Deadly Species (2002)

Regie: Daniel Springen | 88 minuten | horror, thriller | Acteurs: Pete Penuel, Allison Adams, Brian Minyard, Jeff Brozovich, Britt George, William Cefalo, Kristina Moore, Babette Garber, Haans Siver, Travis Kruger, Mary Java, Angelique Midthunder, Amber Midthunder, Suzi Ibanez, Karla Riveria, Doug Mitchell, Sophia Walia, Janice Pagan

Een groep mensen wordt in een eenzaam en afgelegen gebied langzaam uitgedund door bedreigingen van buitenaf…een recept dat met name de griezelfans niet onbekend voor zal komen. Dit weinig origineel uitgangspunt heeft in de loop der jaren de nodige geslaagde horrorfilms opgeleverd, maar met deze film is dat helaas niet het geval.

Het begin is veelbelovend genoeg. Flitsende beelden, mensen in paniek, een wazige schim van een wezen dat zijn slachtoffers belaagt… De in beeld gebrachte expeditie vindt hiermee een voortijdig einde en dus er wordt een nieuwe expeditie op touw gezet. En met de rampzalige afloop van de eerste expeditie in het achterhoofd liggen er veelbelovende duistere ontwikkelingen in het verschiet. Jammer genoeg komt er hiervan weinig tot niets uit de verf. Het verhaal mondt uit in een lange tocht door een bebost en moerassig gebied waarbij, ondanks de bedreigingen van buitenaf, de groepsleden zich clichématig genoeg vooral overgeven aan een onderlinge machtsstrijd, ruzies en meningsverschillen. Wellicht moet door het onderling geharrewar de ontstane verzwakking van de groep sfeerverhogend werken, maar het gaat tot vervelens aan toe maar door en lijkt uiteindelijk zo goed als geheel de plaats in te nemen van de dreiging van de bloeddorstige ‘evil creatures’ die opeens het gebied onveilig blijken te maken.

De dreiging die er blijkbaar van deze bloeddorstige wezens uit zou moeten gaan levert in termen van spanning en horror niet het gewenste resultaat op, de veelbelovende griezelverhalen rond het kampvuur ten spijt. De eerste glimpen die van ze opgevangen worden doen al de nodige twijfels rijzen, maar wanneer ze in hun volledige gestalte in beeld komen wordt het potentieel griezelgehalte van deze film tot een minimum gereduceerd. Deze duidelijke ‘rubber-suit’ wezens lijken uit een ouderwetse ‘monster movie’ uit de jaren 50 van de twintigste eeuw weggelopen te zijn. In gedateerde griezelfilms kunnen monsters met een dusdanig kunstmatig overtrokken uiterlijk hun charme hebben en wel degelijk sfeerverhogend werken, maar hier komt het vooral low-budget, amateuristisch en vooral lachwekkend over. Het voornaamst effect is dan ook dat horror en spanning van wat voor soort dan ook in het verdere verhaal ver te zoeken zijn. Daarnaast zijn de confrontaties van de groepsleden met deze wezens ook niet van gedenkwaardige aard: wezen slaat toe, slaat op de vlucht met al dan niet de achterlating van een gemaakt slachtoffer, en diverse groepsleden beginnen vervolgens in het nachtelijk struikgewas in het wilde weg te schieten op niet in beeld gebrachte doelen.

Ook wil de film teveel richtingen uit. Eerst is het doel van de expeditie het vinden van de Calusa-indianen, vervolgens komen ook de bloeddorstige wezens op de proppen en wordt er daarnaast opeens melding gemaakt van een ‘fountain of youth’ die ook nog eens allerlei helende eigenschappen blijkt te bevatten…en dit allemaal, opmerkelijk genoeg, op een relatief klein ‘remote island’ in de Everglades in Florida. Het lijkt er al met al wel erg veel op dat deze overmaat aan verschillende elementen in de film gepropt wordt om de kijker toch vooral maar genoeg spanning voor te kunnen schotelen, maar de optelsom van alle ontwikkelingen en uitgangspunten haalt de geloofwaardigheid van het een en ander veel te ver omlaag. Daarnaast worden de gedane uitspraken en de daardoor opgewekte verwachtingen omtrent de Calusa-indianen in het geheel niet waargemaakt. Hun in de slotminuten korte en statische verschijningen komen overbodig en nietszeggend over en doen vooral de vraag rijzen of het wel zo nodig was om ze überhaupt in het verhaal op te nemen.

Naast alle tekortkomingen spreekt ook de rolverdeling niet tot de verbeelding. De archeoloog en zijn vrouw moeten de meeste sympathie bij de kijker oproepen, maar hun karakters worden ondergesneeuwd door de overmaat aan allerlei perikelen die zich afspelen. Ook de vergiftiging van de archeoloog zal weinig tot geen medeleven oproepen, aangezien met de ‘fountain of youth’ in de buurt een goede afloop hiervan al zo goed als zeker vaststaat. Verder lopen er twee groepsleden lange tijd rond met wat veelbelovende kwade plannen lijken te zijn, maar ook deze beloften worden niet waargemaakt wanneer ze slechts blijken te handelen uit vergelijkbare motieven als die van de overige groepsleden. Tenslotte bestaat, naast enkele oninteressante mannelijke karakters, de groep uit diverse jonge studentes die vooral de functie hebben geleidelijk de slachtoffers van de bloeddorstige wezens te worden en herhaaldelijk het vooral misplaatst overkomende vrouwelijk naakt in beeld te brengen.

Een film die teveel kanten uit wil maar op zo goed als alle fronten tekortschiet. De overmaat aan verschillende situaties en ontwikkelingen werkt vooral ongeloofwaardigheid in de hand , en de niet waargemaakte beloftes en de matige tot slechte uitwerking van diverse elementen zorgen ervoor dat de thriller- en horrorliefhebbers deze film beter links kunnen laten liggen.

Frans Buitendijk