Evangelion: 2.22: You Can (Not) Advance – Evangerion shin gekijôban: Ha (2009)

Regie: Masayuki, Kazuya Tsurumaki, Hideaki Anno | 112 minuten | actie, drama, animatie | Originele stemmencast: Megumi Hayashibara, Maaya Sakamoto, Kôichi Yamadera, Yûko Miyamura, Kotono Mitsuishi, Megumi Ogata, Tomokazu Seki, Fumihiko Tachiki, Akira Ishida, Junko Iwao, Takehito Koyasu, Yuriko Yamaguchi, Mugihito, Hiro Yuuki, Miki Nagasawa, Tetsuya Iwanaga, Motomu Kiyokawa

Voor de leken onder ons is ‘Evangelion 2.22’ een (deels) onbegrijpelijk verhaal, vol met gewichtige, filosofische uitspraken, referenties aan onbekende personages, en gebeurtenissen binnen een mondiale politieke context die op zijn zachtst gezegd wazig is. Tegelijkertijd is het niet moeilijk om toch de filmwereld ingezogen te worden door de spectaculaire, kleurrijke luchtgevechten, het gedetailleerde (straat)beeld van een toekomstig Tokyo, de opzwepende muziek, de (waarschijnlijk) interessante relaties in de film en de hints die er zijn naar diepere, psychologische lagen. Zowel voor de fan als de nieuwkomer is er dus voldoende te beleven.

“Neon Genesis Evangelion” is een Anime-serie die in 1995 het levenslicht zag en ontsproten is uit het brein van Hideaki Anno. Het verhaal speelt zich af in 2015, nadat een meteorietinslag een groot deel van de wereldbevolking uitroeide, en een nieuw Tokyo (“Tokyo-3”) aangevallen wordt door buitenaardse monsters, Angels genaamd. De organisatie NERV bouwt speciale, naar de menselijke vorm gemodelleerde superrobots – Evangelions – die, bestuurd door tienerkinderen, de enige verdediging vormen tegen de bedreiging van de Angels. De serie werd – voorlopig – afgerond met de films ‘End of Evangelion’ (1997) en ‘Death and Rebirth’ (2002) maar hierna hebben de makers besloten om een complete remake van de serie, in filmvorm, te produceren, bestaande uit vier delen. Het eerste deel, ‘Evangelion: 1.0. You Are (Not) Alone’ verscheen in 2007, met wisselende reacties, en in 2009 verscheen het vervolg: ‘Evangelion 2.0: You Can (Not) Advance’.

In vergelijking met de eerste film, biedt deel 2 niet alleen meer visueel vuurwerk, maar is er ook inhoudelijk meer interessants aan de gang. Tenminste, als we de kenners mogen geloven. De wilde Asuka laat hier een andere kant van haar persoonlijkheid zien, en ook de andere personages krijgen wat meer facetten, hoewel het (nog) wat ver gaat om het echt over diepgang of goed ontwikkelde personages te hebben. Natuurlijk moeten de vier films uiteindelijk ook als één geheel bekeken worden, maar als kijker krijg je in ieder geval al het gevoel dat de personages complexer zijn dan ze hier soms in letterlijke zin laten zien. De moeilijke relatie tussen Shinji en zijn vader – waarbij Shinji vooral op waardering en acceptatie wacht, maar zijn vader zich onbegrijpelijk koud opstelt en zelfs het leven van zijn zoon in de waagschaal stelt – is potentieel voer voor psychologen, en ook de opmerking van Asuka dat ze zich alleen maar echt goed op haar gemak voelt wanneer ze zich in een Eva bevindt, intrigeert en smeekt om meer verdieping.

Het gaat ook om het basale thema van seksuele ontluiking, waar alle tieners mee te maken krijgen, en dat ook een belangrijke rol speelt in de oorspronkelijke serie. Shinji valt in dit verhaal met zijn neus in de boter, aangezien hij met wel drie welgevormde jongedames te maken krijgt. Asuka moet zelfs noodgedwongen bij hem intrekken en Shinji krijgt haar op een zekere ochtend zelfs naakt te zien, wanneer ze onbezonnen uit de douche stapt (voor de kijker op zijn “Austin Powers'” in beeld gebracht door voorwerpen op strategische plekken voor haar lichaam te plaatsen). Het zorgt voor veel vlinders in buiken en rooie oortjes, maar uiteindelijk blijft het allemaal vrij braaf en is de manier waarop ze affectie tonen (door voor elkaar te koken) zelfs schattig en traditioneel (Japans) te noemen.

Hoewel de situaties zelf vaak vanuit een thematisch oogpunt gerechtvaardigd kunnen worden, moet toch ook gezegd dat de makers het soms niet kunnen laten om de vrouwelijke vormen en lichaamsdelen te benadrukken, vanuit een persoonlijke, “esthetische” voorkeur. In sommige shots stelt de camera zich wel erg opvallend vanuit een voyeuristisch oogpunt op, en zelfs in de dialoog komt deze fascinatie terug. (Zo zegt Asuka wanneer ze een “Eva-“pak aanprobeert: “Het past gelukkig goed, op alle plekken” [waarna haar aanzienlijke boezem in beeld wordt genomen]). Het is geen enorm probleem, maar het is wel een beetje jammer dat dit aspect – behoorlijk cliché in Anime – er ook weer bij moet komen.

De banale, hormonale verwikkelingen en wat slapstickachtige scènes van de film lijken een sterk contrast te vormen met de spetterende geweldsballetten in de lucht, in ieder geval qua toon, maar inhoudelijk gezien zijn er uiteindelijk wel verbanden. Gevoelens en karaktereigenschappen die buiten de heftige confrontaties en de Eva’s worden ontwikkeld of tot uiting komen, hebben hun doorwerking in de gevechten zelf. De puberende tieners moeten namelijk samen kunnen werken en moeten toch tot volwassen beslissingen kunnen komen in deze situaies waarin hun leven en de levens van vele anderen op het spel staan. En in deze zin komt alles weer bij elkaar. In de laatste scènes zijn gevoelens zo belangrijk dat er een bijna religieuze reddingsactie kan plaatsvinden, die tot diep in de ziel ingrijpt. De slotscènes van de film hebben zulke grote consequenties dat het al bijna het einde van het verhaal lijkt te betekenen, terwijl er nog twee films komen. Het kruit lijkt dus al bijna verschoten te zijn terwijl er op persoonlijk vlak nog zoveel verteld moet worden. ‘Evangelion 2.0′ (of “2.22” zoals de Director’s Cut heet) blijft wat schetsmatig en komt lichtelijk pretentieus over, maar de film maakt op zijn minst benieuwd naar wat er komen gaat, en weet door de voortreffelijke actie en grote emoties zelfs de oningewijden enthousiast te maken. Kom maar op met deel drie!

Bart Rietvink