Cut (2011)

Regie: Amir Naderi | 133 minuten | drama | Acteurs: Hidetoshi Nishijima, Takako Tokiwa, Takashi Sasano, Shun Sugata, Denden, Takuji Suzuki, Ikuji Nakamura, Satoshi Nikaido, Jun’ichi Hayakawa, Hatsuo Itou

Veel filmliefhebbers zullen het herkennen: het idee dat de ware cinema steeds meer gebukt gaat onder het juk van de commercie. Maar bijna niemand gaat zo ver als Shuji (Hidetoshi Nishijima), de hoofdpersoon uit de film ‘Cut’ (2011) van de Iraanse filmmaker Amir Naderi. Shuji is een einzelgänger, die het appartement waarin hij in zijn eentje woont heeft volgeplakt met posters en stills van filmklassiekers. Japanse meesters als Ozu en Kurosawa zijn zijn helden, maar hij is net zo geobsedeerd door de meesterwerken van John Cassavetes en Buster Keaton. Op het dak van zijn appartementencomplex houdt hij regelmatig geheime screenings van filmklassiekers en overdag brengt hij bedevaarten naar de graven van Kurosawa, Ozu en Mizoguchi. Als hij tenminste niet de straat overgaat met zijn megafoon, waarmee hij zijn boodschap aan de wereld verkondigt: ‘De artistieke kant van cinema is stervende! De meeste films die tegenwoordig uitgebracht worden, zijn er louter om mensen te vermaken! Men heeft het recht niet om de ‘pure cinema’ te laten uitsterven!’ Om zijn pleidooi kracht bij te zetten, probeert hij zelf films te maken, maar dat kost uiteraard veel geld en dat heeft hij niet. De drie films die hij tot nu toe (met verlies) produceerde, maakte hij met geld dat zijn broer hem toestopte.

En laat nou net die broer een onzichtbare maar cruciale factor zijn in ‘Cut’.  De manier waarop hij aan zijn geld kwam is namelijk nogal dubieus en hij begaf zich ook nog eens in duistere kringen. We praten in de verleden tijd, want de beste man is niet meer. Dat ontdekt Shuji zelf ook, als hij tijdens een van zijn ‘dakscreenings’  wordt weggeloodst door vervaarlijk uitziende heren, die hem meenemen naar een schimmige voormalige boksclub die thans dienst doet als gangsterclubhuis. Een nogal dreigend overkomend heerschap legt hem haarfijn uit dat zijn broer twaalf miljoen yen aan schulden heeft openstaan en dat hij dat bedrag zelf niet meer kan terugbetalen. De witte doos, waar precies een menselijk hoofd in past, op tafel spreekt boekdelen. Of Shuji binnen dat geld even terug wil storten op de rekening van de grote baas, en dan wel graag binnen twee weken.

‘Cut’ heeft een interessante set-up. Ergens zit er natuurlijk een flinke dosis ironie verscholen in het feit dat de filmpurist nu zelf in een situatie is beland die rechtstreeks uit de nieuwste actiethriller van pak ‘m beet Michael Bay – genres waar hij nu juist zo’n kritiek op heeft – lijkt te komen. Naderi laat de ironie helaas voor wat het is en vervolgt zijn weg op bloedserieuze wijze. Shuji is een man die wil lijden voor zijn kunst. Letterlijk. Hij biedt zichzelf namelijk aan als menselijke boksbal: elke klap die de gangsters hem willen geven kost hen geld. Geld dat hij verzamelt om de schulden van zijn broer af te betalen. Aanvankelijk mogen ze hem slaan en schoppen waar ze maar willen, voor een luttele vijfduizend yen. Al snel ontdekt hij dat hij het op die manier geen twee weken volhoudt, dus gaan de prijzen omhoog. Tussen de bedrijven door blijft hij ook zijn screenings organiseren, want de pure cinema moet meer mensen bereiken. De klappen vangt hij op door zich er constant aan te herinneren waar hij het voor doet: hij betaalt er de films mee die hij mocht maken. Naarmate het zwaarder wordt, raakt Shuji in een soort trance. Hij sterkt zichzelf aanvankelijk door de titels en bezoekcijfers van al zijn screenings op te sommen, later fokt hij zichzelf op door de klappen op te vangen met kreten als ‘shit movies!’ en tegen het eind laat Naderi hem op een wel heel heftige manier zijn top honderd aan films kenbaar maken aan zijn argeloze publiek.

Al die klappen vormen een wel heel duidelijke metafoor voor het geweld dat de cinema volgens de regisseur te verduren heeft van de commercie. De manier waarop Naderi ermee omgaat maakt ‘Cut’ behoorlijk pretentieus. Dat neemt echter niet weg dat het voor elke rechtgeaarde cinefiel een interessante kijkervaring is. Naderi toont flarden van filmklassiekers en brengt met recht een ode aan zijn helden. Je bent bereid door al dat geweld en de bloedspetters heen te kijken als hij zijn top honderd beste films aller tijden aftelt en naar een hoogtepunt toewerkt, zo ver krijgt Naderi ons. Door de narigheid heen de schoonheid zien. De film zelf is mooi gefilmd, al pakt het geswitch van zwart-witbeelden naar kleur en terug niet altijd even goed uit en soms ligt de symboliek er wel erg dik op. Tegen het einde maakt een bijzonder spel met geluid echter weer veel goed. Jammer van al die pretenties, daardoor is ‘Cut’ zeker niet voor iedereen te behapstukken. Bestempel je jezelf als een echte cinefiel, dan kun je je hier best aan wagen.

Patricia Smagge