Drunken Master – Jui Kuen (1978)

Regie: Woo-Ping Yuen | 111 minuten | actie, komedie | Acteurs: Jackie Chan, Siu Tien Yuen, Jang Lee Hwang, Ching Chiang, Ging Man Fung, Hsia Hsu, Chiao Lin, Linda Lin, Ying Li, Chen Tien Loong, Dean Shek, Fu Tsan Shih, Kien Shih, Casanova Wong, Pan Pan Yeung, Brandy Yuen, Shun-Yee Yuen

Een klassieker uit de jaren zeventig in het kung fu-genre, met een jonge Jackie Chan in de hoofdrol. Deze film wordt, samen met de iets eerder uitgebrachte ‘Snake in the Eagle’s Shadow’ (‘Se ying diu sau’, 1978), beschouwd als de doorbraak van Jackie Chan.

Jackie Chan speelt hier de rol van de legendarische volksheld Wong Fei-Hung, hier in vertaling “Freddy” genoemd. Wong was in zijn jonge jaren volgens deze film nogal een onbezonnen wildebras, dit tot wanhoop van zijn vader Wong Kei-Ying oftewel “Robert”. De bijbehorende arrogantie komt de jonge Wong echter te duur te staan. Weliswaar verslaat hij een slechterik op de plaatselijke markt, maar als als hij een mooi meisje probeert te verleiden, krijgt hij haar moeder op zijn dak. Hoewel zijn kung fu heel behoorlijk is, weet de oudere vrouw hem flink af te tuigen. Bij thuiskomst blijkt de vrouw zijn tante te zijn, wat Wong’s vader in woede doet uitbarsten. Tot overmaat van ramp komt de vader van de verslagen slechterik, Mr Lin, op dat moment verhaal halen. Uiteraard is dit aanleiding tot meer vechtscènes. Maar uiteindelijk wordt Wong jr., mede op voorspraak van zijn tante, weggestuurd. Hij moet een jaar in de leer bij zijn oom So Hai (“Sam Seed”), die hem discipline en een nieuwe kung fu stijl te leren.

So Hai wordt gespeeld door Siu Tien Yuen, een Hong Kong film-veteraan, die een jaar later zou overlijden. Hij was tevens de vader van regisseur Woo-ping Yuen, in het Westen bekend van films als ‘The Matrix’ en ‘Kill Bill’. Sommige scènes waarvoor de bejaarde niet atletisch genoeg meer voor was, werden door Woo-ping of diens broer overgenomen.

De plot van de film is niet noemenswaardig en de enige voortgang die in het “verhaal” zit, dient om een volgende geweldig gechoreografeerde vechtscène te kunnen tonen. Gaandeweg de film moet Wong het dan ook opnemen tegen schurken met illustere namen als “Ironhead” en “King of Bamboo”. Uiteindelijk moet hij zijn vader redden en zijn eigen eer opvijzelen door het (wederom) op te nemen tegen de gevreesde huurmoordenaar “Thunderleg” (Jang Lee Hwang). Deze laat zien dat de foute jaren 70 kapsels ook niet aan het Oosten zijn voorbijgegaan.

Naast de wervelende en spectaculaire martial arts die de film zo bijzonder maken, zijn er ook staaltjes van geslaagde en minder geslaagde humor. De slapstick waar Jackie Chan zo’n fan van is, is hier af en toe wel erg flauw, al zitten er ook enkele grappige momenten in. Dat er nauwelijks budget voor handen was, is absoluut niet storend en geeft het geheel een zekere charme mee. Wat voor de kijker die geen Cantonees verstaat wel heel storend is, is de ondertiteling. Er staan tal van stijlfouten in de Nederlandse tekst en soms staat er gewoon “sic” in de ondertiteling en ontbreekt elke vertaling van wat er op het scherm gezegd wordt. Erg slordig en onnodig, wat wel wat van het kijkplezier wegneemt.

Voor wie houdt van kung fu films en de capriolen van Jackie Chan, is ‘Drunken Master’ zeker een aanbeveling. In 1994 kwam er een vervolg op de film uit, getiteld ‘Drunken Master 2’, waarin Jackie Chan opnieuw de hoofdrol speelt.

Hans Geurts