Elle s’appelle Sabine (2007)

Regie: Sandrine Bonnaire | 85 minuten | documentaire | Met: Sabine Bonnaire

‘Elle s’appelle Sabine’ is een indringende documentaire die de Franse actrice Sandrine Bonnaire maakte over haar jongere zusje Sabine, die sinds haar jeugd ‘anders is dan anderen’. Een meevoelend verslag van een gang langs klinieken, afgewisseld met vrolijke homevideo’s van vroeger. Hoewel de titel erg bescheiden klinkt, is de (inhoud van de) film des te indrukwekkender.

Sandrine Bonnaire heeft met deze film tijdelijk haar acteren opgeschort en ingeruild voor een rol als documentairemaakster. De film begint met opnamen van haar zusje Sabine, die in een verzorgingshuis woont. Sabine woont nu in een liefhebbende omgeving, maar heeft daarvoor jaren in heel andere instellingen gezeten. In een veel te laat stadium werd voor haar de diagnose ‘autisme’ gesteld. Als gevolg daarvan is Sabine op 28-jarige leeftijd opgenomen in een instituut en daar vijf jaar lang verkeerd behandeld met als resultaat een dramatisch verslechterde motoriek en vermindering van begripsvermogens. Daarvoor kon zij, met de beperkingen die er toen al waren, een grotendeels normaal leven leiden.

Op school werd Sandrine’s zusje ‘Gekke Sabine’ genoemd, zoals kinderen wreed en onbarmhartig kunnen omgaan met andere kinderen die zich een beetje anders gedragen. Sabine verliet toen het gewone onderwijs voor het buitengewoon onderwijs. Zij kon destijds nog zelfstandig functioneren, ging op reis en had een eigen leven. Het was een vlotte jonge vrouw, muzikaal en ze kon prachtig piano spelen. De foutieve behandelingen gedurende vijf jaar in een instelling hebben de balans dramatisch doen omslaan. In een film die regelmatig heen en weer gaat in tijd wordt op indringende wijze inzichtelijk gemaakt wat die gevolgen zijn. Sabine is – mede door het veelvuldig gebruik van sterke medicatie – erg zwaar geworden en in zich zelf gekeerd. Tegelijkertijd kan zij erg impulsief en onbeheerst reageren en dan hard uithalen naar haar verzorgers en medepatiënten.

We volgen Sabine in gesprekken met haar zuster, maar ook voortdurend in haar dagelijkse leefsituatie waarin zij met verzorgenden en medepatiënten op stap gaat. In een zeer openhartige benadering krijgen wij inzicht in de niet geringe dagelijkse problematiek van medewerkers in zo’n verzorgingshuis. Hoe zwaar en bewonderenswaardig is hun taak en met welk een liefde en inzet begeleiden zij deze patiënten. Hoewel niet met die opzet gemaakt, breekt de film dan ook een lans voor al die mensen in de gezondheidszorg, maar vooral voor hen die in deze specifieke situaties werken. Een behoorlijke opgave, die de steeds weer terugkerende discussie over de ‘hoogte’ van hun beloning weer eens navrant inzichtelijk maakt. Een zware taak rust op deze – vaak frêle – schouders.

Door fraaie overgangen met oude privéopnames uit betere tijden is de film ook ‘vrolijk’ van toon gebleven en is de somberheid niet overheersend. Die oude opnamen zijn een probaat middel, de zware thematiek blijft behapbaar en ook de aandacht blijft gevangen. Naast de opnamen van Sabine zijn er gevoelvolle gesprekken met de moeder van een zwaar epileptische jongen, die bij Sabine in de groep zit. De zorg voor ‘wat als zij er straks niet meer is’ weegt zwaar voor haar en zij voelt zich – tegen beter weten in – toch schuldig aan zijn ziekte. Tegelijkertijd zien wij de emotionele zwaarte van het beroep van de verzorgenden en het beroep dat de patiënten op hun familie doen. In een hartverscheurende scène zien we Sabine kijken naar oude opnames van een reisje met haar zuster Sandrine naar New York. Bijna onbeheerste emoties schijnen los te komen, ze huilt hard, maar later blijken dit vreugdetranen te zijn. Ook intieme en gevoelige onderwerpen als de kinderwens van Sabine komen openhartig aan de orde.

De documentaire viel al enkele malen in de prijzen. Zo kreeg deze in Cannes 2007 bij het Quinzaine des Realisateurs de prijs van de Internationale Filmkritiek (FIPRESCI) en bij het Festival International du Film Francophone de Namur (=Namen) de Speciale Prijs van de jury/Publieksprijs beste documentaire.

De regisseur heeft de valkuil weten te vermijden er op basis van een meelijwekkend beeld een makkelijke tranentrekker van te maken om zo het publiek te ontroeren. Met een realistische en ingetogen benadering heeft zij op objectieve wijze een indringende, maar ook gevoelvolle schets gegeven. De persoonlijke waardigheid is volledig overeind gebleven. Sober en intiem gefilmd, geen moment voyeuristisch of (ver)oordelend, de tragiek is er niet minder om. Een persoonlijk getint document humain van grote klasse. Absolute aanrader!

Rob Veerman

Waardering: 4

Bioscooprelease: 11 september 2008