Die, Monster, Die! (1965)

Regie: Daniel Haller | 80 minuten | horror | Acteurs: Boris Karloff, Nick Adams, Freda Jackson, Suzan Farmer, Patrick Magee, Paul Farrell, Terrence de Marney, Leslie Dwyer, Harold Goodwin, Sydney Bromley, Billy Milton, Sheila Raynor, Gretchen Franklin, George Moon

In deze film van American International Pictures arriveert de jonge Stephen Reinhart in het plaatsje Arkham. De toon wordt direct gezet. De afkerige om niet te zeggen vijandige houding van de dorpsbewoners wanneer Stephen naar het landgoed van de famile Witley vraagt maken zowel hem als de kijker duidelijk dat er in de omgeving iets niet in de haak moet zijn.

De min of meer vijandige sfeer wordt vastgehouden wanneer Stephen op het landgoed van de Witleys door Suzans vader Nahum Witley ook niet bepaald hartelijk wordt ontvangen. Het valt op dat ook in andere opzichten de opbouw van een onheilspellende en duistere sfeer voorop staat, en dat er van alles uit de kast wordt gehaald om dit te bereiken en vast te houden. De omgeving waarin het landhuis staat is doods en verlaten en doortrokken van dikke en soms bijna ondoorzichtige mistnevels, het landhuis zelf is groot met tal van gangen en kamers, de Witleys gedragen zich vreemd, het wordt duidelijk dat er in het landhuis iets niet pluis is, er dwalen geheimzinnige en zich vreemd gedragende figuren in de omgeving rond… het zijn een paar voorbeelden van ingrediënten die in meerdere horrorfilms opduiken en die wat dit betreft wellicht niet getuigen van al teveel creativiteit, maar die samen met andere elementen hier wel geslaagd worden weergegeven. Qua sfeerzetting is het gevolg in die ‘Die, Monster, Die!’ een weinig opwekkende of stimulerende omgeving waarbinnen dit verhaal zich afspeelt, maar daardoor voor de griezelfans die een naargeestig sfeertje kunnen waarderen een des te meer welkome setting.

Na de openingsscènes komt het verhaal in het teken te staan van de geleidelijke ontrafeling van datgene wat er op het landgoed van de Witleys blijkbaar het daglicht niet kan verdragen. En regisseur Daniel Haller weet het een en ander dusdanig vorm te geven dat de nodige nieuwsgierigheid effectief wordt opgeroepen. Temeer wanneer duidelijk wordt dat Stephen tijdens zijn speurwerk wordt tegengewerkt door personen die weinig belang bij zijn activiteiten hebben. Dit resulteert in ontwikkelingen die naast de al genoemde ingrediënten op passende wijze bijdragen aan de licht duistere en onheilspellende sfeer die in deze productie aanwezig is: nachtelijk gedwaal, verschijningen achter de ruiten, onverwacht opduikende gestaltes, vleermuizen, enkele schrikeffecten, onbestemde geluiden, onmenselijk nachtelijk geschreeuw, de onduidelijke activiteiten die Nahum Witley in de kerkers van het kasteel uitvoert, het gevecht dat Stephen op het landgoed moet aangaan met een duidelijk mismaakt wezen, de in de broeikas aanwezige planten die over een eigen wil blijken te beschikken en Suzan aanvallen…. het wordt tegen de achtergrond van stijlvolle en met oog voor detail vormgegeven gotische decors allemaal netjes vormgegeven. Wel valt de, op enkele scènes na, de op meerdere onderdelen ingehouden aanpak op. Het gevolg is dat het niet overal even eng of beklemmend is, maar wel blijft het spannend en wordt de aandacht zonder veel moeite vastgehouden.

Toch wordt na verloop van tijd duidelijk dat de ontwikkelingen, in het licht van de latere oorzaken van de gebeurtenissen, niet altijd even geloofwaardig zijn. Ook komen de gebeurtenissen her en der wat warrig over en is het tempo, zeker in het middenstuk van deze film, wat laag. De film blijft wat te lang steken in het geven van te veel voortekens van naderend onheil. Ook de logica van de gebeurtenissen is soms wat al te ver te zoeken wanneer in een later stadium van deze productie de tot dan toe ingehouden aanpak wordt losgelaten en het een en ander in meer expliciete taferelen resulteert. Weliswaar ietwat overtrokken en wellicht ook wat te ongeloofwaardig vormgegeven, maar voor wat betreft de nodige actie aardig en onderhoudend. Mede door het lage budget gaat dit gepaard met niet bepaald overtuigende speciale effecten. Aan de andere kant draagt dit ook bij aan de charme die er van dit soort inmiddels gedateerde films uitgaat.

Horrorveteraan Boris Karloff geeft, in overeenstemming met de meestentijds ingehouden aanpak die deze productie kenmerkt, op overeenkomstig ingehouden wijze vakkundig gestalte aan de aan zijn rolstoel gebonden landgoedeigenaar Nahum Witley. Keurig werk ook van Nick Adams als Stephen Reinhart, de held in dit verhaal. Ook Suzan Farmer geeft Susan Witley aardig gestalte, hoewel haar personage wel wat te vaak onwetend is van alle vreemde zaken die zich op het landgoed hebben voorgedaan en het liefdesverhaaltje tussen haar en Stephen als vrij plichtmatig overkomt. Ook geslaagd werk van de in meerdere horrorfilms optredende Patrick Magee als de dorpsdokter en van Freda Jackson als de zich raadselachtig gedragende Letitia Witley, hoewel voor Magee de mogelijkheden worden beperkt door de korte schermtijd dat zijn personage krijgt en voor Jackson doordat haar personage zich meestentijds in de duisternis schuilhoudt.

Al met al is deze ‘Die, Monster, Die!’ een op meerdere fronten aardig uitgewerkte en onderhoudende horror/mysteriefilm. Duidelijk niet de beste ooit gemaakt, maar niettemin vooral qua sfeer meer dan geslaagd te noemen en daarom, wanneer de nodige ongeloofwaardigheden en het gebrek aan logica her en der op de koop wordt toegenomen, voor de liefhebbers van sfeervolle griezelfilms meer dan de moeite waard.

Frans Buitendijk