Demon Seed (1977)

Regie: Donald Cammell | 94 minuten | actie, drama, horror, thriller, fantasie, science fiction | Acteurs: Julie Christie, Fritz Weaver, Gerrit Graham, Berry Kroeger, Lisa Lu, Larry J. Blake, John OLeary, Alfred Dennis, Davis Roberts, Patricia Wilson, Dana Laurita, Monica MacLean

‘Demon Seed’ is niet zo exploitatief of plat als de titel en korte plotomschrijving doen vermoeden. Ja, er wordt een hulpeloze vrouw “min of meer” verkracht door een computer, maar de benadering is nog tamelijk intellectueel te noemen. In plaats van veel expliciete seks en goedkope horror zien we, ethisch en moreel gezien, interessante gesprekken tussen Proteus enerzijds en Susan en Alex (Fritz Weaver), de maker van de computer, anderzijds. We krijgen scènes voorgeschoteld waarin Susan, en hierdoor ook de kijker, serieus aan het nadenken is over de voors en tegens van een bevruchting door Proteus. De supercomputer wil namelijk wel haar kind, en zal dit zonodig met geweld bewerkstelligen, maar het liefst wil hij dat Susan ermee instemt.

Het zijn de levensvisie van de computer, zijn macht en dominante aanwezigheid in het huis(houden) van Susan, en de afwegingen met betrekking tot een eventuele nakomeling van dit superbrein die de film inhoudelijk interessant houden, ondanks het absurde centrale gegeven. Gekoppeld aan het degelijke acteerwerk van Julie Christie, die de film bijna als hoog drama benadert (en hierdoor af en toe een beetje uit de bocht vliegt), zorgt dit ervoor dat de film grotendeels het kijken waard blijft.

Uiteindelijk heeft ‘Demon Seed’ echter toch te weinig te bieden buiten het tamelijk boeiende concept en enkele aardige bespiegelingen. Je blijft als kijker eigenlijk alleen maar wachten (samen met Susan) totdat het bewuste moment gaat plaatsvinden. En, ook al wil je als kijker graag zien hoe dit nu gaat aflopen, het blijft een beetje een saaie bedoening om Susan in het huis haar lot te zien afwachten. Een indringer in het huis wordt bestreden door een laserstralen schietende rolstoel en later door het “lichaam” van de computer, eruitziend als een Rubik’s kubusslang, maar dat was het wel wat actie betreft. Een ander probleem is, dat het al eerder veel beter gedaan is. ‘2001: A Space Odyssey’ is duidelijk een inspiratiebron geweest. De almachtige en, met zijn “ogen” alomaanwezige computer Proteus lijkt erg veel op de uit die film afkomstige HAL-computer. De scène waarin Susan haar huis niet uitkan en aan Proteus vraagt om de deur te openen lijkt zo uit Kubricks meesterwerk gelift te zijn, evenals de scène waarin we een kijkje krijgen in het brein of de gedachtenwereld van Proteus; dit is in feite een hergebruikte versie van de Sterrenpoort-scène uit ‘2001’. Verder maakten we in Polanski’s ‘Rosemary’s Baby’ natuurlijk al kennis met een heerlijk verontrustend idee van een kwaadaardig of onmenselijk bastaardkind dat in de buik van een machteloze vrouw groeit of gaat groeien.

Toch loont de film de moeite van het kijken. Het coda van de film is namelijk bijzonder krachtig en gedachtestimulerend. Net wanneer je na de (betrekkelijk) actievolle climax denkt dat het tijd is voor de aftiteling wordt er een mooi beroep gedaan op het eerder aangesproken inlevingsvermogen met betrekking tot de centrale thematiek. Het maakt de film bijna tot een volwaardige aanrader.

Bart Rietvink

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 17 mei 1979