Duel to the Death-Xian si jue (1983)

Regie: Siu-Tung Ching | 87 minuten | actie, drama | Acteurs: Norman Chu, Damian Lau, Flora Cheung, Paul Chang, Mang-Ha Cheng, Hsiu-hsien Chiang, Shan Chin, Shou-fu Chin, Kwok Choi Hon, Lueng Shing Hung, Eddy Ko, Yeong-Mun Kwon, Chi-Ho Lau, Yat Fan Lau, Kin-sang Lee, Shing-hung Leung, Huang-Hsi Liu, Long Mang, Chuen Hing Tam, Wilson Tong, Fat Wan, Casanova Wong, Stephan Yip

Een jonge shaolin-krijger en meester in de kung fu is klaar om zijn vleugels uit te slaan en zich te meten met andere traditionele vechtsporters. Een duel met een Japanse ninja moet uitsluitsel geven wie van de twee de beste vechter is. Aanvankelijk leven ze ook op persoonlijk vlak op gespannen voet, maar geleidelijk aan beginnen de twee een groot respect voor elkaar te krijgen. In de tussentijd beraamt een onbekende partij, gekenmerkt door een groot aantal in het zwart opererende harakiri-ninja’s, een plot tegen de twee strijders.

Wat onmiddellijk opvalt aan ‘Duel to the Death’ is de grote schoonheid van de enscenering. De bladeren aan de bomen tonen een grote variëteit aan kleuren. De originele kledij is van een fraaie effectiviteit. Het gevoel voor detail is groot. Die knappe cinematografie staat in zijn geheel in dienst van de authenticiteit. De tempels, landschappen en overige mise-en-place zijn ontegenzeggelijk herkenbaar. Het is het Azië dat we kennen van vroeger. Een land waar de natuur nog een grote rol speelt. Het brengt een nostalgisch verlangen met zich mee, maar het geeft ook ruim baan aan de mythes, vertellingen en parabellen van toen. De bijbehorende fantasie komt daarbij in de spotlichten te staan. Als toeschouwer kijk je niet vreemd op van de onnatuurlijke handelingen en gebeurtenissen die over het scherm vliegen.

Maar waar het natuurlijk om gaat in dit type films zijn de vechtpartijen. De gevechtschoreografieën zijn van een hoog niveau. In ‘Duel to the Death’ zijn niet alleen tweegevechten te zien, maar ook meer omvangrijke knokpartijen. In dat soort scènes raakt het overzicht vaak snel kwijt, maar hier zijn de schermutselingen dankzij effectief licht- en kleurgebruik opvallend overzichtelijk. Daarbij komt het gebruik van wire-fu, een stijltechniek die personages in staat stelt om niet alleen op de grond, maar ook in de lucht te vechten. Door dunne draden omhoog gehouden lijkt het alsof de zwaartekracht geen rol van betekenis speelt. Het is een techniek die bijvoorbeeld later veel werd gebruikt in het populaire ‘Crouching Tiger, Hidden Dragon’ (Ang Lee, 2000). Daarmee is ‘Duel to the Death’ een geschiedkundig belangrijke schakel tussen de klassieke kung fu-film en de meer technologisch geavanceerde genrefilms die later verschenen.

Uit alles blijkt dat ‘Duel to the Death’ met liefde voor de Aziatische martial arts gemaakt is. Door de verschillende vechtdisciplines met elkaar te vergelijken, worden niet alleen de onderlinge verschillen en overeenkomsten duidelijk, maar wordt ook evident waar ze precies voor staan. De filosofieën achter de martial arts worden zo op subtiele wijze geïmpregneerd in het verhaal. Daarnaast gaat de film niet alleen over het verschil tussen vechttheorie en praktijk, maar ook tussen Japan en het Aziatische vasteland. De post WO II rancune jegens de Japanners is voelbaar, maar ook de eerbiediging voor de gedeelde cultuur is duidelijk waarneembaar.

De mystiek van de personages, de setting en de heerlijk geconstrueerde gevechten blijven de gehele film intact, waardoor ‘Duel to the Death’ ondanks een mager plot toch onderhoudend blijft, ook doordat bittere ernst en droge humor hand in hand samen gaan. Wanneer een film met liefde gemaakt wordt, is dat altijd terug te zien in  het eindresultaat.

Wouter Los

Waardering: 4