De vliegende hond (2019)

Recensie De vliegende hond CinemagazineRegie: Johannes Hogenbrink | 75 minuten | documentaire, drama

Kunstenaar Johannes Hogenbrink houdt van drie dingen: vliegen (het werkwoord, niet de insecten), honden en films maken, zo vertelt hij in een lezing, waar hij de lachers al snel op de hand krijgt. Die vrolijkheid blijft niet in de documentaire ‘De vliegende hond’, waarmee de filmmaker het waarmaken van zijn grote droom, om als eerste een hond te laten vliegen, volgt en soms ensceneert.

Chayka is Johannes’ geadopteerde hondje. Zijn vorige hondje, Sopje, was avontuurlijk ingesteld en Johannes had eigenlijk met die viervoeter zijn droom willen verwezenlijken. Maar Sopje was oud en stierf voor dit lukte. Chayka lijkt een beetje op ‘m en is geboren rond de periode dat Sopje naar de hondenhemel ging, dus voor Johannes is dit een teken: met Chayka móet het gebeuren.

Het pad naar de verwezenlijking van de droom verloopt niet zonder clichés: de nodige technische tegenslagen, mensen die hem voor gek verklaren, onenigheden met vrienden, wiens hulp Johannes juist hard nodig heeft. En Chayka neemt zelfs een keer de benen. Ondanks die voorspelbaarheid blijft ‘De vliegende hond’ boeien. Dat moet de passie wel zijn, want willen we Chayka eigenlijk wel de lucht in zien gaan?

Ondanks dat Johannes zielsveel van zijn hondje houdt, schuieren zijn acties af en toe gevaarlijk tegen dierenmishandeling. Dat Johannes dit zelf wel door heeft, blijkt uit de soms komische voice-over van Frans Bromet die Chayka een stem geeft en daardoor laat weten wat de kijker al lang weet: van Chayka hoeft dit allemaal niet. Dit wordt beaamd door een heuse Oostenrijkse hondenfluisteraar, die Johannes laat weten dat Chayka best wel eens wil vliegen, maar dan op Johannes’ rug.

Maar Johannes houdt vol en dat drammerige wekt soms irritatie op. Tegelijkertijd begrijp je zijn instelling ook wel, want, zo is zijn steekhoudende argument: vooruitgang komt vaak van mensen die voor gek zijn verklaard. Wat het nut van vliegende honden is voor de samenleving laat hij voor het gemak maar even achterwege. ‘De vliegende hond’ bevat een aantal inventieve animaties (aan het begin en het eind) en is met een speelduur van 75 minuten net lang genoeg. Niet per se geschikt voor hondenliefhebbers, wel voor de fans van bizarre films.

Monica Meijer

Waardering: 3

VOD-première: 28 mei 2020 (Picl)