Dinosaurs Alive (2007)

Regie: David Clark, Bayley Silleck | 40 minuten | documentaire | Originele stemmencast: Michael Douglas

Natuurlijk, die titel, daar klopt geen hout van. Dinosaurussen leven niet meer. Daarnaast dekt de titel van deze oorspronkelijk voor IMAX-theaters gemaakte documentaire de lading niet helemaal: slechts in enkele scènes worden de indrukwekkende schepsels tot leven gewekt, maar die scènes zijn dus wel schaars. In ‘Dinosaurs Alive’ ligt de focus meer op de paleontologen en hun veldwerk. Niet dat dit niet interessant is, natuurlijk, maar het is wellicht wat misleidend voor de kijker die verwacht veel confrontaties met de imposante wezens die zoveel miljoenen jaren geleden onze aardbol bevolkten voorgeschoteld te krijgen. Het moet gezegd: de ontmoetingen die we dankzij deze IMAX-film krijgen, zijn de moeite waard. Het begint al goed met een gevecht tussen een Velocareptor en een Protoceratops. Wetenschappers hebben deze scène kunnen reconstrueren, omdat er in het echt botten zijn gevonden van deze twee dino’s, in precies die houding. Aangenomen wordt dat de dino’s in de Gobi woestijn aan het vechten waren toen zij door een zandstorm overvallen werden. Hierdoor zijn zij in die houding gestorven en door het zand zijn hun skeletten al die jaren bewaard, tot zij in 1971 gevonden werden. Een zeer bijzondere vondst!

Al even speciaal is de vondst van een seismosaurus, die met een lengte van zo’n 35 meter van neus tot puntje van zijn staart een van de grootste dinosaurussen is. Het schepsel werd geacht zo’n 30 ton te wegen (ongeveer evenveel als acht olifanten). Deze planteneter had bizar genoeg allemaal stenen in zijn maag. Met CGI wordt ook de seismosaurus omgetoverd tot een levend wezen, en speciaal voor de jeugdige kijkers laten de makers het dier nog iets lolligs doen…

De documentaire, met de vrij droge stem van Michael Douglas, behandelt voornamelijk twee gebieden: New Mexico en de Gobi woestijn in West-Mongolië: een mekka voor paleontologen, zo bleek al in 1920 toen de vooraanstaande ontdekker/avonturier Roy Chapman Andrews de eerste gemotoriseerde Aziatische expeditie op touw zette. De kamelen, die vooruit gestuurd werden met voedsel en benzine, bleken nog nuttig op een andere manier: hun vacht bleek ideaal als verpakkingsmateriaal voor de delicate vondsten die het expeditieteam deed (waaronder de allereerste dinosauruseieren). Andrews heeft naar verluidt model gestaan voor het hoofdpersonage uit de Indiana Jones films. De korte zwartwit filmpjes die Andrews aan het werk tonen zijn alleen al uit historisch oogpunt van grote waarde. Mike Novacek en Mark Norell zetten sinds 1990 het werk van Andrews voort.

Het tweede deel van de documentaire richt zich op een expeditie in New Mexico, waar we student-paleontologen in het droge zand aan het werk zien met schoppen en later kwastjes. Sterling Nessbitt, Alan Turner en Amy Balanoff vinden onder leiding van Novacek en Norell de oudste dinosaurus ooit gevonden in Amerika. Het monnikenwerk dat er aan voorafgaat roept zonder meer bewondering op. Het gebied is, naast de Gobi woestijn dus, een van de plaatsen ter aarde waar het goed toeven is als geïnteresseerde in het vinden van dinofossielen. ‘Dinosaurs Alive’ laat ons weten dat er tot het maken van de film slechts twee procent van de soorten dinosaurussen ontdekt zijn: een feit dat je doet duizelen.

Al met al is ‘Dinosaurs Alive’ een interessante documentaire. Uiteraard is enige interesse in het onderwerp wel vereist. De kans bestaat dat de film voor dinosauruskenner niet veel nieuws onder de zon heeft te bieden en voor de CGI-beelden hoef je deze docu niet per se te kijken. Maar voor het jeugdige publiek en mensen die zich graag willen verdiepen in dinosaurussen en de nieuwste theorieën hieromtrent, is ‘Dinosaurs Alive’ een prima startpunt.

Monica Meijer