En fanfare (2024)
Regie: Emmanuel Courcol | 103 minuten | komedie, drama | Acteurs: Benjamin Lavernhe, Pierre Lottin, Sarah Suco, Jacques Bonnaffé, Clémence Massart-Weit, Anne Loiret, Mathilde Courcol-Rozès, Yvon Martin, Isabelle Zanotti, Nicolas Ducron, Charlie Nelson, Marie-José Billet, Antonin Lartaud, Rémi Fransot, Johnny Montreuil, Johnny Rasse, Gabrielle Claeys, Annette Lowcay, Jean-Luc Lebacq, Joël Lebacq, Stéphanie Cliquennois, Lulu Lomendie, Rui-Mickaël Dias, Nathalie Desrumaux, Kodgo Epaminondas, Olivier Brabant, Jean-Baptiste Giezek, Mathieu Guégan, Guillaume Vanstavel, Marie Baudry, Saverio Maligno, Anne-Sophie Delcour, Ludmila Mikaël, Anne-Sophie Lapix
Er zijn maar weinig talen zo universeel als de taal van muziek. Het is natuurlijk een dooddoener van jewelste, maar muziek verbindt. Waar ter wereld je ook opgroeit, de taal van muziek spreken we allemaal. Muziek overstijgt muren en grenzen, zowel zichtbare als onzichtbare. Met een instrument kun je onuitgesproken gevoelens vertalen en uitdrukken; een huilende gitaar echoot de emoties van de muzikant die hem bespeelt, rechtstreeks vanuit zijn ziel. Muziek speelt een cruciale rol in de Franse feelgoodfilm ‘En fanfare’ (2024), de vierde speelfilm van Emmanuel Courcol. Net als in zijn vorige film, ‘Un triomphe’ uit 2020, is kunst de lijm die mensen die op het eerste gezicht veel van elkaar verschillen, aan elkaar verbindt. Draaide het toen om een acteur die met een groep gedetineerden aan de slag ging om een toneelstuk op te voeren, in ‘En fanfare’ bindt hun gedeelde passie voor muziek twee van elkaar vervreemde broers weer samen, met een even wrange als hartverwarmende climax tot gevolg.
De film opent in een concertzaal, waar de gerenommeerde dirigent Thibaut (Benjamin Lavernhe) tijdens een repetitie plots in elkaar zakt. In allerijl wordt hij naar het ziekenhuis gebracht, waar de meedogenloze conclusie luidt dat hij aan leukemie lijdt en ten dode is opgeschreven als hij niet snel een beenmergdonor weet te vinden. Thibaut polst zijn zus Rose (Mathilde Courcol-Rozès), maar onderzoek wijst uit dat zij genetisch geen match is. Een oude beerput gaat open, want Thibaut ontdekt dat hij is geadopteerd en dat er ergens in Frankrijk nog een broer van hem rondloopt van wiens bestaan hij nooit geweten heeft. Hij besluit hem op te sporen en vindt zijn jongere broer Jimmy (Pierre Lottin, ook te zien in ‘Un triomphe’) in het armoedige uiterste noorden van Frankrijk. Hij had niet meer van hem kunnen verschillen. Waar Thibaut in een kansrijk, intellectueel en stads milieu opgroeide en zich in de hogere sociale kringen ophoudt, werkt de weerbarstige Jimmy al vanaf zijn tienerjaren in een fabriek in Walincourt en slijt hij zijn zuurverdiende centen in de dorpskroeg. Het contact tussen deze twee tegenpolen verloopt in eerste instantie moeizaam. Het ijs smelt pas als ze ontdekken dat er één ding is dat ze gemeen hebben (naast hun genetisch materiaal), en dat is hun liefde, passie en talent voor muziek. De liefde van Jimmy uit zich in zijn toewijding aan de plaatselijke fanfare, waar hij de trombone bespeelt. Als de fanfare plots zonder dirigent komt te zitten, geeft Thibaut zich op als vervanger, om zo de verloren tijd met zijn broer te kunnen inhalen.
Adoptie, een dodelijke ziekte én een hernieuwde zoektocht naar zijn identiteit; de arme Thibaut wordt weinig drama bespaard. Courcol (die tevens medeverantwoordelijk is voor het scenario) weet die loodzware thema’s echter op een lichtvoetige manier in zijn verhaal te verweven, zonder afbreuk te doen aan de ernst van de situatie. Want de klok tikt voor Thibaut onverbiddelijk door. ‘En fanfare’ snijdt een aantal interessante sociale thema’s aan. In hoeverre hebben de omstandigheden waarin je opgroeit invloed op hoe je je uiteindelijk ontwikkelt (het bekende aanleg versus opvoeding-debat)? En rond het thema adoptie is natuurlijk ook een aantal ethische vragen te stellen. Thibaut worstelt enerzijds met zijn ziekte, die als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd hangt, maar anderzijds wordt de grond onder zijn voeten weggetrokken als hij verneemt dat hij geadopteerd blijkt te zijn. Daardoor belandt hij in een identiteitscrisis en zoekt hij antwoorden op vragen als: waar kom ik vandaan, wie ben ik eigenlijk en waarom werden mijn broertje en ik uit elkaar gehaald toen we klein waren?
Daarnaast wil hij de verloren tijd met Jimmy zo goed en zo kwaad als het gaat zien in te halen én vindt hij het moeilijk om te aanvaarden dat Jimmy niet dezelfde kansen in het leven heeft gekregen als hij. Die worsteling stuurt het verhaal enkele zijweggetjes in, waaronder een waarbij Jimmy auditie doet voor een rol in een prestigieus orkest en de deelname van de fanfare van Walincourt aan een groot concours. Het zijn zijpaadjes die niet per se storen, maar wel afleiden van waar het hier echt om gaat: de band tussen de twee broers en de muziek die hen als een soort lijm aan elkaar verbindt. Courcol was zo slim om de échte leden van de fanfare van Walincourt te casten in de bijrollen, wat de film authentiek en oprecht maakt. De professionele acteurs in de hoofdrollen passen naadloos in deze groep en de beste scènes zijn die waarin de hogere en lagere cultuur (want daar staan Thibaut en Jimmy per slot van rekening symbool voor) de handen ineenslaan en samen laten zien welke magie er vrijkomt als je samen muziek maakt. Een synergie die op prachtige wijze tot een climax wordt gebracht, waarbij het moeilijk is de wangen droog te houden!
De contrasten tussen de twee van elkaar vervreemde broers zijn misschien weinig subtiel, maar Courcol en de beide hoofdrolspelers weten er wel twee innemende, aansprekende en authentieke personages van te maken waar je om gaat geven. De emoties voelen oprecht aan en dat is wat je uiteindelijk raakt aan deze film. ‘En fanfare’ is ondanks zijn zware thema’s een vlot wegkijkende feelgoodfilm die waarschijnlijk alleen de allergrootste zuurpuim onberoerd zal laten.
Patricia Smagge
Waardering: 4
Bioscooprelease: 13 maart 2025