Curaçao (2011)

Regie: Sarah Vos, Sander Snoep | 75 minuten | documentaire

Toen de film ‘Curaçao’ (2011) van documentairemakers Sarah Vos en Sander Snoep op het Caribische eiland in première ging, maakte dat een hoop los. Vos en Snoep willen met hun film het collectief verzwegen verleden van de Nederlandse oud-kolonie tonen, om vervolgens op een pijnlijke manier te laten zien hoe dit de hedendaagse Curaçaose samenleving beïnvloedt. Daartoe tonen ze beelden van rijke blanke babyboomers die elkaar ontmoeten op de golfbaan, praat over hun steriele woningen op de besloten resorts van Nederlandse projectontwikkelaars en tijdens feestjes al nippend aan de champagne de Antilliaanse bediening bekritiseert. Of dit beeld representatief is voor alle blanke eilandbewoners valt natuurlijk zeer te betwijfelen, maar naar eigen zeggen is dat voor Vos en Snoep dan ook niet aan de orde. Critici die aanhalen dat ‘Curaçao’ maar een heel klein gedeelte van de Curaçaose samenleving laat zien, worden erop gewezen dat de film – als er echt niets aan de hand zou zijn – ook niet zo veel reacties los zou maken bij zowel de blanke als de zwarte eilandbevolking.

‘Curaçao’ haalt het slavernijverleden aan, dat nog altijd diep gewortelde sporen heeft, ook bij huidige generaties. De manier waarop blanke en zwarte mensen op het eiland met elkaar omgaan, en hun gebrek aan communicatie, is daar een rechtstreeks gevolg van. Omdat Curaçao maar een klein eiland is, zijn ze gedwongen met elkaar samen te leven, maar echt van harte gaat dat niet. Hun omgang is gespannen en zwijgzaam. De cultuurverschillen zijn te groot. Bovendien, zo menen Vos en Snoep, staan ze niet of nauwelijks open om kennis te maken met de cultuur van de ander. De blanke bevolking heeft het, bijna drie eeuwen na de slavenhandel, nog altijd voor het zeggen. Zwarte Curaçaoënaars zie je zelden in leidinggevende functies. De goedbedoelende manager van een recent in Zeelandia geopende Albert Heijn tracht hier verandering in aan te brengen, door zijn zwarte medewerkers op cursus te sturen. Het is heel goed voor te stellen dat de manier waarop zij worden benaderd door de cursusleidster, die hen op denigrerende toon aanspreekt en ze leert hoe ze blanke mensen een hand moeten geven en dat ze hen aan moeten kijken als ze tegen hen praten, voor de zwarte Curaçaoënaars vernederend is. De scène is pijnlijk en confronterend, want wie zijn wij blanken om te bepalen dat de manier waarop wij dingen doen, de juiste is?

Wat opmerkelijk is, is dat we de zwarte eilandbewoners zelden horen spreken. Ongetwijfeld heeft dit een symbolische betekenis: ze zijn jarenlang de mond gesnoerd en durven zich niet te laten horen. De eerste keer dat een zwarte Curaçaose van zich doet spreken, is erg krachtig aangezet, waarschijnlijk als contrast. Cultuurdeskundige Joceline Clemencia, die door de manager van Albert Heijn Zeelandia is ingeschakeld om hem te helpen zijn zwarte personeel beter te begrijpen, komt pas tegen het einde van de film in beeld. Haar woorden over het diepgewortelde minderwaardigheidscomplex van de zwarte eilandbewoners, als gevolg van de slavenhandel, echoën nog lang na. Daarna komen ook anderen, zij het mondjesmaat, los. Ook hier is het weer de vraag of de mening van deze mensen representatief is voor alle eilandbewoners, maar er zit ongetwijfeld een kern van waarheid in. Zolang het verleden niet volledig verwerkt is, blijft het moeilijk om het boek dicht te slaan. Sarah Vos en Sander Snoep maakten hun film met als doel de dialoog tussen de blanke en zwarte bevolking van Curaçao op gang te brengen, en gezien de vele reacties die deze documentaire op het eiland heeft aangewakkerd, zijn ze daarin geslaagd.

Of ze dat op de juiste manier voor elkaar gekregen hebben, daar kun je je vraagtekens bij zetten. Vos en Snoep gaan vrij suggestief te werk en presenteren hun film – op verschillende manieren – behoorlijk zwart-wit. Het grote grijze middengebied zien ze compleet over het hoofd. Er zijn namelijk genoeg eilandbewoners die hun best doen om anderen beter te begrijpen. Blanken die geen enkele moeite hebben om zich aan te passen aan de plaatselijke cultuur en zwarten die naar de toekomst kijken in plaats van het verleden. Hadden Vos en Snoep ook deze groep meegenomen in hun film, dan was ‘Curaçao’ beter en completer geweest. Dat gemis wordt echter gedeeltelijk goedgemaakt door het positieve effect dat de makers met hun film weten te bereiken: op Curaçao wordt volop gediscussieerd over de misstanden in de maatschappij, die er onmiskenbaar zijn. Degene die het hardst van leer trekken, herkennen zich ongetwijfeld het meest in de situaties zoals die in de film geschetst worden.

Patricia Smagge

Waardering: 3

Bioscooprelease: 7 april 2011