Family Law – Derecho de familia (2006)

Regie: Daniel Burman | 122 minuten | drama, komedie | Acteurs: Daniel Hendler, Arturo Goetz, Eloy Burman, Adriana Aizemberg, Daniel Burman, Julieta Díaz, Jean Pierre Reguerraz, Dmitry Rodnoy, Luis Albornoz, Darío Lagos, Damián Dreizik, Gerardo del Águila, Eduardo Santoro, Ismael Troitiño, Pablo Razuk, Marcos Montes, Eduardo Peralta, María Echaide, Leticia Gaspari, María José Bordón, Gustavo Pastorini

De jonge Argentijnse regisseur Daniel Burman verraste eerder met de tragikomische films ‘Esperando al mesías’ (2000), ‘Todas las azafatas van al cielo’ (2002) en ‘El abrazo partido’ (2004). De hoofdpersoon uit ‘El abrazo partido’ was ook al joods met een Poolse achtergrond (net als Burman zelf), heette ook Ariel en een belangrijk thema van die film was net als in ‘Family Law’ (‘Derecho de familia’) de relatie tussen vader en zoon. Daarbij worden de twee Ariels gespeeld door dezelfde acteur: Daniel Hendler, die ook in ‘Esperando al mesías’ de joodse jongeman Ariel speelt. Daarnaast verschijnt het natuurtalentje Eloy Burman in ‘Family Law’ als het zoontje van Ariel Perelman. We zagen hem ook al eerder in ‘El abrazo partido’, net als Adriana Aizemberg, in ‘Derecho de familia’ de secretaresse van Perelman Sr.

Duidelijk is dus dat Burman graag met een aantal dezelfde acteurs werkt, wat volkomen terecht lijkt, aangezien alle karakters sympathie oproepen bij de kijker zonder té leuk of té mooi te zijn, en (net als echte mensen) ook wel eens een misstap maken of twijfelen over hun eigen leven. Door de nodige zelfspot en relativering is er geen sprake van serieus sociaal drama, maar wel van een realistisch portret van een ‘doorsnee joods-christelijk Argentijns gezin’, zoals Perelman jr. het zelf noemt.

Ook kunnen we constateren dat Burman graag vertelt over jonge joodse mensen in het hedendaagse Buenos Aires. Maar gingen ‘Esperando al mesías’ en ‘El abrazo partido’ nadrukkelijk over de joodse identiteit van de hoofdpersonen en de zoektocht naar hun wortels: in ‘Family Law’ blijkt het joods-zijn slechts uit de namen van de hoofdpersonen; een terloopse opmerking en – wat duidelijker – uit de begrafenisscène. In deze film is de hoofdpersoon Ariel wat volwassener geworden; hij heeft een gezin en begint zich door het nieuw verworven vaderschap af te vragen wat voor zoon hij zelf eigenlijk is (geweest).

Ariel, advocaat bij het OM en hoogleraar rechten op de universiteit, is dolblij (en terecht!) met zijn mooie vrouw Sandra, die hij ontmoette als student in zijn rechtencollege, en die inmiddels gekozen heeft voor een carrière als pilates-instructrice. Na hun trouwen kregen ze al snel een zoontje, Gastón, en hoewel Ariel gelukkig is met zijn gezin heeft hij enorme moeite de verantwoordelijkheid ervoor te dragen.

Tegelijkertijd zoekt zijn vader ineens meer toenadering, maar Ariel ziet niet aankomen met wat voor reden dat is (de kijker ziet dat trouwens wel van verre aankomen, maar dat hindert nauwelijks). Als het rechtsgebouw wegens instortingsgevaar voor een maand wordt gesloten, vertelt Ariel niets aan Sandra, maar benut zijn vrije tijd door veel met zijn vader en zijn zoon op te trekken. Als Sandra een weekend weggaat en hij alleen thuis blijft met Gastón, leert hij langzaamaan wat het vaderschap werkelijk inhoudt en begint hij ook zijn éigen vader, Perelman Sr., beter te waarderen.

Deze identiteitszoektocht is niet bijzonder origineel, maar de vertelstructuur is dat wel, net als dat deze luchtig en vlot is. De introductie, met droogkomische voice-over van Ariel, en de geestige intermezzo’s, bijvoorbeeld over het leven van meneer Pilates, maken de structuur bijzonder. Verder wordt er door de hoofdrolspelers stuk voor stuk prima geacteerd en geven de bijrollen – de cliënten van Perelman Sr. bijvoorbeeld – een extra komische noot, en ook een breder beeld van de stad.

Ruby Sanders

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 4 januari 2007