Drácula (1931)
Regie: George Melford | 104 minuten | horror | Acteurs: Carlos Villarías, Luypita Tovar, Barry Norton, Pablo Álvarez Rubio, Eduardo Arozamena, José Soriano Viosca, Carmen Guerrero, Amelia Senisterra, Manuel Arbó, Geraldine Dvorak, Cornelia Thaw, Dorothy Tree
Deze ‘Drácula’ uit 1931 van regisseur George Melford is, naast Tod Brownings klassieker ‘Dracula’ uit hetzelfde jaar, Universals Spaanstalige versie van Bram Stokers boek over de bloeddorstige graaf Dracula. De onvermijdelijke vraag die zich aandient is welke van de twee in kwalitatief oogpunt als de beste aangemerkt kan worden.
Het verhaal in Melfords versie is, afgezien van enkele te verwaarlozen verschillen, identiek aan dat in Brownings versie. Qua verhaal heeft Melfords versie dan ook niet veel nieuws te bieden. Ook de sets zullen de kenners van ‘Dracula’ bekend voorkomen. De Spaanstalige cast had de beschikking over dezelfde sets als de Engelstalige, dit houdt dus in dat we de verschillende personages in dezelfde omgevingen zien verschijnen om hun rol te vervullen. Wat, afgezien van andere acteurs en een andere gesproken taal, al snel het meest opvalt zijn de afwijkende camerahoeken die in ‘Drácula’ worden gehanteerd. Op zich natuurlijk geen probleem, het is altijd interessant om Universals Draculaverhaal vanuit andere gezichtshoeken verteld te zien worden.
Verder vallen er in de Spaanstalige versie wat interessante vondsten op die sprekender overkomen dan in Brownings Engelstalige tegenhanger. Illustratief voorbeeld is de camera die zich langzaam over de kasteeltrap naar graaf Drácula beweegt wanneer hij zijn intrede in het verhaal doet. Een andere leuke vondst is de rook die uit graaf Drácula’s kist tevoorschijn komt als hij eruit opstaat. Vondsten die in de Engelstalige versie niet voorkomen maar die Drácula’s kwaadaardigheid in eerste instantie wel beter weten te benadrukken. Ook in andere scènes valt, opnieuw mede door het gebruik van de camera, op dat de Spaanse versie de Engelse in technisch opzicht herhaaldelijk voorbij weet te streven. De reden hiervoor is wellicht dat de Spaanse cast ‘s nachts de scènes filmde die de Engelstalige cast overdag had gefilmd, maar de Spaanse cast het voordeel had om de Engelstalige scènes eerst te bekijken en daardoor mogelijkheden genoeg had om de nodige verbeteringen in hun versie aan te brengen.
Toch zien we andere elementen uit de Engelstalige versie op gelijk wijze terugkomen: de grootse en weidse gebaren die herhaaldelijk in het verhaal voorkomen en de overacting waaraan deze en gene zich schuldig maakt… het zijn punten waarop de Spaanstalige versie niet of niet al te veel beter weet te scoren dan de Engelstalige. Daarnaast vallen enkele veelbetekenende minpunten des te meer op. Om te beginnen is Melfords versie een klein half uur langer dan die van Browning, iets wat voor de vertelling van dit verhaal niet echt nodig is. Sommige scènes en verhaallijnen komen dan ook onnodig lang of uitgerekt over, iets wat in vergelijking met het snellere tempo van Brownings versie in nadelige zin uitpakt voor Melfords film.
De grootste opvallende verschillen, en tevens datgene wat voor de meeste horrorfans in kwalitatief oogpunt de doorslag zal geven, zit hem echter in de vertolkingen van de hoofdrolspelers. In Brownings ‘Dracula’ vertolkte Bela Lugosi de rol van de bloedzuigende graaf. Lugosi bereikte er wereldfaam mee en zijn plaats in de horrorfilmhistorie als een van de weinige echte Dracula’s is ermee verzekerd. Voor Carlos Villarías als graaf Drácula is dat niet het geval. De reden is dat Villarías duidelijk niet over het charisma beschikt dat Lugosi als Dracula wel heeft, hoewel gezegd moet worden dat Lugosi ook de gelegenheid heeft gehad om op het toneel zijn optreden als graaf Dracula te vervolmaken. Werd er daarnaast in ‘Dracula’ al volop gebruik gemaakt van Lugosi’s gezichtsuitdrukkingen om de slechtheid van de graaf tot uiting te laten komen en te benadrukken, Villarías gooit er nog een paar schepjes bovenop. Met de beste bedoelingen weliswaar, maar wel wat teveel van het goede. Zijn kwaadaardige, minachtende, onheilspellende en van wellustige bloeddorst bezeten blikken komen in combinatie met de close-ups van zijn starende ogen te vaak dusdanig overtrokken en tegen het karikaturale aan over dat ze een averechts effect hebben en onbedoeld eerder op de lachspieren werken dan dat ze een bijdrage leveren aan de dreiging die er van graaf Drácula uit zou moeten gaan. Niet iets wat bij Lugosi bepaald het geval is en dat er ook toe bijdraagt dat Villarías optreden verbleekt bij dat van Lugosi.
Daarnaast valt het optreden van Pablo Álvarez Rubio als Renfield op, evenals het optreden van Dwight Frye als Renfield in ‘Dracula’ dat doet. Hoewel qua gezichtsuitdrukkingen in ‘Dracula’ Frye nog meer opviel dan Lugosi zelf, Lugosi’s optreden als de bloeddorstige graaf overvleugelen was er niet bij. Hoewel Rubio’s optreden wellicht wat te hysterisch en te theatraal is vormgegeven en Frye’s meer ingehouden en subtielere aanpak niet weet te evenaren, speelt ook Rubio in ‘Drácula’ een glansrol, en wel in zoverre dat het voor een groot deel Rubio’s optreden is dat de show steelt en ook herhaaldelijk Villarías optreden als de bloedzuigende graaf overschaduwd. Naar alle waarschijnlijkheid zijn dan ook Lugosi’s en Frye’s optreden in vergelijking met dat van Villarías en Rubio de redenen geweest dat Tod Browning’s Engelstalige versie als een Dracula-klassieker de geschiedenis in is gegaan en dat Melfords ‘Drácula’ veelvuldig als een soort curieus bijproduct is bestempeld. Aardige optredens niettemin van de overige betrokkenen bij deze productie. Lupita Tovar weet als Eva een levendiger en sensueler personage neer te zetten en haar ook meer diepgang te geven dan Helen Chandler dat in ‘Dracula’ als Mina doet. Hetzelfde geldt voor José Soriano Viosca die in zijn bezorgdheid voor zijn dochter overtuigender overkomt dan Herbert Bunston in de Engelstalige versie. Eduardo Arozamena levert als de vampierjager Van Helsing een vergelijkbaar optreden af als Edward Van Sloan. Hetzelfde geldt voor Barry Norton als Juan Harker in vergelijking met David Manners’ Jonathan Harker, hoewel de laatsten vooral opvallen door dezelfde vlakheid en kleurloosheid die er in de beide verfilmingen aan het personage Harker kleven.
Het bovenstaande resulteert al met al in een Draculaverfilming die het voor de meeste Draculafans niet zal halen bij Tod Brownings Engelstalige klassieker en ook niet dezelfde bekendheid geniet. Daarentegen is vaak genoeg de mening verkondigd dat Melfords versie wel degelijk superieur is aan die van Browning. Reden genoeg dus om, ook vanuit horrorhistorisch oogpunt, naast Brownings ‘Dracula’ ook deze Spaanstalige ‘Drácula’ de moeite van het bekijken meer dan waard te maken.
Frans Buitendijk