De wilde Noordzee (2024)

Recensie De wilde Noordzee CinemagazineRegie: Mark Verkerk | 88 minuten | documentaire | Met: Peter van Rodijnen

Niet iedereen zal het direct beseffen, maar het Nederlandse deel van de Noordzee is met een oppervlakte van ruim 57.000 vierkante kilometer met afstand het grootste natuurgebied dat ons land rijk is. In ‘De wilde Noordzee’ volgen we de ervaren duiker en filmer Peter van Rodijnen op zijn ontdekkingstocht door dit ruige onderwaterrijk. Hij werd als jongetje geïnspireerd door de reizen van de vermaarde oceanograaf en ontdekkingsreiziger Jacques Cousteau, de Fransman die met de Calypso de wereldzeeën bevoer en met zijn films bij Van Rodijnen het zaadje plantte dat zou leiden tot een levenslange passie voor de diverse en vaak buitenissige natuur onder het wateroppervlak.

Na het filmen in zeeën en oceanen over de hele wereld, verlegde Van Rodijnen zijn aandacht naar de Noordzee, een onderwaterwildernis die al vele eeuwen diep verankerd is in het culturele en economische bestaan van talloze mensen in Noordwest-Europa, maar toch nog talloze geheimen en verrassingen herbergt. ‘De wilde Noordzee’ is een mooie dwarsdoorsnede van de indrukwekkende biodiversiteit die huist in de woelige en vaak troebele wateren van het Noordzeegebied. Van Rodijnen weet het rijkgeschakeerde Noordzeeleven en de cyclus van eten en gegeten die geldt in de blauwe wildernis te vangen in verbluffend mooie beelden. Of je nu kijkt naar microscopisch plankton van enkele millimeters dat door het water krioelt, goedaardige zeereuzen als dwergvinvissen of reuzenhaaien, een mannelijke zeedonderpad die zijn ziel en zaligheid legt in het beschermen van het bundeltje roze eitjes dat zijn nageslacht vormt, toppredatoren als orka’s, blauwvintonijnen en grijze zeehonden of heremietkreeftjes die vrolijk van schelp wisselen om een passender huisje te bemachtigen: het ziet er allemaal wonderschoon uit.

De wereld boven water wordt zeker niet vergeten met een intiem inkijkje in het reilen en zeilen van de grote kolonies papegaaiduikers en zeekoeten die nestelen op eilandjes voor de Britse kust. Ook enkele bijzondere en voor het grote publiek meer onbekende taferelen komen aan bod. Denk bijvoorbeeld aan het oplichten van zeevonken, eencellige organismen die op zwoele nachten de zee voorzien van een lichtblauwe, welhaast sprookjesachtige gloed. Of wat te denken van de ‘zagerbruiloft’, een evenement waarbij grote aantallen zagers (zeeduizendpoten) zich verzamelen om nageslacht te produceren. Een eenmalige exercitie overigens, want de volwassen dieren leggen vrij snel nadat ze de daad hebben volbracht het loodje.

De film besteedt tussen al het fraaie filmgeweld door ook af en toe aandacht aan de niet al te florissante invloed van de moderne mens op het complexe ecosysteem Noordzee. Dat zien we bijvoorbeeld in het segment over de papegaaiduikers. Deze kleurrijke en koddige vogels leven vooral op een dieet van zandspiering, maar hebben ten gevolge van overbevissing door de mens steeds meer moeite om genoeg van deze visjes te vangen om hun kuikens groot te kunnen brengen. We zien ook hoe Van Rodijnen aan boord is van een vissersboot die behoorlijke vangsten binnenhaalt. Hoewel het hem zwaar valt dat de dieren die hij normaal levend en wel filmt gereduceerd worden tot objecten, toont hij ook begrip voor de vissers. Het lijkt een beetje alsof ‘De wilde Noordzee’ in visserijland Nederland vooral geen heilige huisjes omver wil trappen, want zeker over het trieste lot van commercieel oninteressante (maar ecologisch zeer belangrijke) vissen als haaien en roggen die massaal eindigen als bijvangst, hadden de makers best wel wat hardere noten mogen kraken.

Ondanks die kritische kanttekening is ‘De wilde Noordzee’ een subliem staaltje filmkunst dat bewijst dat de natuurdocumentaire in Nederland nog steeds levensvatbaar is. En dat is goed nieuws in een tijd waarin het belangrijker dan ooit is om bewondering om te zetten in een nog betere bescherming van ons natuurlijk erfgoed.

Frank Heinen

Waardering: 4

Bioscooprelease: 12 september 2024