Dwaalgast (2021)
Regie: Coen Eigenraam, Jeroen van ’t Hullenaar | 22 minuten | korte film, fantasie, drama | Acteurs: Bas Keijzer, Julien Croiset
De korte film ‘Dwaalgast’ houdt het midden tussen een kleinschalige fantasiefilm en een fabel over de meedogenloosheid van de voortschrijdende tijd. Bas Keijzer speelt een stamelende man met bolhoed uit een ongewisse tijd die eens in de zoveel tijd aandoet bij een groot landhuis omgeven door mistige weiden. Daar brengt hij bezoekjes aan een oude vriend (Julien Croiset onder dikke make-up), die Reigerman heet, want hij is noch reiger, noch man. Reigerman is een beetje blijven steken in het veranderingsproces. De twee praten in vage termen over iets dat al heel lang dwarszit tussen de vrienden. Overigens moeten de vreemde vogel en de vergeetachtige man met bolle hoed wel opschieten met de toenadering, want laatstgenoemde is langzaam in het grote niets aan het oplossen.
‘Dwaalgast’ is een sferische korte film met niet alleen fictieve elementen maar ook authentieke beeldfragmenten uit een ver en archetypisch Nederlands verleden. Alsof er stokoude 15 millimeter filmpjes van een onbekende Hollandse familie ergens zijn geritseld. Deze filmelementen zijn subtiel door elkaar gemonteerd en creëren als geheel een aangenaam dromerig effect. Daarnaast is de conversatie tussen de twee heertjes rafelig, deels archaïsch en daarom af en toe moeilijk te volgen. Hoewel je het niet op de soundtrack hoort, lijkt ‘Dwaalgast’ nog wel het meest qua toon en inhoud op een nummer van het Nederlands muziekensemble Spinvis. Evenals bij de muziek van Spinvis kun je bij ‘Dwaalgast’ weg fantaseren, ervan alles in zien, zoals twee wezens die vanuit het dodenrijk terugkijken op zoiets fragiels en ongrijpbaars als het verleden.
‘Dwaalgast’ is een productie die waarschijnlijk met vrij beperkte financiële middelen is opgenomen. Dat zie je er soms net iets te goed aan af, maar dit heeft ook zijn charme. Het lijkt opgenomen in een oude verlaten kelder behuisd met spullen die van talloze vlooienmarkten komen. Hier een doorgezakte stoel, daar een stuk oud papier, hier loszittende kasten en daar nog wat vergeelde foto’s. Al die ouwe troep ademt een authentieke en mysterieuze sfeer uit. Bovendien zitten er een paar geinige montagefoefjes in ‘Dwaalgast’, die de aankomende vergetelheid benadrukken. Leuk om dit soort filmische experimenten te zien, vaak meer eigen aan korte dan aan langspeelfilms.
Af en toe zijn de Reigerman en zijn verdwijnende vriend nogal breedsprakig en worden ze statisch in beeld gebracht, alsof ze op het toneel staan. Dit is duidelijk met een reden, of toch een stijl waar de twee makers, Coen Eigenraam en Jeroen van ’t Hullenaar bij ‘Dwaalgast’ voor kozen. Hoewel dit werkt voor zo’n korte film, kan je hiermee wel eens je eigen ramen ingooien bij een langere productie. Het ondermijnt soms al de potentiële kracht van ‘Dwaalgast’, maar op grotere schaal kan dit snel eentonig worden.
Al met al is ‘Dwaalgast’ een moedige poging om meer surrealisme te injecteren in Nederlandse films. Het intieme filmpje laveert tussen de kunstige films van Jean Cocteau, vooral zijn au sérieux werk als ‘Orphée’ (1950), en de meer luchtige films van Terry Gilliam, zoals zijn oudere film ‘Time Bandits’ (1981). Dit zijn nogal namen, maar wie weet ontspruit er ooit een groot magisch realistisch filmwerk aan de Lage Landen. Er zijn in ieder geval genoeg Nederlandse en Vlaamse literaire bronnen om uit te putten. De filmstijl van de twee jonge makers is wel in die mate eigengereid dat het best nog eens op weerstand kan gaan stuiten in het van realisme doordrongen Nederlands filmlandschap. Laat maar komen die eigenzinnigheid!
Roy van Landschoot
Waardering: 3.5
Speciale vertoning: Nederlands Film Festival 2021