Faster – Rapide (2025)

Recensie Faster (Rapide) (2025) CinemagazineRegie: Morgan S. Dalibert | 98 minuten | actie, drama, sport | Acteurs: Tchéky Karyo, Alban Lenoir, Paola Locatelli, Anne Marivin, Joe Sheridan, Mathilde La Musse, Guy Richardson, Rik Kleve, Khalid Maadour, Sébastien Lalanne, Christian Mazzuchini, Milla Lapidus, Jérémie Dethelot, Brice Ormain, Franck Pech, Victor Martins, Thierry Baumann

‘Faster’ (2025) is een lekker – en met zijn anderhalf uur snel – wegkijkende film, met een voorspelbaar verhaal over een jongedame, die racekampioen wil worden (door alle jongens te verslaan). De racescènes zijn onderhoudend en voldoende aanwezig voor een film met deze titel; en de acteurs zijn prima gecast, waardoor je, ondanks een, op zijn zachtst gezegd, niet al te origineel verhaal, zonder moeite tot het eind blijft kijken.



Eigenlijk is dit alles wat je moet weten. ‘Faster’ is een aardig tussendoortje en vooral een film waar je niet al te lang over na moet denken want dan blijft er niets meer van over. 



De introductie is een leuke, vlotte kennismaking met Max. Hierin wordt duidelijk dat Max (Paola Locatelli) als klein meisje al geobsedeerd was door snelheid. Op wat voor voertuig ze ook zat, ze ging er altijd als een malle vandoor. Zo reed ze als kleuter meteen de zijwieltjes van haar kleine fietsje eraf – een beetje zoals Forrest Gump met zijn loopbeugels deed – en hield ze iedereen bij of ging ze vóórbij. Behalve toen haar vader zijn gezin verliet en met de auto vertrok… dat was de enige – of eerste – keer dat ze niet snel genoeg was.



Je zou verwachten dat dit ‘het grote thema’ zou worden van de film, dat dit haar grote drive zou zijn om steeds de snelste te zijn. Dat het eigenlijk vanuit de wens kwam om haar vader terug te krijgen. Maar dit element wordt de rest van de film losgelaten. Misschien maar goed ook, want het zou waarschijnlijk te melodramatisch zijn geworden. En te gekunsteld. Max houdt gewoon van snelheid. Punt. 



Toch is het een beetje exemplarisch voor de rest van de film: er wordt een dramatisch element geïntroduceerd, dat een belangrijk plotpunt is, maar dat vervolgens niet uitgewerkt wordt. Waarvan de belangrijkste een ontzettend roekeloze actie die nog net geen fatale afloop heeft. Hierna besluit Max – of liever, belooft ze aan haar moeder – om nooit meer in een raceauto plaats te nemen. In plaats van te bespreken hoe het zo ver heeft kunnen komen – en het probleem van Max aan te pakken – gaat het verhaal gewoon verder en wordt er met geen woord meer over gerept.

Het is duidelijk dat het script vereist dat Max afstand neemt van het racen, om dan in de laatste acte van de film een heroïsche comeback te kunnen maken. Deze structuur hoort uiteraard een beetje bij dit type film, maar ook al wordt het incident niet echt behandeld, je zou op zijn minst verwachten dat Max er uiteindelijk van geleerd heeft. Maar dit is eigenlijk nauwelijks het geval. Ja, ze gaat beter luisteren naar haar engineer (die vanaf de ‘zijlijn’ instructies geeft via een headset) om te kunnen winnen, maar ze gedraagt zich allesbehalve verantwoordelijk(er) op het circuit (of erbuiten).

Verder wordt er nog een rivaliteit en tegelijkertijd een (opbloeiende) romance geïntroduceerd met haar belangrijkste (mannelijke) concurrent. Maar ondanks een paar (over)verhitte reacties, blijft dit ook allemaal vrij tam. Het is allemaal net wat te lief en vriendelijk, zonder veel echte dreiging of spanning. Op het circuit zelf ziet het er (natuurlijk) wel soms spannend uit, maar als kijker weet je toch al hoe het gaat eindigen.



Daarom is het fijn dat actieheld Alban Lenoir nog wat leven in de brouwerij brengt, als een over-het-paard-getilde ex-coureur die zich opwerpt als de mentor van Max. Hij kan zijn decadente maar gepassioneerde personage lekker dik aanzetten en zorgt voor wat grappige momenten.

Gelukkig is er ook – uiteindelijk – nog genoeg ‘wiel-aan-wiel’-actie. Het is al een feest(je) van herkenning (voor F1-fans) doordat er aantal beroemde F1-circuits voorbijkomen, maar je wordt als kijker ook een aantal keer effectief in de schoenen (of het zitje) van Max geplaatst terwijl ze het circuit onveilig maakt. En daar is het toch uiteindelijk om te doen. 



Maar hoewel we echte locaties zien en de filmmakers wat racetermen, regels en -gewoontes de revue laten passeren, kun je het allemaal niet bepaald realistisch noemen. Ja, in het begin heeft ze moeite met inhalen, maar de manier waarop Max later in de film de een na de andere auto met speels gemak inhaalt of na verschillende contactmomenten gewoon blijft rijden (ook al wordt er steeds op gehamerd dat ‘één klein foutje fataal kan zijn’), is redelijk absurd. 



Maar goed, het is dan ook geen documentaire, maar gewoon vermaak. En op dat gebied is ‘Faster’, voor de juiste doelgroep (tieners of gezinnen), verdienstelijk genoeg. Paola Locatelli is een sympathieke, frisse verschijning en Alban Lenoir voegt de nodige humor toe. In combinatie met de leuke racescènes is dit een vermakelijk niemendalletje. Niets meer en niets minder.

Bart Rietvink

Waardering: 3

DVD- en blu-ray-release: 22 september 2025