’, ondanks de duistere en geleidelijk steeds onheilspellender sfeer, bijna nergens echt eng wordt. Daarnaast speelt Sasdy’s film zich herhaaldelijk wat langzaam af en komt het, ondanks de weinige verrassingen die het verhaal te bieden heeft of gezien de weinige zijwegen die Sasdy bewandelt, soms ook wat stuurloos over.

Overwegend degelijk werk van de castleden. Knap werk van Ingrid Pitt die zowel de oude als de verjongde gravin qua verschillende persoonlijkheden geloofwaardig neerzet. Nadeel bij haar personage is wel dat ze als de slechterik, ondanks dat we uitgebreid getuige zijn van haar angsten en wanhoop, weinig sympathie zal oproepen bij haar zucht naar eeuwige jeugd en schoonheid. Die – leuk voor de Pittfans – in Pitts naaktheid ook herhaaldelijk langskomt, een kenmerk dat in de latere films van de Hammer studio’s bij wel meer producties van toepassing was. Verder een keurig optreden van Nigel Green als de ook niet zachtzinnig aangelegde kapitein Dobi, de handlanger van de gravin in het kwaad. Van Sandor Elès eveneens adequaat genoeg werk als de jonge luitenant Hoth, maar door de meer of mindere kleurloosheid van zijn personage en door de blikvangende verschijningen van Pitt en Green veel minder opvallend. Verder is Maurice Denham wel aardig als de bibliothecaris van het kasteel, al komen de lichte komische noten in zijn optreden niet altijd even passend over. En een helaas zo goed als niet uit de verf komend optreden van een jeugdige Lesley-Anne Down die als de dochter van de gravin niet veel anders te doen krijgt dan te zuchten in haar door haar moeder opgelegde gevangenschap.

Het maakt deze ‘Countess Dracula’ niet tot de beste horrorfilm van de Hammerstudio’s ooit. Een film die qua horror wel wat overtuigender had gemogen, maar een die qua sfeer en afwijkende insteek die het heeft wel weet te scoren. Aan te raden voor de fans van Pitt en voor de liefhebbers van het meer ingehouden en horror-dramatisch georiënteerde werk.

Frans Buitendijk