Downhill (1927)

Regie: Alfred Hitchcock | 82 minuten | drama | Acteurs: Ivor Novello, Robin Irvine, Isabel Jeans, Ian Hunter, Norman McKinnel, Annette Benson, Sybil Rhoda, Lilian Braithwaite, Violet Farebrother, Ben Webster, Hannah Jones, Jerrold Robertshaw, Barbara Gott, Alf Goddard, J. Nelson

‘Downhill’ is de tweede keer – na ‘The Lodger’ – dat tv-ster Ivor Novello de hoofdrol speelde in een film van Alfred – the master of suspense – Hitchcock. Van suspense is echter weinig sprake, helaas, en ook de dramatiek die de basis moet zijn voor de film is slechts marginaal effectief. Gelukkig dat Novello nog enig charisma heeft en – belangrijker – dat Hitchcock nog wat interessante visuele touches toont, want anders zou deze film geen enkele waarde hebben bezeten.

Wat precies de bedoeling is van de film of wat nu de centrale emotie zou moeten zien die los moet komen bij de kijker, is niet helemaal duidelijk. Het Novello-personage is loyaal ten opzichte van zijn vriend door de schuld op zich te nemen van iets wat hij niet heeft gedaan, zodat de studiebeurs van de vriend geen gevaar loopt. Zijn eigen familie heeft geld – zoals te zien in de via handige verticale composities getoonde beelden van het statige huis en interieur van de ouders – dus hij kan het zich veroorloven. Natuurlijk komt uiteindelijk alles goed, maar om nu te zeggen dat dit betekent dat een dergelijke loyaliteit te prijzen is, is de vraag. Novello heeft zichzelf nu toch een tijd lang in het verderf geholpen en er had zich een pijnlijke breuk gevormd met zijn vader.

Verder is het niet zo dat Novello nu buitengewoon sympathiek overkomt en dat de kijker vreselijk met hem te doen heeft. Hij is eerder een sul, die zich laat gebruiken en niet alle kansen grijpt die hem gegeven worden. Natuurlijk wil de kijker dat het goed met hem afloopt, maar er wordt niet bepaald materiaal getoond waarbij je op het puntje van je stoel zit. En niet alles is zo “downhill” als wordt gesuggereerd. Hij wordt verliefd, trouwt en erft nota bene veel geld van een tante. Dat hij zich vervolgens weer laat gebruiken door zijn vrouw en de meeste mensen om hem heen moet hij dan toch zelf ook in de hand hebben gehad. Misschien is dat wel de boodschap? Dat je je rug moet rechten en niet over je moet laten lopen. Maar ook in dat geval is er geen genoegdoening aan het eind ten opzichte van de schuldigen.

Dat het een tragisch verhaal moet zijn, zoals ook de titel suggereert, is in ieder geval duidelijk, want Hitchcock toont verschillende visuele metaforen die de mentale (en sociale) staat van Novello laat zien: lang aangehouden shots waarin Novello – vaak met gebogen hoofd – afdaalt, met bijvoorbeeld een lift of een roltrap. Aangezien het drama met betrekking tot het hoofdpersonage niet altijd overkomt, is het maar gelukkig dat er af en toen ook nog wat humor in de film zit, zoals wanneer de concurrent van Novello om de gunsten van zijn vrouw(in spe) zichzelf verraad doordat hij steeds moet niezen, wanneer hij zich in de slaapkamerkast van de vrouw probeert te verbergen.

Ook is het gebruik van eerste persoons-shots in de laatste scènes van de film, wanner Novello al ijlend op een boot wordt gedragen en later over de straten van Londen naar huis zwalkt, interessant. Hitchcock houdt deze shots vrij lang aan, waar hij in zijn vorige productie, ‘The Lodger’, hier nog maar kort mee experimenteerde (toen tijdens een [bijna-]kus, de lippen van de agent/vriend wel heel dicht op de camera[lens] afkwamen). In de scènes op straat combineert hij deze techniek met overlappende, over elkaar heen gelegde shots, waar hij in de rest van de film ook regelmatig gebruik van maakt. Het zijn dit soort filmische momenten die de film toch bij tijd en wijlen nog boeiend weten te maken. Als er nu ook nog een soundtrack bij de dvd zou zitten, zou het ook nog iets kunnen schelen – nu is de film ook echt volledig stil – maar inhoudelijk en qua sfeer gezien is er helaas weinig te beleven met ‘Downhill’.

Bart Rietvink