Dying Breed (2008)

Regie: Jody Dwyer | 88 minuten | thriller, horror | Acteurs: Nathan Phillips, Leigh Whannell, Bille Brown, Mirrah Foulkes, Melanie Vallejo, Ken Radley, Elaine Hudson, Sheridan Harvey

Wat is het toch met stelletjes in horrorfilms? Altijd gaan ze maar op vakantie naar de meest onverstandige bestemmingen. Ook de twee koppels in ‘Dying Breed’ vormen hierin geen uitzondering. Zij besluiten naar de onherbergzame woestenij van de Australische binnenlanden te gaan, op zoek naar een tijger die al enkele decennia uitgestorven zou moeten zijn. Tja… dan vraag je er ook om.

Toch zijn het niet de tijgers waarvoor onze geliefden moeten uitkijken. Je wist het niet, maar de Australische bossen zitten vol met kannibalen! Als we de film mogen geloven is het vooral in Tasmanië niet veilig sinds begin negentiende eeuw. Toen ontsnapte de geflipte crimineel Pearceman aan zijn bewakers en stichtte er een moordlustige clan, klaar om alles op te vreten wat op hun pad komt. Wat volgt zal geen verrassing zijn: angstige achtervolgingen, afgekloven ledematen en nachtelijke besluipingen vormen schering en inslag.

Toch is dit allemaal niet zo spannend als het klinkt, want ondanks dat je als kijker deze ontwikkelingen al mijlenver ziet aankomen – je wist immers van tevoren al dat dit een film over kannibalen ging worden – hebben de schrijvers ervoor gekozen het mysterie langzaam op te bouwen. Dat betekent dat je de eerste drie kwartier van de film naar weinig anders zit te kijken dan de jacht op de Tasmaanse tijger en het ontzettend vervelende gedrag van yup Jack, de man met wie niemand ooit op vakantie zou willen in het echt. Van die laatste moet overigens wel gezegd worden dat acteur Nathan Phillips hem overtuigend neerzet, want Jack haalt inderdaad het bloed onder je nagels vandaan.

Als ruim over de helft de actie dan toch eindelijk losbarst lijken de schrijvers niet goed te weten welke kant ze met de film op willen. Er wordt een poging gedaan een mysterie op te bouwen rondom de verdwijning van Nina’s zus, maar dit komt slechts in vlagen voorbij. Op andere momenten doet de film zijn best om een Australische ‘The Hills Have Eyes’ te zijn, waarbij mysterie wordt afgewisseld met expliciet geweld. Alhoewel de vergelijking met voorgenoemde film en soortgenoten als ‘The Texas Chainsaw Massacre’ duidelijk is, mist de film de shockerende werking van die titels. Vooral omdat de lat tegenwoordig wat hoger ligt, wil men het publiek echt met een naar gevoel naar huis sturen. Dat hebben films als ‘Martyrs’ en ‘The Children’ wel laten zien. ‘Dying Breed’ is daarvoor teveel fictie. Het idee dat het ‘maar’ een film is, wordt nooit echt doorbroken.

Betekent dat, dat ‘Dying Breed’ een slechte film is? Zeker niet, want qua sfeer is de film goed geslaagd. De Australische landschappen lenen zichzelf uitstekend voor een film als dit en over het algeheel is er veel aandacht besteed aan de grimmige decors en personages in de film. Van tijd tot tijd wordt er een zeer onbehaaglijk gevoel opgeroepen bij de aanblik van de verrotte huisjes en enge praktijken die worden gesuggereerd. Het is alleen zo dat sfeer niet genoeg is, de film ontbeert een spannend verhaal en ontwikkelingen om deze te ondersteunen.

‘Dying Breed’ valt daarmee een beetje in de middenmoot. Het is een goed verzorgde horrorfilm, die past in de recente opleving van grimmige films die aansluiting zoeken bij de realiteit. Helaas komt het verhaal niet helemaal uit de verf – met name het einde lijkt een beetje afgeraffeld – en duurt het soms te lang voordat de volgende wending komt. Toch toont ook deze film aan dat de horrorfilm weer springlevend is en nakomelingen schept over de hele wereld. Alhoewel dit nog niet dé film is die Australië terug op de kaart gaat zetten, maakt het wel duidelijk dat ook dat gedeelte van de wereld in de gaten moet worden gehouden.

Sander Colin