Deliverance (1972)

Regie: John Boorman | 105 minuten | drama, avontuur, thriller | Acteurs: Jon Voight, Burt Reynolds, Ned Beatty, Ronny Cox, Ed Ramey, Seamon Glass, Randall Deal, Bill McKinney, Lewis Crone, Ken Keener, Johnny Popwell, John Fowler, Kathy Rickman, Louise Coldren

Wat ‘Jaws’ deed voor zwemmen in de zee, deed ‘Deliverance’ voor kanotochtjes. Nooit zul je meer op dezelfde manier in een kano stappen na het zien van deze film. In ieder geval zul je nergens onderweg willen stoppen, maar gewoon de tocht in één ruk willen afmaken. Immers, voor je het weet kom je een stel hillbillies tegen met slechte bedoelingen. De bekende woorden “squeal like a pig” brengen meteen herinneringen aan een essentiële, maar bijzonder onaangename scène naar boven. Een scène die de luchtige sfeer doet omslaan en tezamen met de hieropvolgende gebeurtenissen een schril contrast vormt met de schoonheid van de natuur. Hoewel, van de prachtige bergen en rivier zelf gaat ook een bepaalde dreiging uit, wat goed gevat wordt door het effectieve camerawerk. Dit camerawerk zorgt ervoor dat de omgeving tot leven komt en als het ware een extra personage wordt, wat belangrijk is in een film als deze. Wat dat betreft kun je de vorm en inhoud niet echt van elkaar scheiden: de twee zijn onderdeel van elkaar.

Niet alleen de natuur en het camerawerk zijn ambivalent te noemen in het tegelijkertijd herbergen van schoonheid en dreiging. Ook de ontmoetingen tussen personages en hun dialoog zijn tweeslachtig. Enerzijds hangt er een opgewekte stemming vanwege het op handen zijnde avontuur, maar anderzijds zijn de humorloze en enigszins vijandige bergbewoners niet bepaald opbeurend te noemen. Als een van hen vraagt waarom ze de rivier opwillen en Lewis (Burt Reynolds) antwoordt met: “omdat ze er ligt”, is de reactie: “Ja, ze ligt er, maar als jullie er niet meer uitkomen zullen jullie wensen dat dit niet zo was”.

De enige vorm van positief contact met de bergbewoners vindt plaats middels de beroemde “duellerende banjo’s”-scène, waarin Drew (Ronny Cox) op zijn gitaar een duet speelt met een achtergestelde jongen op zijn banjo. Deze scène is door een recensent treffend vergeleken met de scène uit Spielbergs “Close encounters of the third kind”, waarin de mensen via muziek contact hebben met de buitenaardse wezens. Het muzikale thema uit de banjoscène komt regelmatig terug in de film, vaak om een gevoel van zorgeloosheid en onschuld, of een verlies hiervan, uit te drukken.

Wat deze verloren gaande onschuld betreft, is vooral de scène waarin Ned (Jon Voight) op hertenjacht gaat een belangrijke voorbode voor de verontrustende gebeurtenissen die zullen volgen. Hoewel hij een hert vlak voor zich heeft staan, kan hij zich er niet toe zetten om hem neer te schieten. Drew snapt sowieso niet hoe iemand een dier kan doodschieten. Al snel worden de mannen in extreme mate geconfronteerd met dit morele en emotionele dilemma, wanneer ze de dood van een man op hun geweten krijgen. De vraag is wat allemaal (moreel) is toegestaan om het eigen leven te redden, om te overleven?

We zien hoe de verschillende personages met de ingrijpende gebeurtenis omgaan. Bobby (Ned Beatty) wil alles het liefst zo snel mogelijk vergeten en laat vooral zijn emoties het werk doen. Lewis neemt zoals gewoonlijk de leiding. Hij stelt voor om het lichaam te begraven en er met niemand over te spreken, omdat de gebeurtenis ze anders voor altijd boven het hoofd zal blijven hangen. Drew kan niet met deze rauwe, onwerkelijke gebeurtenissen omgaan, maar moet zich bij het besluit van de rest neerleggen. Ed laat zien dat hij heeft wat het nodig is om te overleven in de natuur, en weet zijn schuchtere en onzekere stadspersoonlijkheid achter zich te laten. Dit is namelijk een groot thema in de film. Het contrast tussen de moderne mens en zijn cultuur tegenover de natuur. Volgens Lewis zullen de machines en systemen uiteindelijk falen en zal de mens weer uitsluitend toegewezen zijn op de natuur. Dan is het een kwestie van wie er de kracht heeft om te overleven. Lewis vindt dat de meeste mensen te ver verwijderd zijn van de natuur.

De religieuze aspecten in de film (waaronder de titel) zijn vooral een manier om de morele vraagstukken te onderstrepen. Het juist handelen en het bestrijden van het kwaad, zowel binnen als buiten jezelf, is waar het vooral om gaat. Zullen ze ooit van het kwaad bevrijd worden? (“Oh God, deliver us from evil”, zoals Bobby ergens in de film zegt). De wegrijdende kerk aan het einde van de film lijkt wat dit betreft symbolisch te zijn, en ook de laatste scène van de film doet het ergste vermoeden. Lewis’ angst lijkt hoe dan ook waarheid te zijn geworden: de mannen zullen nooit meer hetzelfde zijn, want de gebeurtenissen op de Cahulawassee rivier zullen ze waarschijnlijk hun hele leven boven het hoofd blijven hangen.

De film stijgt vanwege de volwassen thematiek boven een gemiddelde avonturenfilm uit. De bergbewoners zijn dan wel wat stereotiep verbeeld, en het einde is misschien wat makkelijk, maar verder is er weinig aan te merken op deze spannende, prachtig gefilmde, en uitstekend geacteerde film van John Boorman.

Bart Rietvink

Waardering: 4.5