Dancing in Jaffa (2013)

Regie: Hilla Medalia | 90 minuten | documentaire

Het conflict tussen de Palestijnen en Israeliërs is een voedingsbodem voor talloze speelfilms en documentaires. ‘Dancing in Jaffa’ zou zonder dit conflict ook niet bestaan, maar heeft toch een unieke benadering. De in New York woonachtige Pierre Dulaine, beroemd ballroomdanser is geboren in Jaffa, toen nog Palestina. In 1948 werd de staat Israël opgericht en zijn ouders (vader Iers, moeder half Palestijns half Frans) vluchtten met het hele gezin. Dulaines danscarrière kende vele hoogtepunten, en nu hij de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, wil hij graag “iets terugdoen”. In New York leerde hij probleemjongeren ballroom dansen, en tegen alle vooroordelen van deze kansarme jeugd (en hun ouders) in werd dat een groot succes (verfilmd in ‘Take the Lead’, 2006, waarin Antonio Banderas de rol van Dulaine speelt). Maar Dulaine wil meer goede daden verrichten. Dus keert hij, gesterkt door de ervaringen in de Verenigde Staten, terug naar zijn geboortedorp om daar danslessen te geven aan jonge kinderen, op twee Joodse, twee Arabische, en een gemengde school. Met als saillant detail: hij wil uiteindelijk Arabische en Joodse kinderen, gezworen vijanden, met elkáár laten dansen.

In ‘Dancing in Jaffa’ volgt filmmaakster Hilla Medalia de charismatische Pierre Dulaine op de voet. Het is aanvankelijk lastig om met zijn project te beginnen. Hij moet ouders op de hoogte brengen van zijn plannen en stuit meteen al op allerlei bezwaren. Arabieren en Joden die met elkaar dansen? Of erger nog: jongens en meisjes die elkaar aan moeten raken? Geen sprake van! Daarnaast mag de leiding van de diverse scholen dan wel geïnteresseerd zijn in hetgeen de gedreven dansleraar te bieden heeft, maar de kinderen zelf zien het helemaal niet zitten. Velen van hen zitten nog in het stadium dat de andere sekse vooral ‘yuck’ is. Toch blijft de sympathiek ogende Dulaine, later met behulp van zijn charmante danspartner Yvonne Marceau, volharden. En wie niet wil, wordt niet gedwongen, maar mag gewoon vertrekken.

Naast de blik over de schouders van Dulaine die de kijker gegund wordt, krijgen we ook een goed beeld van een aantal van de leerlingen die wél overstag gaan. In intieme scènes worden zij gevolgd, waarbij vooral de Palestijns-Israëlische Noor opvalt. Het meisje is agressief naar klasgenoten, maar thuis laat ze weten waarom ze van zich af slaat. Het gemis van haar vader, die overleed toen ze zes was, drijft nog altijd aan de oppervlakte. Haar Joodse moeder bekeerde zich tot de Islam en daarom is ze een van de weinige Palestijnse kinderen op haar school. Tijdens de lessen van Pierre Dulaine transformeert ze van een onzeker, ongelukkig meisje, met wie niemand wil dansen in een blije, zelfverzekerde tiener, die zowaar vrienden heeft weet te maken (“het was de eerste keer dat er iemand uit mijn klas bij mij kwam”). Ontroerend. In die persoonlijke fragmenten is ‘Dancing in Jaffa’ op zijn sterkst.

Ook de arme visserszoon Alaa weet de kijker voor zich te winnen met zijn ontwapenende lach en stoere uitspraken. “Oh, ik heb stapels witte shirts,” zegt hij tegen de moeder van zijn danspartner, als die haar zorgen uitspreekt over Alaa’s presentatie tijdens de danswedstrijd, terwijl de kijker allang weet dat de kleine hut waarin hij woont met zijn familie amper het formaat heeft van een gemiddelde walk-in closet. Dulaine moet niet alleen de strijd tussen Joden en Arabieren beslechten, ook de verschillen tussen arm en rijk zijn groot in Jaffa.

De onvermijdelijke climax, de danswedstrijd, is niet het belangrijkste waar ‘Dancing in Jaffa’ naartoe werkt. Het resultaat van Dulaine’s geïnspireerde inspanningen is er één om te koesteren. Het wederzijdse vertrouwen dat ontstaan is in deze jonge generatie geeft hoop en ontroert.

Monica Meijer

Waardering: 4

Bioscooprelease: 3 september 2015