Finis Hominis – The End of Man (1971)

Regie: José Mojica Marins | 79 minuten | drama, fantasie | Acteurs: José Mojica Marins, Teresa Sodré, Roque Rodrigues, Rosângela Maldonado, Mario Lima, Andreia Bryan, Antoninho, Ronaldo Beibe, Big Boy, Américo Camargo, Clara Clarestadi, Margareth Delta, Sílvio Francisco, Graveto, Paulo Mander, Talulah Marilyn, Sabrina Marquezinha, José Paulo Moreira, Carlos Reichenbach, Lurdes Ribas, Araken Saldanha, Zé do Caixão, Célia Soares, Cláudia Tucci

De Braziliaanse regisseur José Mojica Marins weet in de jaren 60 een grote reputatie op te bouwen bij cultliefhebbers over de hele wereld en wordt hier en daar nog steeds beschouwd als een horroricoon. De naam van zijn alter ego ‘Coffin Joe’ komt zo vaak terug in verscheidene van zijn films, dat de regisseur deze als bijnaam kreeg. Zijn filmografie telt meer dan zestig films, waarvan een aantal in Brazilië werd gecensureerd.

Okay, dan heb je die cultstatus en dan ben je bekend ‘bij de liefhebber’ en dan noemen sommige critici je een kruising tussen Luis Buñuel en Dario Argentino, maar wat blijft er van een dergelijke status over als je een film als deze hebt gezien? Weinig tot niets.

“Met deze satirische en surrealistische film profileert José Mojica Marins zich als een maatschappijcriticus, die gelooft in persoonlijke bewustwording bij de zoektocht naar het bestaan.” Maar dan wel een maatschappijcriticus in de jaren zeventig, want oh, wat is dit gedateerd allemaal. En wat is het hip om te kunnen zeggen dat je met no budget en amateuristische acteurs een film kunt maken. José Mojica Marins staat erom bekend dat hij eigenlijk niet kan filmen, en dat is te zien! Een voorbeeld: man loopt richting camera, tot het beeld donker is, waarna hij op een andere plek weer van de camera wegloopt. Dat is één keer leuk, maar na de vijfde keer wordt het wat afgezaagd.

De Messias die Marins ons voorschotelt is zeker geen weldoener, hij is zelfs wat agressief. Dat de mensen hem zo maar volgen is eigenlijk een beetje raar. Nu is dit op zich natuurlijk een prima gegeven, zeker voor een satire, maar dan mag het iets geloofwaardiger worden uitgewerkt. De boodschap is niet consistent en wat plat hier en daar. Iedereen krijgt ervan langs: politie, artsen, hippies en mensen met veel geld, maar het ligt er allemaal mijlendik bovenop.

De vergelijkingen met Buñuel liggen voor de hand, vanwege de maatschappelijke issues en omdat van hem ook werd gezegd dat hij geen techniek had, alleen is het grote verschil met Buñuel dat deze een bak vol talent bezat, waar José Mojica Marins alleen maar van kan dromen. Om nog maar de zwijgen van het platte en goedkope, haast pornografische randje dat deze film heeft, want een en ander gaat, geheel volgens de tijdgeest, gepaard met veel blote billen en borsten. De muziek doet denken aan de eerste Dracula films; wellicht was dat het enige dat voorhanden was, het werkt in ieder geval een beetje ontnuchterend. En het bewijst, zeker in dit geval, dat het soms goed is wanneer een schoenmaker bij zijn leest blijft, voor zover hij heeft dan.

Het zullen vooral de liefhebbers zijn die in ‘Finis Hominis’ diepgang of een hoog vermakelijk gehalte ontwaren. Het is  dan ook wijs dergelijke films over te laten aan die liefhebbers, want de rest ziet een platte, slecht uitgevoerde en hopeloos gedateerde amateurfilm.

Arjen Dijkstra