Dog Pound (2010)

Regie: Kim Chapiron | 91 minuten | drama | Acteurs: Adam Butcher, Shane Kippel, Mateo Morales, Slim Twig, Taylor Poulin, Dewshane Williams, Lawrence Bayne, Trent McMullen, Jeff McEnery, Bryan Murphy, Michael Morang, Clayton Joseph, Alexander Conti, William Christopher Ellis, Michael States Jr.

Drie jonge snaken met heel wat op hun kerfstok worden verplicht om hun leven te verbeteren en het juiste spoor terug te vinden. Butch, Angel en Davis zijn ondanks hun nog jonge leeftijd absoluut geen lieverdjes. Hun wapenfeiten spreken dan ook voor zich: geweld, carjacking en drugsbezit. Maar zelfs achter de tralies is het moeilijk om in de pas te lopen.

In de jeugdgevangenis van Envola Vale heerst een soort van pikorde. Iedere inmate beslist zelf waar zijn plaats in de troep is. Maar zoals de drie nieuwelingen al snel ervaren, kan een bepaalde status niet verkregen worden zonder slag of stoot. ‘Dog Pound’ wijkt nergens af van de standaardvoorschriften van de gevangenisfilm. Een genre op zich dat helaas stilletjes aan het doodbloeden is. De cipiers zijn gemeen, de medegevangenen zijn gewelddadig en het eten is niet te vreten. Alle clichés zitten opgesloten tussen vier muren. Het onberispelijk acteergedrag van de jonge protagonisten en een vakkundige regie kunnen niet verhullen dat deze prent weinig meerwaarde biedt.

Als pure, spannende gevangenisfilm schiet ‘Dog Pound’ dus schromelijk tekort, het is allemaal al eens eerder gedaan, maar ook als milieuschets missen we iets. Vooral enige duiding bij de achtergrond van de boefjes. Buiten hun namen en misdaden komen we bitter weinig te weten over hun beweegredenen. We worden dan ook gedwongen om koel te observeren en kunnen bijgevolg moeilijk inschatten of ze nu een product van hun omgeving of gewoon kleine etters zijn. Dit gegeven speelt toch een belangrijke rol in de manier waarop de kijker de spilfiguren zal benaderen.

Verder stellen we ons ook vragen bij de rol van de cipiers. Wilde regisseur Kim Chapiron zijn ongenoegen uiten over het systeem? Feit is dat de ordehandhavers er bijzonder bekaaid vanaf komen. Als er een geweldsdelict gebeurt zijn ze nooit in de buurt of staan ze er met hun neus bovenop maar reageren doen ze bijna altijd te laat. Op het belachelijke af. Een wat povere benadering als je het ons vraagt. Misschien dat het systeem criminelen baart maar de jeugddelinquenten zijn zelf ook verantwoordelijk voor hun verblijf in de gevangenis waar het haantjesgedrag meestal gewoon doorgaat. Vandaar dat een grondige schets een iets genuanceerder beeld had opgeleverd.

In het einde laat Chaprion dan wel weer een weliswaar pessimistische maar ook eerlijke visie optekenen: éénmaal in de cirkel van geweld gestapt is het bijzonder moeilijk om er terug uit te raken.

Jochem Geelen