De bezette stad – Occupied City (2023)

Recensie De bezette stad CinemagazineRegie: Steve McQueen | 262 minuten | documentaire

In navolging van het boek ‘Atlas van een Bezette Stad. Amsterdam 1940 – 1945’ (Bianca Stigter, 2019) legt regisseur Steve McQueen, van onder meer ‘Hunger’ (2008) en ‘Small Axe’ (2020), de hoofdstad vast tijdens de coronapandemie. Onder de alledaagse beelden verhaalt een voice-over (voor de Nederlandse versie is Carice van Houten opgetrommeld) over wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd op specifieke plekken in Amsterdam. Het levert een speciaal tijdsdocument op.

Op een droge toon dreunt Van Houten adressen, cijfers, namen en korte verhalen op over Joodse slachtoffers van de Duitse bezetting. Af en toe eindigt ze met “afgebroken” als het gebouw er niet meer is. Opvallend zijn de zelfmoorden, soms hele gezinnen tegelijk. Ze hadden het gas aangezet wanneer ze wisten dat ze op transport moesten. Discriminatie was al jaren onderdeel van hun dagelijks leven en de nazi’s maakte het nog erger met het invoeren van wetten waardoor Joden in allerlei openbare aangelegenheden de toegang werd ontzegd. Eén van de wrangste verhalen gaat over een theater waar alleen Joodse artiesten voor een Joods publiek mochten optreden. Niet veel later gebruikte de nazi’s het voor het verzamelen van Amsterdamse Joden voordat ze naar een concentratiekamp werden afgevoerd.

Statig in zijn focus op het kleine in het grote geheel komt de documentaire tevens met verhalen over hoe het leven in de bezette stad voor andere groepen verging. Meestal ook weinig opbeurende verhalen. Zoals het verbod op straat – en huisverlichting omdat de geallieerden dan niet goed konden zien waar ze moesten bombarderen (de weersvoorspellingen waren al een nationaal geheim). Het gevolg was dat het aantal mensen die verdronken in de grachten, een jaar hard toenam. Ook betekende de avondklok niet alleen dat je je thuis koest moest houden na een bepaald tijdstip, maar dat Duitse militairen met scherp mochten schieten als je je alsnog op straat begaf.

Net als McQueen voor ‘De bezette stad’ zocht de Franse filmmaker Claude Lanzmann (1925-2018) in zijn werk naar sporen van het verleden in het heden, zoals in ‘Shoah’ (1985): wat valt er überhaupt nog terug te halen en hoe resoneert herdenking in de samenleving? McQueen wil twee tijden, de een in beeld de ander in geluid en woord, met elkaar verbinden en contrasteren. Hoewel Lanzmann dit ook deed, interviewde en confronteerde hij ook mensen met het pijnlijke verleden. Zijn aanwezigheid en de camera waren ook politiek. McQueen blijft netjes achter de camera. Zijn visie sluimert in de montage keuzes en de wisselwerking tussen beeld en voice-over. Geen van beide benaderingen is goed of fout. Toch, wat zou Lanzmann van dit herinneringsportret hebben gevonden?

Het contrast tussen beeld en woord schuurt ook gedurende de vier uur die de documentaire beslaat, want in hoeverre zijn deze twee perioden te vergelijken? De film verzamelt niet alleen beelden van stille straten maar ook van protesten en plekken van gemeenschappelijke vreugde. Tegelijk overstijgt de film deze voor de hand liggende vergelijking. De bedachtzame caleidoscopische kijk op de stad en zijn inwoners eert al wat leeft en sterft, en de (wan)hoop die eens was en weer komt. Toch is er altijd kans op een gure wind met de spoken uit het verleden.

Roy van Landschoot

Waardering: 4

Speciale vertoning: IDFA 2023
Bioscooprelease: 30 november 2023
Speciale vertoning: Nederlands Film Festival 2024