Flower and Snake – Hana to hebi (1974)

Regie: Masaru Konuma | 74 minuten | drama, erotiek | Acteurs: Naomi Tani, Yashuhiko Ishizu, Nagatoshi Sakamoto, Hiroku Fuji, Hijiri Abe, Akira Takahashi, Kôji Yashiro

De synopsis van de film lezend lijkt ‘Flower and Snake’ best nog wel wat dramatische potentie te herbergen, ondanks het feit dat het om een exploitatieve bondagefilm gaat. Zoals ook in het pink genre regelmatig het geval is, kunnen er wel degelijk interessante thema’s en psychologie behandeld worden in combinatie met de al dan niet functionele seksscènes. En ook al moet je natuurlijk de SM-setting accepteren als een “normale” context, de film lijkt ook inderdaad naar een waardevolle inhoud toe te werken. Jammer alleen dat de plotpunten slaafs en gehaast worden afgewerkt, zonder de personages of hun relaties diepgang te verschaffen. Als kijker krijg je de indruk dat er wel degelijk meer in had gezeten. Nu is ‘Flower and Snake’ een soms grappig, soms dramatisch, maar meestal platte, en onplezierige bondagefilm geworden.

Het zou best kunnen dat er in de gelijknamige roman van Oniroku Dan, waarop deze film gebaseerd is, meer ruimte wordt genomen om de ambivalente relatie tussen Makoto en Shizuko te ontwikkelen. In films, die vaak in eerste instantie de actie destilleren uit romans, zie je helaas toch wat te vaak dat personages en hun onderlinge relaties onderbelicht worden. In dit geval is het extra betreurenswaardig, omdat het om een sensationele, exploitatieve context gaat. Als hier ontwikkeling van personages goeddeels achterwege blijft, heb je met niet anders dan een oppervlakkige film over SM van doen. Zelfs de bondage scènes zijn gering en slechts sporadisch prikkelend – zowel qua opwinding als controverse en inhoud. De kijker moet geloven dat Shizuko haar bondages lekker gaat vinden en dat Makoto van zijn dominantie geniet, maar het blijft allemaal wat mat. Voornamelijk de extreme, en onplezierige scènes kennen emotionele pieken. In bondage en onderwerping blijkt het inspuiten van vloeistof in het achterwerk van de vrouw een belangrijk onderdeel te zijn, dat we hier ook herhaaldelijk zien gebeuren. Wanneer Makoto Shizuko net heeft meegenomen naar zijn huis, blijkt zijn moeder rustig mee te doen met de onderwerping van deze vrouw. Makoto is bij andere vrouwen namelijk impotent en het is de bedoeling van zijn moeder om te laten zien dat Shizuko, ondanks haar intimiderende schoonheid, ook gewoon poept en plast als ieder ander mens. Dit is waar de spuit met vloeistof zijn intrede doet.

Het is een nare scène om mee te maken, maar nog vervelender is die waarin Shizuko vastgebonden is en aan het plafond omhoog getakeld wordt, waarna er door wat assistenten van Makoto’s moeder een soort prikkelende pasta in het (onder)lichaam van Shizuko wordt gesmeerd, waarbij deze het uitgilt van pijn. Dit goedje zal haar begeerte doen toenemen, en dit blijkt ook werkelijk het geval te zijn wanneer Makoto haar weer voor zichzelf heeft. Dit ontdoet de ontwikkeling van hun “romantische” relatie in feite van waarde, want door het magische middeltje maakt het niet uit met wie ze in aanraking zou zijn gekomen. Als er een hijskraan voorbij was gekomen had ze daarmee de liefde willen bedrijven. Toch vinden er interessante momenten met het tweetal plaats. De verschillende fases van onderwerping en afhankelijkheid zijn best boeiend, zoals het moment dat zij eindelijk naar buiten mag, maar wel binnen een meter of tien, en met haar handen vastgebonden aan een touw, waarvan Makoto het uiteinde vasthoudt. Wanneer hij haar mond volpropt met ijs, vindt ze het vreemd genoeg lekker, en even later hebben ze op vrij conventionele wijze seks in een telefooncel, vlak voordat Shizuko teruggaat naar haar eigen man. Maar het is te weinig om betekenis aan te verbinden.

De dramatiek van de film is kort door de bocht. Makoto heeft een trauma, maar dit wordt keer op keer in flashback herhaald, en de oplossing is een dooddoener. En het is de vraag of Shizuko uiteindelijk bevrijd is in haar seksualiteit of in een onvermijdelijke spiraal gevangen zit en voor altijd een onderwerpende rol moet vervullen.

Sporadische humor houdt de aandacht af en toe vast. Zo is Makoto geen bondagemeester en oefent hij op een opblaaspop met zijn knopen en tactieken wanneer hij van zijn chef de opdracht krijgt om zijn vrouw op te voeden. Hij knoopt de pop in onmogelijke houdingen vast en slaat er ruw op met een stok. Het lijkt nergens op. Daarnaast zijn er enkele grappige muzikale voetnoten. Zo heeft Makoto na zojuist de uitwerpselen van Shizuko in een zakje opgevangen te hebben, de moed verzameld om seks met haar te hebben. Wanneer het blijkt te lukken en hij niet impotent meer is, laat hij dit ook luid en vrolijk weten, terwijl een romantisch, gevoelig liedje inzet. De wrange ironie is dat het voor Shizuko een bijzonder gruwelijk en vernederend moment is. Ze heeft net – en public – haar darmen geleegd, en wordt nu verkracht door Makoto. Of dit een bedoeld bijtend contrastpunt is van de regisseur of het product van een zieke geest is niet duidelijk, maar een donker soort humor bevat het moment wel. En dan is er het moment dat Makoto aan de keukentafel aankondigt te gaan trouwen, dat meteen begeleid gaat van de huwelijksmars op de soundtrack. Alleen, het blijkt niet om (louter) muziek van de soundtrack te gaan, zo blijkt even later wanneer zijn moeder de radio uitzet en de muziek ophoudt.

‘Flower en Snake’ heeft uiteindelijk te weinig dramatische aanknopingspunten voor de kijker, en is op bondagegebied voornamelijk onprettig om naar te kijken in plaats van erotisch of prikkelend. Jammer, want de film heeft potentie en had op verschillende gebieden een tamelijk waardevolle kijkervaring kunnen zijn, maar laat nu helaas op te veel gebieden afweten.

Bart Rietvink