E la nave va (1983)

Regie: Federico Fellini | 132 minuten | drama, geschiedenis, muziek | Acteurs: Freddie Jones, Barbara Jefford, Victor Poletti, Peter Cellier, Elisa Mainardi, Norma West, Paolo Paoloni, Sarah-Jane Varley, Fiorenzo Serro, Pina Bausch, Pasquale Zito, Linda Polan, Philip Locke, Jonathan Cecil, Maurice Barrier, Fred Williams, Elisabeth Kaza, Colin Higgins, Umberto Zuanelli, Claudio Ciocca, Antonio Vezza, Alex Parexano

Het gaat meer om de reis ernaartoe dan om de uiteindelijke bestemming. Voor de films van Federico Fellini geldt dat misschien nog wel meer dan voor wie dan ook. Zijn vaak plotloze films kenmerken zich door een bonte stoet aan gebeurtenissen en visueel spektakel, die meestal zo overdonderend zijn dat een daverende ontknoping niet eens meer nodig is. Over het algemeen worden de beginjaren van de illustere Italiaanse filmmaker als zijn beste gezien, maar ook in de tweede helft van zijn carrière maakte hij nog enkele hoogstandjes. ‘Amarcord’ (1973) mag daarvan dan wellicht de bekendste zijn, ook ‘E la nave va’ uit 1983 mag er zijn. In deze film – die wat structuur betreft veel weg heeft van ‘Amarcord’ – is de kijker getuige van de beslommeringen van een verzameling steenrijke Italianen op een luxe passagiersschip, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog.

In de zomer van 1914 verlaat het schip, de Gloria N., de haven van Napels. Aan boord bevinden zich niet alleen representanten van de Italiaanse aristocratie, maar ook politici, zakenmannen, operazangers en andere extravagante en puissant rijke types. Doel van de reis is om de as van de onlangs overleden operazangeres Edmea (Janet Suzman) te vervoeren naar haar geboorte-eiland Erimo, alwaar deze zullen worden uitgestrooid. Aan boord is ook Orlando (Freddie Jones), een stevig drinkende journalist die fungeert als alwetende verteller en de kleurrijke gasten aan de kijker voorstelt. Terwijl zich buiten een oorlog ontpopt, is daar op de Gloria N. niets van te merken; er wordt gezongen, gedanst, gefeest, gegeten en gedronken. De stemming slaat om wanneer een kapitein een groep Servische drenkelingen redt. Hun aanwezigheid wordt door de aristocraten niet op prijs gesteld, omdat ze hen ruw wakker schudden uit hun droomwereld. Al weet Fellini het zelfs in ongemakkelijke situaties luchtig te houden.

Het schip is natuurlijk een metafoor voor een tijdperk dat op zijn einde loopt. Fellini bekijkt de aristocraten, die hun koppen in het zand steken voor de realiteit, zowel bewonderend als kritisch. Zijn film neemt geen stelling ten opzichte van politieke gebeurtenissen – dat doet Fellini eigenlijk zelden en hoef je ook niet van hem te verwachten. Het verhaal is bij hem meestal ondergeschikt. In plaats daarvan schotelt de Italiaanse maestro ons een fraai visueel spektakel voor. Het begint al gelijk goed, met een subtiele ode aan de ‘stomme’ film bij aanvang van ‘E la nave va’. Vervolgens weet hij een sfeer te schetsen zoals weinig andere filmmakers hem na kunnen doen. De extravagante types die meevaren, de absurdistische situaties waarin zij belanden en de even schitterend als bizar vormgegeven scènes. De muziek – in dit geval klassieke opera van onder anderen Verdi, Strauss en Tsjaikovski – dragen uiteraard bij aan de sfeer. Ook humor neemt een belangrijke rol in. Uiteraard wordt de ijdelheid van de aristocraten en kunstenaars op de hak genomen. Een prachtige scène is die waarin operazangers om de buurt ‘strijden’ om de gunsten van het scheepspersoneel, maar zo zijn er meer van die kleine pareltjes.

‘E la nave va’ is Fellini ten voeten uit en een van de minder bekende hoogtepunten uit zijn (latere) oeuvre. Natuurlijk zijn er kleine minpuntjes; de alwetende verteller in de vorm van de journalist had bijvoorbeeld niet gehoeven en iets meer structuur zou de film echt geen kwaad doen. Maar dat zijn slechts kleine smetjes op een verder erg fraai ‘hoofdstuk’ uit het toch al fraaie levenswerk van Federico Fellini.

Patricia Smagge