Darwin’s Nightmare (2004)
Regie: Hubert Sauper | 107 minuten | documentaire | Met: lokale vissers, dakloze kinderen, Tanzaniaanse prostituees en Russische piloten
Ergens in de tweede helft van de twintigste eeuw aan de oever van het Afrikaanse Victoria-meer laat een wetenschapper met een emmertje bij wijze van experiment een paar nijlbaarzen los in het water. Het begin van een evolutionaire ramp. Binnen enkele decennia had de vraatzuchtige roofvissoort 95% van de inheemse vissoorten in het op één na grootste meer op aarde uitgeroeid. Anno 2005 heeft de uitheemse nijlbaars het rijk nagenoeg voor zichzelf alleen en teert de kannibaliserende reuzenvis op haar eigen jongen. ‘Darwin’s Nightmare’ is een messcherpe aanklacht die de desastreuze gevolgen laat zien.
De film begint in het zich controlekamer noemende kot van de luchthaven van Mwanza, aan de oever van het Victoriameer. De luchtverkeersleider, die nauwelijks over werkende instrumenten beschikt, slaat een bromvlieg plat tegen het raam, het begin van een schokkende documentaire. Als we de Tanzaniaanse regering en de westerse vertegenwoordigers van de vrije wereldeconomie mogen geloven is de nijlbaars echter een zegen, goed voor maar liefst 25% van de export uit Tanzania. Het straatarme ontwikkelingsland kan de westerse valuta goed gebruiken en dus wordt bij het vissersstadje Mwanza elke dag vijfhonderd ton nijlbaars gevangen en verwerkt tot keurig verpakte filets. Ze belanden dagelijks via gammele Russische transportvliegtuigen in de monden van zo’n twee miljoen Europeanen en Japanners.
Naast de ecologische ramp zorgt deze vis dus ook voor een stukje bloeiende economie.Vrijwel alle mannen werken als vissers of in de visfabrieken en de Europese Unie juicht de industrie toe. Ondertussen worden met dezelfde transportvliegtuigen ladingen wapentuig binnengevlogen, bestemd voor de vele bloedige conflicten in de regio. Het is het ware gezicht van deze handel en een onthutsende werkelijkheid: het westen levert wapens en neemt met ontwikkelingshulp geproduceerde visfilets mee terug.
Terwijl een delegatie van de Europese Gemeenschap de visfabriekeigenaren complimenteert met de behaalde hygiënenormen, lijdt de bevolking buiten honger. Voor hen zijn de mooie visfilets inmiddels onbetaalbaar en men moet leven van rotte nijlbaarskarkassen, die met een vrachtwagenladingen tegelijk ergens op de grond worden gegooid.
Wanhoop, AIDS en geweld hebben in de gemeenschap vrij spel. Niettemin toont de regisseur ook de wonderbaarlijke kracht van de individuen die gebukt gaan onder mensonterende situaties. Het is het meesterlijke en ontnuchterende portret van deze documentaire.
Het lijkt een grote deprimerende vicieuze cirkel, een probleem zonder eenvoudige oplossing. Zonder die vishandel zou de gemeenschap waarschijnlijk nu ten dode opgeschreven zijn. De film toont beelden die op je netvlies blijven hangen zoals die van een vrouw die met haar blote voeten enkeldiep in de krioelende maden staat terwijl ze viskoppen te drogen hangt. Ze zegt: “Mijn leven is goed, want ik heb een baan.” Of de straatkinderen die de plastic visverpakking smelten, zodat ze die kunnen opsnuiven. In hun roes worden ze soms verkracht op straat. Het woord ‘nachtmerrie’ is hier op zijn plaats.
Het is bijna apocalyptisch, een overvloed aan eten in het meer. Een vis die voor de bevolking veel te duur is en dus een bevolking die sterk verpaupert. De regisseur legt de verdoezelde waarheid bloot, de cynische economische realiteit wordt ons onbarmhartig ingewreven.
Wij zijn ons bewust geworden van de geheimen achter een lekker stukje visfilet. Willen we in de toekomst nog nijlbaars (beter bekend als Victoria-baars) eten? De vis wordt (ook) hier duur betaald.
IJzersterk en onthutsend, een schitterende documentaire.
Rob Veerman
Waardering: 4.5
Bioscooprelease: 1 september 2005