Fascination (1979)

Regie: Jean Rollin | 80 minuten | drama, horror, erotiek | Acteurs: Franca Mai, Brigitte Lahaie, Jean-Marie Lemaire, Fanny Magier, Muriel Montossé, Sophie Noël, Evelyne Thomas, Agnès Bert, Cyril Val, Myriam Watteau, Joe de Palmer, Jacques Sansoul

Het is misschien een open deur, maar er is niets fascinerends aan ‘Fascination’, of het moet het raadsel betreffen hoe Rollin een erotische horror/vampierfilm heeft kunnen maken, die erotisch noch griezelig is, en geen daadwerkelijke vampiers bevat. Ja, er komen dolken en een zeis in voor en rode make-up of siroop dat voor bloed moet doorgaan, en vrouwen tonen om de haverklop hun blote borsten (en meer) maar dit zorgt vrijwel nergens voor spanning, lekkere gore-momenten of (seksuele) prikkeling. Nu zijn deze elementen in films van Jean Rollin – een filmmaker die zich heeft toegelegd op het (sub)genre van erotische horror – niet in al zijn films even succesvol, maar er zit toch altijd wel een esthetisch of inhoudelijk boeiend aspect aan Rollins werk dat zijn films toch de moeite waard maken. Dit is helaas niet het geval met ‘Fascination’. Met uitzondering van één of twee leuke slow motion momenten of sterke beelden als een half ontkleedde Brigitte Lahaie met een grote (Magere Hein-)zeis in haar handen is er eigenlijk niets om ‘Fascination’ aan te bevelen.

In het begin van de film wordt het thema van vampirisme al meteen geïntroduceerd door deftige dames in een slachthuis ossenbloed (in wijnglazen) te laten drinken. Kennelijk om medische redenen, want het is een goed middel tegen bloedarmoede wordt de kijker verteld, maar de dames lijken het toch wel erg lekker te vinden, één van hen gebruikt het bloed zelfs als lippenstift door haar vinger erin te dopen en het langdurig over haar lippen te wrijven. In de basis is dit een interessante invalshoek voor het uitgekauwde vampierthema, maar er wordt helaas niets mee gedaan. Boeiend zou zijn geweest om van de bloedzuigers in de film echte, realistische vampiers tegen wil en dank van te maken. Natuurlijk is het niet nieuw om tragische figureren te maken van vampiers, die niet genieten van hun gezuig – een mooi voorbeeld is de trieste Klaus Kinski in Werner Herzogs ‘Nosferatu’ – maar het zou voor een leuke moderne variant van deze benadering kunnen zorgen. Maar helaas. Er is niets tragisch of dramatisch interessant aan de centrale groep bloedzuigers in de film, aangezien ze hun “”activiteiten”” uiteindelijk gewoon uitvoeren uit genot. Tegelijkertijd zijn hun drinkmomenten ook niet prikkelend of spannend genoeg om daar enig amusement uit te kunnen halen. In die zin hadden de dames beter gewoon traditionele vampiers kunnen zijn, die op verleidelijke wijze hun slachtoffers benaderen en die twee grote snijtanden in hun nek plaatsen. Maar helaas, niets van dit. Één keer in de film storten de dames zich op een slachtoffer, maar dan nog is er nauwelijks contact van de tanden met het vlees/lichaam zichtbaar. Het is gewoon dodelijk saai allemaal. Dit terwijl er zoveel ophef wordt gemaakt over de geheimen die zich om middernacht in het landhuis zullen openbaren. Dan verwacht je als kijker toch lekkere horror- of bijtmomenten, maar nee. De film is eigenlijk een grote anticlimax. Ook in dramatisch opzicht. Interessant is – of had kunnen zijn – dat één van de vrouwen in het huis echt gevoelens begint te ontwikkelen voor één van haar (mannelijke) slachtoffers, maar de reden hiervoor is compleet onduidelijk, en aan het einde van de film is er van de vermeende liefde ineens niets meer over.

Een echt verhaal of plot is eigenlijk niet aanwezig in de film, en de personages nemen onbegrijpelijke beslissingen. Het mannelijke hoofdpersonage heeft geld gestolen en gebruikt het huis alleen tijdelijk als onderduikadres maar blijft vervolgens rondhangen omdat hij het gevaar of het geheim van de vrouwen dat om middernacht zal gaan komen kennelijk wil ontdekken. Wanneer hij het huis binnenkomt wil hij schijnbaar van alles over de vrouwen aldaar weten en ze onder druk zetten, ook vanwege het feit dat hij achtervolgd wordt door een gewapende groep dieven die hij belazerd heeft. Maar wanneer de twee dames zich terugtrekken op hun kamer om de liefde te bedrijven blijkt hij ineens geen haast meer te hebben. Wat boft de kijker toch, dat hem de mogelijkheid wordt gegeven getuige te zijn van hun teder liefdesspel. Wanneer er eindelijk gemoord wordt, met behulp van dolken en de eerder besproken zeis, is het een teleurstellend bloedeloos schouwspel. Alleen een dolksteek wordt redelijk expliciet getoond, maar bij de zeismoorden wordt er helemaal geen impact tussen wapen en slachtoffers getoond, en er zijn nauwelijks wonden zichtbaar, alleen wat rode siroop op de hoofden en nekken. Jammer. Mooie beelden zijn helaas ook dun gezaaid. Tja, de groep (quasi-)vampirettes met gekleurde doorschijnende gewaden zijn even leuk, maar helaas een stuk minder geïnspireerd in beeld gebracht dan in Rollins ‘Lèvres de Sang’. Acteerwerk is ook niet bepaald om over naar huis te schrijven en de editor lijkt te hebben zitten slapen vanwege de vreemde tijdsprongetjes waarbij er bijvoorbeeld een personage dat net is weggerend enkele seconden later plotseling voor de neus van een ander staat. Nee, afgezien van enkele aanzetten tot interessante inhoud of anticipatie op beelden of emoties die nooit komen gaan, is er weinig lol te beleven aan ‘Fascination’.

Bart Rietvink