Een nacht in de dierentuin – Night of the Zoopocalypse (2024)

Recensie Een nacht in de dierentuin CinemagazineRegie: Ricardo Curtis, Rodrigo Perez-Castro | 91 minuten | animatie, familie, actie | Nederlandse stemmencast: Sanne Bosman, Simon Zwiers, Ewout Eggink, Wiebe-Pier Cnossen, Joey Schalker

Een meteoor landt op aarde en laat een virus los dat de dieren van Colepepper Zoo verandert in kwijlende zombiemutanten. De Zoopocalyps is hier en ze zou wel eens echt het einde kunnen aankondigen. Niet per se het einde der tijden of dat van dierentuinen (die blijven vooralsnog gespaard), maar van de animatiefilm. ‘Een nacht in de dierentuin’ is overweldigend. Té overweldigend. Dat hoeft niet noodzakelijk iets negatiefs te betekenen. Zeker niet voor een film die een gevoel van ineenstorting tracht over te brengen. Maar als tussen de chaos van kleuren, cuts en klanken ook nog een boodschap over samenwerking gelezen moet worden, wordt het wel moeilijk. De boodschap die echt overkomt is eerder die van mediale afbrokkeling en zombificatie van de toeschouwer. Enkele (animatie)filmprocedés worden zo hoog opgedreven, dat ze hypnotiseren. Gloeiende ogen krijgt men ervan. Net als de gemuteerde beestenboel.

In de premisse doet ‘Een nacht in de dierentuin’ sterk denken aan het videospel ‘Zoochosis’, een spel dat vooral bekoort met inventieve mengwezens zoals vliegende pinguïns en giraffen met spinnenpoten. De film lijkt hier notie van genomen te hebben, maar blijft, wellicht om een kinderpubliek niet af te schrikken, duidelijk braver in de uitvoering. Er is echter een nog veel grotere beïnvloeding van het videospel. De te overwinnen of ontwijken zombiedieren presenteren zich steeds één voor één en in steeds groteren getale of massa met een reusachtige ‘eindbaas’ op het einde. Maar die eindbaas is geen antagonist die de helden persoonlijk uitdaagt. De bergleeuw, die dat narratief hiaat moet opvullen, is een te doorzichtige antiheld om echt spanning op te bouwen. Zo voelt de dierentuin al snel aan als een soort ‘open world’, waarin de personages het gevaar lijken op te zoeken, eerder dan dat het gevaar hen achternazit. Met onverschilligheid van de kijker tot gevolg.

Ook de zuiver filmische middelen overdrijven. De montage is te snel. De kleuren zijn te fel. De muziek is te schel. De snelle cuts, groen-paarse neon-esthetiek en technomuziek, maken van de film een ware koortsdroom. En dat zou kunnen werken voor een zombiefilm. Ware het niet dat die overweldigende videoclipstijl de spanning afbouwt. Er is geen tijd voor spanning. De gemuteerde dieren bijten iedereen en alles alvorens de kijker ook maar de tijd heeft gehad om te zien wie wat bijt. Met de acht (!) hoofdpersonages is ook geen tijd om een emotionele band op te bouwen. Te weinig leren ze elkaar kennen. Zodra ze een zombie hebben ontweken, duikt daar binnen de seconde uit het niets alweer een nieuwe op. Door die snelheid verliest de film vrijwel onmiddellijk z’n horroreffect. En daarvan zou ‘Een nacht in de dierentuin’ het nochtans moeten hebben, want de enige komedie die ontstaat, bestaat slechts uit de chaos van onoverzicht waarmee de film overrompelt.

Het best werkt ‘Een nacht in de dierentuin’ nog als een soort uit de hand gelopen kinderkauwgomreclamevideo voor Halloween. De film is eigenlijk niet meer dan z’n premisse. Vermakelijk voor een paar minuten, tot duidelijk is wat er gebeurt. Nooit echter meeslepend. Daarvoor is het veel te repetitief en voorspelbaar. En bovendien ook te zelfbewust. Een maki met een Frans accent die op een of andere manier in z’n verblijf kennis van horrorfilms heeft opgedaan, voelt steeds de nood om nog voor elke plotontwikkeling de aanstaande gebeurtenissen van een pseudo-ironisch commentaar te voorzien. Dat soort metareferentiële overbodigheden snapt geen kind. En zo rukt de film – deze keer wellicht niet zelfbewust – de vraag op: Wat willen we onze kinderen laten zien? Willen we hen iets bijbrengen of iets doen voelen? Willen we ze iets laten zien of willen we ze simpelweg laten kijken? ‘Een nacht in de dierentuin’ houdt alvast hun zintuigen bezig met klanken en kleuren. Misschien wel tot ze veranderen in kwijlende zombiemutanten met gloeiende ogen.

Arthur Vandermoere

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 20 februari 2025