Der Mandarin (1918)

Regie: Fritz Freisler | 61 minuten | drama | Acteurs: Harry Walden, Karl Götz, Nectar Flondor, Cornelia Haszay, Trude Merly, Hilde Radney, Gretel Ruth

Wanneer een schrijver het Weense krankzinnigeninstituut Steinhof bezoekt om inspiratie op te doen voor een nieuwe roman krijgt hij van de gestichtsdirecteur (dubbelrol van Karl Götz) een rondleiding langs de meest curieuze gevallen. Naast een zaal vol patiënten met allerlei tics en eigenaardigheden is daar de koning van Groenland, een oud mannetje in een bizarre outfit die in de tuin mensen op een troon ontvangt. Ook de jongeman die een voor Halloween beschilderde pompoen vasthoudt en ‘To be or not to be’ roept, is een opmerkelijk geval. Maar het meest interessant is het toch wel baron Von Stroom die elke keer dat hij de directeur ziet, ‘Mandarijn’ schreeuwt en zich vervolgens vol afschuw afwendt. In flashbacks ontvouwt zich zijn verhaal.

Baron Von Stroom probeert al tevergeefs een jaar lang een beroemde zangeres voor zich te winnen. In zijn erotomanie gaat hij zover dat, als hij haar zoenend aantreft met een andere man, hij het paar met zijn wandelstok te lijf gaat. Ook breekt hij bij haar in om haar over te halen zich vooral aan zijn liefde over te geven, maar zij wil niets van hem weten. Somber zit hij op een bankje haar zoveelste afwijzing te overdenken wanneer een opdringerige marskramer hem een Chinees beeldje verkoopt.

Thuisgekomen komt het beeldje tot leven, wordt steeds groter en als een volwassen Chinees belooft het de baron elke vrouw die hij begeert tot de zijne te kunnen maken. En zo geschiedt. Maar als de baron eindelijk die lang verhoopte hartstochtelijke nacht met de zangeres heeft doorgebracht, fluistert het beeldje hem in waarom hij zich tot een vrouw zou beperken als er zoveel in de wereld rondlopen. Na de nodige veroveringen zegt de baron dat hij het verder zelf wel af kan en de talisman niet langer nodig heeft. Maar hij heeft buiten de wraakzucht van de talisman gerekend.

Wenen is de stad van Sigmund Freud en zijn psychoanalyse en ‘Der Mandarin’ is doortrokken van neuroses, onderbewustzijn en geestesziekte. Het blijft onduidelijk wat Von Stroom verzint en wat er echt gebeurt, maar over het feit dat de man in de war is, bestaat geen twijfel. De regisseur laat door de dubbelrol van Karl Götz als de kwade genius die Von Stroom eerst helpt en vervolgens tot zijn kwelgeest verwordt mooi samenvallen met de directeur van de inrichting die hem daar tegen zijn wil gevangen houdt. Door zijn sterke gelijkenis met zijn kwaadaardige vijand herinnert hij de baron dagelijks aan zijn geestelijk failliet .

‘Der Mandarin’ kan gelukkig weer door een filmpubliek bekeken worden met zijn vele schitterende trucages om de vermenging van werkelijkheid, inbeelding en waanzin weer te geven. Von Stroom roept daarbij zowel medelijden als walging en irritatie op. Het optreden van Karl Götz in zijn verschillende rollen is geestig en indrukwekkend. Een bijzondere film.

Diana Tjin-A Cheong