Earth vs. the Flying Saucers (1956)

Regie: Fred F. Sears | 83 minuten | horror, science fiction | Acteurs: Hugh Marlowe, Joan Taylor, Donald Curtis, Morris Ankrum, John Zaremba, Thomas Browne Henry, Grandon Rhodes, Larry J. Blake, William Woodson, Fred Aldrich, Holly Bane, Nicky Blair, Charles Evans, Paul Frees, Duke Green

In de jaren 50 van de 20e eeuw vierde het science fiction genre hoogtij vanwege de Amerikaanse angst voor het communisme en het atomaire tijdperk. Hier is het gevaar afkomstig van buitenlandse wezens die de mensheid met hun snode plannen komen lastig vallen. Een maar al te bekend recept dat meerdere geslaagde films uit deze jaren heeft opgeleverd.

De toon wordt snel gezet, op niet mis te verstane wijze. Beelden van de ruimte, straaljagers, vliegtuigen en vooral veel vliegende schotels. Met de beelden van de talrijke bij een onderzoeksbureau ondervraagde getuigen en de begeleidende voice-over wellicht een beetje overmatig vormgegeven wellicht, maar het schept wel direct een unheimische sfeer van aanwezige buitenaardse machten die in al hun schijnbare oppermachtigheid het luchtruim beheersen en waar, in het geval van kwade bedoelingen, niet veel tegen in te brengen lijkt.

Het een en ander wordt snel duidelijker wanneer de buitenaardse bezoekers op een Amerikaanse ruimtebasis landen. Door de aanwezige militairen wordt direct het vuur op hen geopend. Wellicht niet zo netjes als het enkel zou gaan om bezoekers die contact proberen te leggen. Maar natuurlijk blijkt een en ander gerechtvaardigd te zijn wanneer we de boodschappen horen van de buitenaardsen. Die ‘… survivors of a disintegrated solar system …’ zijn en die de aarde aan slavernij willen onderwerpen. Nogal simpeltjes, maar het sluit effectief genoeg elke twijfel uit aan de identiteit van de vijanden in dit verhaal. Van hen gaat de nodige dreiging uit door het vertoon van superieur wapenmateriaal dat ze ertegen aangooien. Toch speelt de verschijning van de buitenaardsen een relatief kleinere rol dan wellicht verwacht zou worden. Gedurende een minstens zo lange tijd zijn we getuige van de pogingen van de wetenschappers in het verhaal om een manier te vinden om de buitenaardsen te stoppen. Dit wordt wel tussentijds afgewisseld met beelden van de vernielingen die door hen aangericht worden. En deze aanpak is genoeg om gedurende de gehele speelduur een voortdurende achtergronddreiging te bereiken en vast te houden die er van de vijandige en schijnbaar emotieloze buitenaardsen uitgaat. Ze kunnen met hun superieur wapentuig overal opduiken. In hun pakken en in hun denken en redeneren komen de buitenaardsen over als een soort robots en zien ze er in hun houterig voortbewegen ook als zodanig uit. En wanneer ze van hun pakken ontdaan zijn, stralen ze genoeg sinisterheid uit om ze tot weinig welkome gasten te bestempelen.

Daarnaast gaan ze er, wanneer de strijd eenmaal goed en wel losbarst, flink tegenaan. Het zorgt in de gevechten tussen de aardbewoners en de buitenaardsen – in het licht van die tijd bezien – voor de nodige geslaagde speciale effecten van rondvliegende schotels en vernielingen en verwoestingen die aangericht worden. Deze effecten maken een groot deel van het entertainment van deze film uit. Een vliegende schotel die de hal van een station komt binnenvallen, schotels die op gebouwen neerstorten, exploderende schotels en gebouwen, hittestralen die de buitenaardsen afvuren… het zijn deze en andere beelden die geslaagd zijn weergegeven en voor de liefhebbers van science fiction films uit deze jaren de moeite waard zijn. Op zich, naar hedendaagse maatstaven althans, ook weer niet altijd even overtuigend – met name bij het instorten van gebouwen gebeurt de ineenstorting maar al te duidelijk al wat te haperend en vallen de brokstukken met een niet al te natuurlijke snelheid naar beneden – maar het draagt op die manier juist bij aan de charme die er van science fiction films uit deze jaren uitgaat. Standaard ingrediënt is ook nu dat de buitenaardsen geduchte tegenstanders zijn dus confrontaties en daarbij gepaard gaande leuke beelden zijn er genoeg. Daarmee geeft deze film een leuke mix van horror en science fiction, complete met her en der de typische en herkenbare jarfen 50 sci-fi bliepjes en toontjes.

Minpuntjes zijn wat onvolkomenheden in het verhaal. De buitenaardsen gaan bij de keuze van hun doelwitten niet echt strategisch te werk en geven de mensheid wel veel tijd om een wapen tegen hen te ontwikkelen. Dat verloopt dan ook wel wat erg vlotjes. Ook blijken ze in hun pakjes erg kwetsbaar te zijn, iets dat gezien hun technologische kennis en hun gebruik van electronische schilden toch wel wat beter had gekund. Ook andere twijfelachtigheden zijn er wel te bespeuren. Maar goed, het maakt de nodige aansprekende beelden wel des te meer mogelijk, en daarmee draagt het wederom bij aan het vermaak dat er geboden wordt. Het acteerwerk van de diverse betrokkenen is leuk, niet al te opvallend maar degelijk genoeg voor de boodschap die er van dit soort films uitgaat. Een verdienstelijk optreden van Hugh Marlowe als Russel Marvin die door de de buitenaardsen als boodschapper wordt gebruikt en later in de strijd tegen hen voorop loopt. Ook degelijk werk van Joan Taylor als Russels vrouw Caroll en netjes werk van de overige castleden. Het maakt ‘Earth vs. the Flying Saucers’ tot een geslaagde film voor de liefhebbers van klassieke horror/sci-fi produkties. Het is niet een van de meest opvallende films uit deze jaren, maar wel een die een goede mix van spanning, science fiction en horror te bieden heeft. Een aanrader dus voor de fans van jaren 50 science fiction/horror klassiekers.

Frans Buitendijk