Fatwa (2006)
Regie: John Carter | 92 minuten | drama, thriller | Acteurs: Lacey Chabert, John Doman, Lauren Holly, Angus Macfadyen, Rachel Miner, Ryan Sands, Jayson Warner Smith, Roger Guenveur Smith, Noa Tishby, Elizabeth Uhl, Billy Warlock, Mykelti Williamson
Als John Doman (hier als John Davidson, maar beter bekend als Rawls in “The Wire”) niet in ‘Fatwa’ had gezeten, had George W. Bush hier de beste acteerprestatie neergezet. ‘Fatwa’ (regie: John Carter) opent met een patriottistische televisiespeech van President Bush, waarin deze de kijker met zijn bekende bezorgde blik trakteert op elementaire begrippen als ‘vrijheid’ en ‘onderdrukking’. De rest van de film is een ratjetoe aan scènes die samen iets van een verhaal proberen weg te hebben. Met wat goede wil en gepuzzel kun je na afloop misschien nog wel de werkelijke bedoelingen van de makers achterhalen, ‘Fatwa’ zelf maakt het je echter bijzonder lastig.
Om vage redenen begint en eindigt ‘Fatwa’ bij wat moet doorgaan voor een schoolklas die zich verdiept in het thema terreur. Er wordt de hele film door veel gedaan ‘alsof’: Maggie Davidson, bijvoorbeeld, (arme Lauren Holly) moet een gevierd senator zijn, maar komt in die functie niet verder dan – wederom – een belabberde televisiespeech. Voor de rest doet ze iets met wurgseks, maakt ze telefonisch ruzie met haar man John Davidson (gefrustreerd als ze is over haar gedwarsboomde orgasme) en zit ze krijsend in een taxi, die wordt bestuurd door de ogenschijnlijk geestelijk gestoorde Samir (Roger Guenveur Smith, bij wie het kwijl nog net niet uit de mond loopt). De dronkemanscamera en het beurtelings over- en onderbelichte beeld doen alsof er sprake is een hippe, eigentijdse filmstijl (Tony Scott!). Maar de director of photography van dienst lijkt zozeer in beslag genomen door dat gekke apparaat in zijn handen, dat hij vergeet dat een film draait om de acteurs, om het verhaal, om wat er gebeurt. Dergelijke elementen verliest de camera namelijk regelmatig uit het oog.
‘Fatwa’ zelf doet alsof het een film is die echt ‘ergens over gaat’, onder meer door Mr. President himself op te voeren en door op ingenieuze (dan wel nodeloos gecompliceerde) wijze diverse verhaallijnen van de familie Davidson bijeen te knopen. Maar waar gaat ‘Fatwa’ dan precies over? Wraak? De ontaarde mens? Vrijheid? Boontje komt om zijn loontje? En waarom kiezen de makers voor deze onthutsende manier om dergelijke thema’s te benaderen? De antwoorden zijn, ook als de aftiteling al loopt, een raadsel. Zolang een film als deze echter spannend is, hoeft dat niet zoveel uit te maken. Maar het afwisselend onbegrijpelijke en onbegrijpelijk clichématige verloop van de scènes haalt alle spanning er al bij voorbaat uit. Tenzij je gewoon graag van de ene verbazing in de andere valt.
Martijn Laman
Waardering: 1