Election 2 – Hak se wui yi wo wai kwai (2006)

Regie: Johnnie To | 95 minuten | actie, drama, misdaad | Acteurs: Louis Koo, Simon Yam, Nick Cheung, Cheung Siu Fai, Ka Tung Lam, Suet Lam, Tian-lin Wang, Ping-Man Tam, Mark Cheng, Yong You, Siu-Pang Chan, Mo-Hau Cheung, Andy On, Yue-Tong Pan

‘Election 2’ is het vervolg op de Hong Kong hit ‘Election’ van regisseur Johnnie To en borduurt op dezelfde onderwereldpolitiek door als zijn voorganger. Het is een kundig geregisseerde en geacteerde film over de Chinese maffia dat vooral de koele, berekenende karakters van de betrokkenen verbeeldt en daarnaast de kijker trakteert op een aantal memorabele set pieces.

To wilde een realistisch beeld geven van deze wereld in plaats van een meer kijkvriendelijk gestructureerde actiethriller als het populaire ‘Infernal Affairs’. Wat niet betekent dat ‘Election 2’ te hoogdrempelig is voor de gemiddelde bezoeker. Voor de liefhebber van achterbaks geplot, schokkende geweldsscènes en mooi geregisseerde confrontaties, valt er genoeg te genieten. Het is alleen dat de betrokkenheid van de toeschouwer bij de personages nihil zal zijn, vanwege de verwerpelijkheid van hun acties.

Nu kunnen schurken best nog als mens identificeerbaar blijven voor de toeschouwer wanneer er enige morele aspecten van een persoonlijkheid in tact blijven. Zaken als loyaliteit, het vooropstellen van familie, of het in stand houden van bepaalde erecodes. Dit soort aspecten maakt dat we in bijvoorbeeld ‘The Godfather’-films, waar To duidelijk door geïnspireerd is, toch vaak met de Corleones blijven meeleven, ondanks hun gruweldaden. In ‘Election 2’ is dit element vrijwel afwezig. Het gaat, in ieder geval bij hoofdpersonage Jimmy, puur om eigen gewin. Interessant is wellicht dat hij, net als Don Vito, niet meer in de maffia wil plaatsnemen om zo een legitieme zakenman te worden, geleidelijk de illegale inkomsten van zijn cd-piraterij wit wassend. Maar zijn bereidheid om letterlijk over lijken te gaan, van vrienden en familie, om maar zijn eigen portemonnee goed gevuld te houden, houdt de interesse van de kijker toch louter klinisch van aard.

Hoewel dit niet een heel groot probleem is – immers, de fascinatie om de dingen waartoe deze mensen in staat zijn blijft de gehele film aanwezig – het zorgt wel voor een zekere onverschilligheid bij de kijker. Ook is de verhaallijn als zodanig ook niet bijzonder origineel of verrassend. De machtsspelletjes in deze film hebben we al vele malen eerder, en soms beter, gezien. De uniekheid zit hem dan in de uitvoering en de details. Dat een genoemde verklikker zonder pardon het hoekje om wordt geholpen mag geen verrassing heten: de manier waarop wél. De sequentie waarin de vermaledijde vriend van Jimmy eraan moet geloven zorgt wel degelijk voor onrust in de kijker. Dit geldt ook voor de scène waarin enkele personen levend plaats moeten nemen in dezelfde doodskist; een scène die van humor overgaat in afgrijzen en later weer in humor. En wat te denken van een gevangenis waarin de inzittenden stil worden gehouden door de agressieve hond waaraan ze met een ketting vastzitten. Deze beesten blijken wel heel bijzonder voedsel voorgeschoteld te krijgen: gepureerd mensenvlees van een gevangene die niet genoeg meewerkte.

Maar ook minder gore scènes blijven je als kijker bij, zoals de wijze waarop een Marlon Brando-achtige godfather onschadelijk wordt gemaakt, terwijl zijn chihuahua hulpeloos moet toekijken. Het is de wijze waarop dit soort scènes is georkestreerd, alsmede de (zwarte) humor en schokkende momenten, die de kijker alert houden wanneer het verhaal of de onsympathieke personages hem in slaap dreigen te sussen. Inhoudelijk krijgt de film nog wel een interessant staartje wanneer de juiste machtsverhoudingen pas écht goed duidelijk worden, maar of dit, tezamen met de individuele geneugten van de film, genoeg is voor de gemiddelde kijker om laaiend enthousiast de zaal te verlaten, valt te bezien.

Bart Rietvink