Faites sauter la banque – Rob the Bank (1964)

Regie: Jean Girault | 95 minuten | drama, komedie | Acteurs: Louis de Funès, Yvonne Clech, Jean-Pierre Marielle, Anne Doat, Georges Wilson, Jean Valmont, Claude Piéplu, Georges Adet, Florence Blot, Nicole Chollet, Alix Mahieux, Michel Dancourt, André Badin, Louis Viret, Guy Grosso, Yvonne Rozille, Jean Lefebvre, Catherine Demongeot, Michel Tureau

Gemiddelde komedie waarin Louis de Funès zijn komische vaardigheden tentoon mag spreiden als Victor Garnier, een kleine middenstander met een wapenwinkel. Op aandringen van zijn overbuurman, de bankier André Durand-Mareuil (Jean-Pierre Marielle) koopt hij aandelen in een Afrikaanse mijn. Als deze wordt genationaliseerd, zijn de aandelen in dat bedrijf waardeloos geworden en is Garnier al zijn spaargeld kwijt. Intussen pronkt de directeur met zijn sportwagen en koopt hij regelmatig schietgerei om te gaan jagen met zijn vriendin.

Zodra Garnier besloten heeft om zijn geld terug te gaan halen, licht hij stante pede zijn gezin in. In tegenstelling tot men zou verwachten, zijn vrouw Eliane (Yvonne Clech) en zijn kinderen meteen enthousiast om mee te werken. Onrealistisch is het zeker, maar tegelijk ook wel amusant. De familie Garnier neemt geen halve maatregelen als ze het recht in eigen hand nemen. Met name de slimme jongste dochter Corinne (Catherine Demongeot) zet haar beste beentje voor met het uitdenken van strategie en het maken van schetsen en plattegronden. Oudste dochter Isabelle (Anne Doat) heeft niet veel aansporing nodig om inlichtingen in te winnen bij Philippe Brecy (Jean Valmont), een stagiaire bij de bank. Dit mondt algauw uit in een romance, die de criminele plannen van het gezin dreigen te doorkruisen. Zoon Gérard (Michel Tureau) helpt vader intussen een handje met het graven van de tunnel. Moeder doet bij vlagen haar best om alles te verklappen aan de dichtstbijzijnde toehoorder, maar gelukkig heeft niemand, maar dan ook niemand maar iets in de gaten.

Het aanvoeren van zwaar materiaal, de niet al te snuggere vragen over de kluis van de bank en hoe men tunnels graaft, de mysterieuze ontploffingen ’s nachts en het feit dat Victor regelmatig de deur open doet met een mijnwerkershelm op en onder de modder, doet bij niemand het juiste belletje rinkelen. Wel verdenkt de buurt hem algauw, via een snel stappenplan van speculaties, van moord op zijn vrouw. Opgejut door deels sensatiebeluste en bezorgde buren, gaat de wijkagent (Georges Wilson) maar eens poolshoogte nemen. Ook dit leidt niet tot de juiste vermoedens en het geheel wordt hoe langer hoe kluchtiger. De geestige opzet kan gaandeweg de speelduur steeds minder verhullen dat de grappen wat dun gezaaid zijn en er niet voldoende is nagedacht over een echt coherent verhaal. Uiteraard komt alles op zijn pootjes terecht en krijgt de corrupte bankdirecteur zijn bekomst – al zit er nog een licht verrassende wending aan het einde.

De Funès doet wat hij kan, maar het materiaal is niet sterk genoeg om er echt een bovengemiddelde film van te maken. Dat is jammer, want er had meer potentie in gezeten. Het blijft grappig om Fransen de Engelse uitdrukking “hold-up” (waarmee ze een bankoverval bedoelen) uit te horen spreken. Maar ook deze glimlach is van voorbijgaande aard. ‘Faites sauter la banque’ is een wel aardige film geworden, maar behoort zeker niet tot het pantheon van De Funès’ grootste en bekendste films. Voor de fans leuk om eens te kijken, maar geen hoogvlieger genoeg om aan te bevelen.

Hans Geurts