Fantasia 2000 (1999)

Regie: James Algar, Gaëtan Brizzi, Hendel Butoy, Francis Glebas, Eric Goldberg, Pixote Hunt | 75 minuten | muziek, animatie, familie | Met: Leopold Stokowski, Ralph Grierson, Kathleen Battle, Steve Martin, Itzhak Perlman, Quincy Jones, Bette Midler, James Earl Jones, Penn Jillette Teller, James Levine, Angela Lansbury, Wayne Allwine, Tony Anselmo, Russi Taylor

Wie bij het lezen van de titel ‘Fantasia 2000’ denkt dat het hier gaat om een typisch geval van een ongeïnspireerd sequel dat wil profiteren van het succes van zijn voorganger, heeft het mis. Het is een op zichzelf staande collectie van korte filmpjes, die hetzelfde concept gebruikt als ‘Fantasia’ (1940) maar volkomen nieuwe onderwerpen en muziekstukken gebruiken. Met uitzondering van één filmpje, genaamd ‘The Sorcerer’s Apprentice’, die rechtstreeks uit het origineel is overgenomen. Dit moet echter niet gezien worden als een teken van luiheid, maar zowel als hommage aan het origineel, als aan het oorspronkelijke idee van Walt Disney zelf. Het ambitieuze Fantasia-project was namelijk bedoeld om regelmatig vernieuwd te worden, waarbij oude favorieten zouden blijven bestaan naast de nieuwe toevoegingen. Vanwege de kritische en commerciële flop van ‘Fantasia’ en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moest deze droom jammer genoeg in de ijskast worden gezet, en is er pas weer uitgekomen bij het naderen van het nieuwe millennium. In de tussentijd was er een herwaardering van het origineel opgetreden, en het neefje van Walt, Roy Disney, vond de tijd rijp voor een hervatting van de droomwens van zijn beroemde oom.

‘Fantasia 2000’, zijn voorganger was in feite een voorloper van videoclips, koppelt fantasievolle animatiefilmpjes aan bekende en minder bekende klassieke muziekstukken; dit keer allen uit de twintigste eeuw. Deze filmpjes variëren van abstract, zoals het licht-donker kleurengevecht afgezet tegen Beethovens Vijfde Symfonie, tot puur verhalend, zoals in het geval van Donald Ducks poging om alle dieren in de ark van Noach te krijgen en daarnaast zijn geliefde Katrien terug te vinden. Het muziekstuk dat hiervoor wordt gebruikt is het bombastische “Pomp and Circumstance” van Elgar. En, ook al is niet elk filmpje even overdonderend, er zit geen slechte noot tussen. Elke bijdrage is op zijn minst bovengemiddeld te noemen, met interessant op de muziek toegesneden animatie, waarbij de twee onderdelen elkaar werkelijk versterken. Soms krijgen filmpjes een extra lading en weten ze de wat simpelere stukken in de animatie naar een hoger plan te tillen, alsmede de goed werkende stukken gewoonweg formidabel te maken.

Daarbij is zelfs het omgekeerde waarneembaar. De fantasievolle animaties doen je soms op een nieuwe manier naar bekende muziek kijken. Ineens ga je dramatiek, humor, of tederheid zien in specifieke stukken van George Gershwins ‘Rhapsody in Blue’ of Shostakovich’ tweede pianoconcert, die je voorheen misschien anders opgevat zou hebben. De combinaties zorgen er dus eerder voor dat je met een hernieuwd gehoor naar deze muziekstukken gaat luisteren, in plaats van dat ze de gerespecteerde muziekstukken verpesten met animatiekitsch zoals sommige muziekpuristen protesteren.

Wat soms wel te betreuren is, is dat de muziekstukken zijn ingekort. Zowel wat betreft de balans van de muziekstukken is dat jammer, maar ook waar het gaat om de impact van de filmpjes zelf. Hoe overdonderend sommige animaties ook zijn, af en toe heb je het gevoel dat er met de verhalen meer gedaan had kunnen worden qua thematiek, waartoe de filmpjes misschien wat langer door hadden kunnen gaan. De film als geheel is ook wat kort. De originele ‘Fantasia’ duurde een kleine twee uur, maar deze nieuwe incarnatie komt, als je Mickey’s oude filmpje en de tussenstukjes weglaat, nog niet eens op de zestig minuten uit. Wat ons meteen bij het laatste kritiekpunt brengt: de introducties van de verschillende filmpjes. Soms zijn deze interessant zoals in het geval van de informatieve verhaaltjes van Bette Midler, Angela Lansbury, en James Earl Jones, waarbij we bijvoorbeeld te weten komen wat voor ideeën er in het verleden allemaal naar voren zijn gebracht, zoals een bijdrage van Salvador Dalí (over een “honkbalwedstrijd als metafoor voor het leven”). Maar in het geval van Steve Martin en enkele luidruchtige Amerikaanse goochelaars, is het louter irritant. Bovendien willen we zo snel mogelijk naar de werkelijke inhoud van de film toe, in plaats van naar uit het hoofd geleerde sketches te kijken. Deze inhoud stelt gelukkig niet teleur.

Na Beethoven horen we de majestueuze klanken van Ottorino Repighi’s ‘Pini di Roma’ waarop we een eerst ontroerend en later psychedelisch schouwspel voorgeschoteld krijgen: vliegende walvissen! Het is schattig om de babywalvis te zien opspringen op de staccatoklanken van de trompetten, en om de zwaardere dreigende muziek te voelen wanneer de grote walvissen groep over de wolken zweeft, richting het epicentrum van de storm, een cilinder van wolken waar bliksemschichten doorheen schieten, begeleid door het geluid van grote bekkens of cimbalen. Prachtig!

Maar er is meer, zoals een aandoenlijk en spannend verhaaltje over het tinnen soldaatje van Hans Christian Andersen. Het soldaatje heeft maar één been en wordt verliefd op een danseresje die aanvankelijk ook maar één been lijkt te hebben door de danspose die ze aanneemt. Een jaloerse “Jack-in-the-box” komt echter tussenbeide en zorgt ervoor dat het soldaatje moet vechten voor zijn liefde, en zelfs terecht komt tussen enge ratten in een riool.

Een grappig klein aquarelfilmpje, van slechts enkele minuten, over flamingo’s en een jojo blijkt de perfecte partner te zijn voor de finale uit Saint-Saens’ “Carnaval des Animaux”. Luchtig, springerig, en voorbij voordat je er erg in hebt. Misschien wel de meest geslaagde bijdrage is de op Al Hirschfeld’s lijntekeningen gebaseerde film over vier individuen in New York die allen ongelukkig zijn en op zoek zijn naar hun droomsituatie. Het gaat hier om een man met slapeloosheid die een baan zoekt; een bouwmedewerker die droomt van een carrière als jazzmuzikant; een speelse man die vrij wil komen van zijn serieuze, dominante vrouw; en een klein meisje dat tegen haar zin allerlei cursussen moet volgen. Al hun verhalen worden op dynamische en humoristische wijze parallel aan elkaar verteld, en komen op een prachtige manier samen. Daarbij is de animatie origineel en beduidend anders dan de kleurrijke andere filmpjes. Blauwgrijs, en pasteltinten overheersen in deze zowel qua inhoud als vorm buitengewoon bevredigende film. Er is een perfecte muzikale component gekozen in de vorm van George Gershwins “Rhapsody in Blue”, ideaal voor deze New York-setting en de jazzy, melancholieke, maar ook speelse sfeer. Aan het einde zijn we ontroerd en hebben we het gevoel echt bij deze personages betrokken te zijn geweest. Het is niet verrassend dat dit filmpje ook meteen de langste is van de verzameling.

De finale, tenslotte, is een adembenemend stukje animatie dat duidelijk geïnspireerd is door Japanse animé, en erg veel doet denken aan Hayao Miyazaki’s geweldige ‘Princess Mononoke’. Het is een verhaal over leven, dood, en vernieuwing, en heeft als hoofdpersonages een vogelachtige bosnymf die leven brengt in het woud, maar met haar krachten niet reikt tot stukken grond van een vulkaan. Hoe ze ook probeert: het blijft hier dor. Deze plek is dan ook de grond van het kwaad, of in dit geval de “vuurvogel”; de film is dan ook toegesneden op Stravinski’s suite met dezelfde titel. Een heftige strijd vindt plaats tussen de twee oerkrachten. Een fantastisch staaltje animatie, en een mooi, doch simpel verhaal over de kracht van hoop, leven, en de constante relatie hiervan met het kwaad. Jammer genoeg duurt dit verhaal met zijn epische karakter niet erg lang, en laat het de kijker snakken naar meer. Tegelijkertijd is het een compliment voor een film als de toeschouwer het liefst nog veel meer zou willen zien.

Had ‘Fantasia 2000’ thematisch of inhoudelijk verder kunnen reiken? Misschien wel. Maar de film is ontegenzeggelijk een succes. Hij vermaakt, verwondert, ontroert, en bezorgt je een audiovisuele smaakexplosie zoals je die maar zelden meemaakt in cinema. ‘Fantasia 2000’ is een waar “orgastisch feest voor de zintuigen”, zoals Kramer uit de sitcom “Seinfeld” het zou verwoorden, en animatie- en (klassieke) muziekliefhebbers doen er dan ook goed aan dit kunststukje niet aan zich voorbij te laten gaan. En laten we hopen dat we niet weer zestig jaar hoeven te wachten voordat het volgende beeld- en muziekspektakel zich aandient.

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 31 mei 2000
DVD- en blu-ray-release: 23 februari 2011