Fight Night – Rigged (2008)

Regie: Jonathan Dillon | 81 minuten | actie, drama, misdaad | Acteurs: Rebecca Neuenswander, Chad Ortis, Kurt Hanover, John Wilson, Larry Peterson, Alicia Cabrera, Kate Forristall, Allison Poccia, Adrian Bartholomew, Jonathan Laurans, Lahcen Anajjar, Will Fowler, Matt Schroll, Shane Lowery, Jorge M. Roman, Elizabeth Ahrens, Ari Bavel, Aubree Bowen, Stephen Hence, Nathan Darrow, David Gilmore, Garrett Dutton, David Alan Graf, Issac Lundberg, Mark Ridgway, DeeDee Arps, Darren Maloney, Kaelin Agar, Jeffrey Fellin, Jeff Woods, Richard A. Buswell, J. Richard Walker, Nadia Griffith, Camille Reneau, Denny Carter

De synopsis klinkt als een standaard verhaaltje dat al tientallen keren in allerlei varianten is verfilmd, maar in de basis hetzelfde is: een outsider krijgt de kans om boven zichzelf uit te stijgen, tegen alle vooroordelen en verwachtingen in op te klimmen binnen zijn of haar sport, totdat er een crisismoment aanbreekt, waarop de outsider moet aantonen wat hij/zij echt waard is en dan volgt er een allesbeslissende wedstrijd tegen een vijand waarin de outsider zichzelf nogmaals moet bewijzen. Wat dat betreft biedt ‘Fight Night’ geen bijzonderheden, maar wordt elk cliché keurig afgevinkt.

Had schrijver Ian Schorr niet tenminste één vernieuwend plotelement in de film kunnen stoppen? Nu is het afgezaagde en o zo voorspelbare plot het grootste minpunt aan de film. En dat terwijl er toch heel behoorlijk in geacteerd wordt: aan Rebecca Neuenswander en Chad Ortis ligt het in elk geval niet. Zij spelen de hoofdrollen van respectievelijk Katherine Parker en Michael Dublin. Vooral Neuenswander valt op met haar frisse spel in haar filmdebuut en laat zien dat ze al behoorlijk wat acteertalent heeft. En dat ondanks het feit dat haar personage maar weinig verdieping kent (behalve het gebruikelijke moeilijke verleden) en dat haar homoseksuele geaardheid alleen genoemd wordt, maar verder op geen enkele manier een thema wordt of zelfs maar relevant is voor het karakter dat ze speelt. Neuenswander heeft in werkelijkheid ook een achtergrond als bokser en dat is goed te zien, niet alleen aan haar afgetrainde, gespierde lijf, maar ook aan de soepelheid waarmee ze in de ring beweegt. Ze treedt overigens – tegen haar zin – op onder de boksnaam Kid Vixen en ze reist met Dublin van Texas door allerlei staten in het Zuiden en het midwesten, waaronder Kentucky, waar Dublin vandaan komt.

Ortis, die tevens als (mede)producent optrad, krijgt een ondankbare rol toebedeeld als Dublin: door zijn ogen zien we het verhaal zich ontrollen en tegelijk voert zijn stem de kijker door middel van een voice-over door de gebeurtenissen heen. Dat laatste is een leuke vondst: het ironische commentaar doet denken aan een ‘film noir’ en tilt de film over een aantal potentiële dode punten heen. Tegelijkertijd mist Ortis de fysiek om zijn grote bek aan te matchen en is het tamelijk ongeloofwaardig dat hij zich zo lang als ritselaar annex oplichter annex promotor staande weet te houden. Net zoals Kat heeft hij ook verleden waaraan hij wil ontsnappen en ook hier komt Schorr met het meest voorspelbare plotlijntje op de proppen dat de filmwereld voor handen heeft.Uiteraard kan een actiefilm als deze ook niet zonder goede vijand en die wordt zeker gevonden in de breedgeschouderde Kurt Hanover als de hufterige Clark Richter. Zowel Kat als Dublin hebben een verleden met hem en uiteraard loopt de film uit op een climax waarin het tweetal de confrontatie met Richter aangaan. Hanover lijkt veel plezier te hebben met zijn rol en is een prima schurk voor een film van dit kaliber.

Het slappe verhaal brengt echter nog één groot manco met zich mee: het feit dat Neuenswander in staat om kerels tot moes te slaan die hoog boven haar uittorenen en zelf even lang als breed zijn. Oké, ze ziet er stoer uit, heeft indrukwekkende bewegingen in huis en ze tart haar bokstegenstanders net zo lang tot ze woedend worden en hun scherpte verliezen, maar dan nog. Het is wel heel onwaarschijnlijk dat zij al die grote spierbundels weet te verslaan. De gevechten zijn aardig in beeld gebracht, zonder al te veel flair of flitsende camerastandpunten, maar de klappen komen overtuigend over en bokspartijen komen rauw en realistisch over (afgezien van het feit wie de klappen uitdeelt).

‘Fight Night’ wordt in sommige commentaren wel de vrouwelijke versie van ‘Rocky’ (1976) genoemd. Dat is wellicht toch teveel eer voor de eerste film. Tenslotte is één van de belangrijkste – en meest in het oog springende verschillen – dat ‘Rocky’ een Oscar won voor beste film. Eerlijk is eerlijk, ook ‘Fight Night’ won diverse filmprijzen, hetzij van een minder prestigieus kaliber: de film nam onderscheidingen voor “beste film” (Dances with Films festival, Los Angeles), “beste studentenfilm” (Big Island filmfestival, Hawaiï) en “beste cinematografie” (Action on Film festival, Pasadena) mee naar huis.

Hans Geurts