Die Blechtrommel (1979)
Regie: Volker Schlöndorff | 150 minuten | drama | Acteurs: David Bennent, Mario Adorf, Angela Winkler, Daniel Olbrychski, Katharina Thalbach, Berta Drews, Charles Aznavour, Tina Engel, Roland Teubner, Tadeusz Kunikowski, Andréa Ferréol, Heinz Bennent, Ilse Pagé, Werner Rehm, Käte Jaenicke, Helmut Brasch
‘Die Blechtrommel’ is een film over een nogal vreemd jongetje, Oskar (David Bennen). Die vreemdheid begint, zo maakt de film al meteen duidelijk, eigenlijk al bij zijn oma (Tina Engel/Berta Drews). Een oma bij wie Oskars moeder wordt verwekt als de nogal mysterieuze pyromaan Koljiaczek (Roland Beubner) onder haar vier rokken kruipt om te ontsnappen aan de politie.
En Oskars moeder Agnes (Angela Winkler) is ook niet helemaal normaal, want verliefd op twee mannen zonder ooit te kiezen: de joviale en luidruchtige Alfred Matzerath (Mario Adorf) met wie ze trouwt, en haar neef Jan Bronski (Daniel Olbrychski) die een soort officiële minnaar zal zijn. Uiteindelijk zal ze deze last niet kunnen dragen en overlijdt ze aan een overdosis vis eten.
Tja, als je ‘Die Blechtrommel’ bekijkt, moet je nergens verbaasd over zijn. Niet over een paardekop vol palingen, niet over dwergen en lilliputters in Duits uniform, niet over een Latijn sprekende zwerver, niet over een trompet spelende fascist, en al helemaal niet over een trommelend kind dat eeuwig drie jaar blijft en glas kapot gilt
De film volgt duidelijk het magisch-realistische karakter van Grass’ boek. Is daarmee ‘Die Blechtrommel’ een bizarre film die nauwelijks te volgen is? Nee, gek genoeg. Uiteindelijk is, ondanks alle surrealistische en symbolische kenmerken, deze film ‘gewoon’ een meeslepend familie-epos, en daarnaast ook nog een coming-of-agedrama én een film over een tijdperk dat op zich al bizar genoeg was: de jaren 30 en 40 van de vorige eeuw.
Dat deze film al deze uiteenlopende zaken zo schitterend combineert, is mede te danken aan de magnifieke fotografie van deze film. Donker, onheilspellend maar vooral kraakhelder wordt alles in beeld gebracht. Het ondersteunt volledig het zwartgallige en tegelijk humoristische verhaal. Daarnaast heeft regisseur Schlöndorff de acteurs tot grootse daden weten aan te zetten. Uitblinker, zoals het hoort, is de hoofdpersoon. De toen 12-jarige David Bennent vertolkt de rol van Oskar met grote klasse.
Oskar is een onberekenbaar, bijna gevaarlijk mannetje én tegelijkertijd een klein en angstig kind. De wereld lijkt om hem te draaien. Hij slaat alles gade, maakt de meeste erge verschrikkingen mee, maar blijft bewust toeschouwer. Misschien wel juist daarom kan hij de grote en kleine drama’s die hij meemaakt becommentariëren: de ondergang van zijn naaste familie, en daaraan gelijk lopend, de ondergang van Duitsland en Dantzig.
De manier waarop hij commentaar geeft, wordt echter niet altijd begrepen door de buitenwereld. Zijn voornaamste wapens tegen dreigend gevaar zijn ‘slechts’ zijn trommel en zijn stem. Ondertussen weet hij echter ongemerkt, en soms onbewust lijkt het, op die manier gebeurtenissen wel degelijk ingrijpend te beïnvloeden. Met soms desastreuze gevolgen overigens.
Dit alles maakt zijn rol ongrijpbaar. Een ’toeschouwer’ die het heft in eigen handen neemt. Een eeuwig kind dat langzaam maar zeker toch volwassen wordt. En dat alles zonder vooropgezet plan. Die rol is daarom ook ongrijpbaar voor de kleine Oskar zelf. Hij kan uiteindelijk niet eeuwig klein blijven.
Mooi is dat ‘Die Blechtrommel’ met het typisch Duitse groteske gevoel gemaakt is om juist een periode te illustreren en te becommentariëren die deels gevoed werd door datzelfde groteske gevoel. Een gevoel dat toen een heel volk in haar ondergang meesleepte is nu de katalysator om een groots en grotesk kunstwerk neer te zetten.
‘Die Blechtrommel’ is uiteindelijk vooral een film die je blijft bezighouden. Een boeiende film vanwege het boeiende verhaal en de boeiende verfilming ervan, maar vooral ook omdat er allerlei onduidelijkheden en vragen over blijven zonder dat dit vervelend of erg is. De magische elementen in de film spelen hierin een grote rol. Ze maken het verhaal juist geloofwaardig en realistisch. In onze eigen werkelijkheid blijven er immers ook genoeg open einden over om er een heel leven vragen over te kunnen blijven stellen.
Daniël Brandsema
Waardering: 5
Bioscooprelease: 24 januari 1980