Dossier K. (2010)

Regie: Jan Verheyen | 110 minuten | thriller | Acteurs: Koen De Bouw, Werner De Smedt, Blerim Destani, Hilde De Baerdemaeker, Filip Peeters, R. Kan Albay, Jappe Claes, Marieke Dilles, Greg Timmermans, Sven De Ridder, Ryszard Turbiasz, Kushtrim Sheremeti, Johan van Assche, Katelijne Verbeke

Vincke en Verstuyft – in Vlaanderen zijn ze net zo bekend als Vledder en De Cock. Het rechercheurduo werd gecreëerd door auteur Jef Geeraerts en speelde de hoofdrollen in tal van zijn misdaadromans. Het kon natuurlijk niet uitblijven dat deze succesvolle boeken verfilmd zouden worden en in 2003 was daar dan ‘De zaak Alzheimer’, geregisseerd door de alom geprezen Erik Van Looy. Die film was een doorslaand succes: meer dan 750.000 mensen gingen, alleen al in Vlaanderen, naar de bioscoop op de avonturen van Vincke en Verstuyft te zien. Daarmee werd het een van de bestbezochte Vlaamse films aller tijden. In 2009 verscheen de tweede verfilming, ‘Dossier K.’. Hoewel het aanvankelijk de bedoeling was dat Van Looy ook deze film zou regisseren, haakte hij om contractuele verplichtingen af. Wel bleef hij als co-scenarist bij het project betrokken. De regie kwam in handen van Jan Verheyen, bekend van de thriller ‘Vermist’ (2007). In zijn handen is de nadruk meer op actie en spektakel komen te liggen. Want als ‘Dossier K.’ ergens in uitblinkt dan is het wel in het schetsen van een bikkelharde onderwereld waar de kogels je om de oren vliegen.

‘Dossier K.’ opent met een afrekening binnen de Albanese onderwereld in Antwerpen. Zodra Nazim Tahir (Blerim Destani) vanuit Albanië verneemt dat zijn vader in de Belgische havenstad is vermoord door leden van de rivaliserende Gaba- clan, zint hij op wraak. De kanun, een eeuwenoud Albanees gewoonterecht, verplicht hem zelfs tot bloedwraak. Hij reist af naar Antwerpen en duikt onder in de schemerige wereld rond het Falconplein, waar zijn peetvader Prenk Shehu (R. Kan Albay) de touwtjes in handen heeft. Commissaris Vincke (Koen De Bouw) wordt met zijn maatje Verstuyft (Werner De Smedt) op de zaak gezet maar staat niet te springen om zich te begeven in het wespennest van de Albanese misdaadclans, dat hermetisch is afgesloten. De Albanezen, gehard door de burgeroorlog in hun land, zijn geen gemakkelijke jongens. Al snel blijkt dat de moord op Nazims vader past in een ruimer plaatje: het onderzoek van procureur Marcel Bracke (Jappe Claes) naar de wapenhandel van de Gaba-clan. Voor zij echter in actie kunnen komen, is Nazim al begonnen met het opruimen van de mannen die de dood van zijn vader op hun geweten hebben…

Het recept is simpel: men neme een doortastende en eigengereide politiecommissaris en zette hem op een complexe moordzaak. Voeg daarbij een jonge sidekick die de grappen zo uit zijn mouw weet te schudden, een knappe toegewijde agente (Hilde De Baerdemaeker) voor wie de commissaris warme gevoelens koestert en een wat sullige maar uiterst ijverige assistent (Greg Timmermans) die hem van allerlei nuttige informatie weet te voorzien. Uiteraard is de toplaag van justitie niet altijd even betrouwbaar en ligt de idealistische commissaris regelmatig met zijn superieuren in de clinch. Het is het standaardrecept voor elke willekeurige politieserie op televisie. ‘Baantjer’, ‘Flikken’ – allemaal werken ze volgens een bepaald stramien. ‘Dossier K.’ wijkt daar niet van af. Sterker nog: de clichés komen stuk voor stuk allemaal voorbij. De schimmige informanten uit de onderwereld, de onnozele gangsterliefjes, noem het maar op. Deels zorgt dat uiteraard voor de herkenbaarheid. Aan de andere kant zou het juist eens leuk zijn wanneer hier van afgeweken wordt. Zeker als je een film maakt die de uitstraling heeft alsof hij in Hollywood gemaakt is.

Want één ding is zeker: Verheyen heeft zijn uiterste best gedaan om indruk te maken – en dan vooral op het visuele vlak. De steenharde actiescènes zijn ongekend voor Vlaamse en Nederlandse begrippen. Met name de scène in Hotel Miami, waar de Gaba-clan de voortvluchtige Nazim op de hielen zit, bruist van de adrenaline. De spanning is regelmatig om te snijden en dat is toch waar het om draait in policiers. ‘Dossier K.’ heeft bovendien het geluk dat Koen De Bouw zo’n prettige hoofdrolspeler is, die de sympathie van de kijker zonder enige moeite voor zich weet te winnen. Zijn team komt jammer genoeg minder goed uit de verf (De Smedt is slechts zelden écht grappig en de romance met De Baerdemaeker is wel érg knullig uitgewerkt). Daarentegen zijn Destani, Albay en Claes gelukkig wél in vorm. Waar de film echter vooral onder te lijden heeft is zijn gebrek aan diepgang. Het verhaal blijft aan de oppervlakte en dat geldt ook voor de karakters (op enkele uitzonderingen – Vincke, Nazim – na). Nergens weet Verheyen dieper te gaan. Dan kan het allemaal nog zo professioneel gemaakt zijn, als een film de juiste snaar niet weet te raken, blijft het publiek toch met een grote leegte achter.

Wie zegt dat ‘Dossier K.’ simpelweg een extra lange uitzending van ‘Flikken’ is, doet deze productie tekort. Visueel is deze thriller indrukwekkend en er wordt zeker niet onaardig geacteerd. De film probeert het gat op te vullen tussen de spijkerharde politieserie en de gelaagde, spannende misdaadfilm, maar slaagt daar maar ten dele in. Hou je van actie, dan kun je eens lekker gaan zitten voor deze naar Hollywood-maatstaven gefilmde thriller: als een hevige, kortstondige adrenalineshot. Niets mis mee, maar hou er rekening mee dat je de film ook zó weer vergeten bent. Het geraamte ziet er puntgaaf uit, maar er zit helaas te weinig vlees aan de botten. Hoe zou Erik Van Looy het toch hebben aangepakt…?

Patricia Smagge

Waardering: 3

Bioscooprelease: 3 juni 2010